‘Bij sommige pups zit de hoge dierenartsrekening al ingebakken’

Voorkomen is beter dan genezen, ook bij erfelijke aandoeningen van honden en katten. Dr. Paul Mandigers, dierenarts en universitair hoofddocent aan het ExpertiseCentrum Genetica Diergeneeskunde is gespecialiseerd in veterinaire neurologie. Hij doet samen met collega’s onderzoek naar diverse erfelijke gezondheids- en welzijnsproblemen bij honden en katten en maakt zich sterk voor preventie. Om te voorkomen dat we afstevenen op steeds meer zieke dieren is iedereen nodig: wetenschappers, fokkers, dierenartsen en eigenaren.

Wat is het probleem als het gaat om over gezondheids- en welzijnsproblemen bij honden en katten?

Er zijn heel veel overdreven raskenmerken die het welzijn van het dier aantasten. Denk aan een te korte snuit, oogleden die niet sluiten, een te nauwe keel, maar ook ziekten als epilepsie of hartproblemen. Door steeds met enkele dieren uit een nestje verder te fokken zijn de populaties zo klein geworden dat ze genetisch arm zijn. De kans op erfelijke aandoeningen neemt dan alleen maar toe.

Als dierenarts wil je dieren met ziekten of welzijnsproblemen helpen, maar eigenlijk ben je dan al te laat. Je zou willen dat we er allemaal samen alles aan doen om problemen te voorkomen. Dus adviseren we fokkers en dierenartsenpraktijken over preventie.

15 jaar geleden vertelde je ongeveer hetzelfde in het blad Dier van de Dierenbescherming. Dit is blijkbaar een zaak van lange adem, maar nu zien we wel een stroomversnelling. Wat is er intussen gebeurd?

Dit speelt inderdaad al heel lang. In de wetenschap is er al aandacht voor het probleem sinds de jaren ’70, maar in de bredere maatschappij zag men toen het probleem nog niet zo. Er waren technisch gezien ook nog maar weinig mogelijkheden om genetisch onderzoek te doen. Je had alleen je gezonde verstand. De mogelijkheden om de problemen bij bepaalde rassen in kaart te brengen waren daardoor heel beperkt.

In 2010 kwam er een omslag, toen de BBC de documentaire Pedigree Dogs Exposed uitzond, met schrijnende voorbeelden, zoals de Duitse Herder met zijn sterk aflopende rug. Toen is het vraagstuk in meerdere landen op de politieke agenda gekomen, ook in Nederland. Inmiddels waren er ook veel meer wetenschappelijke data, en konden we veel meer dankzij diverse technieken die waren ontwikkeld. Ook overheden zijn er toen mee aan de slag gegaan.

Het probleem is: publieke gezondheid is een overheidszaak, maar alles rond huisdieren is vanouds een particuliere zaak. De overheid bemoeide zich daar nauwelijks mee. Die zei eerst: dat moet de branchevereniging regelen. Maar wie zijn dat? De Raad van Beheer op Kynologisch Gebied beperkt zich tot rashonden met stamboom, en gaat niet over de vele nakomelingen zonder officiële stamboom. En dan worden er ook nog heel veel honden geïmporteerd. Kortom: niemand voelt zich verantwoordelijk voor het welzijn van de hele populatie honden en katten.

Overheden in diverse landen zien dit ook in. We hebben inmiddels Europese regelgeving. Die zegt zo ongeveer: je moet bij het fokken de kans op nakomelingen met erfelijke ziekten en aandoeningen minimaliseren. Nu kijken alle landen, ook Nederland, hoe dit concreet is aan te pakken.

Er moet dus nog veel gebeuren. Wie kan hierbij helpen en hoe?

Alle partijen hebben een rol: de koper, de fokker, de dierenarts… Mensen gaan op internet zoeken en komen zo maar al te vaak bij een ongecontroleerde aanbieder-importeur terecht. We hebben nu een promotieonderzoek lopen naar de dwergkeeshond. De helft van die hondjes komt uit Rusland. Er is geen enkele controle op de ouderdieren. Dat geeft veel gezondheidsproblemen: een open fontanel, hernia’s, een te kleine schedel voor de hersenen en holtevorming in het ruggenmerg.

Maar de hele keten is van belang. Je zou willen dat de fokker alleen fokt met dieren die een goede kans geven op gezond nageslacht, dat de dierenarts en de fokvereniging goed adviseren, dat een online platform alleen aanbod van gezonde dieren toestaat.

Aan die keten kun je bovendien nog zaken toevoegen, bijvoorbeeld dat je een lab gebruikt dat DNA-tests biedt, of dat de ouders goed worden gematcht via Fit2Breed. Die keten is in wording. De Stichting FairDog en de rasverenigingen spelen hierin een belangrijke rol. Dieren moeten gezond kunnen zijn. Er is nu een hele discussie over tarieven van dierenartsen, maar bij sommige pups zit de hoge dierenartsrekening al ingebakken. Dat moet je als hondenbezitter niet willen.

Wat is de rol van het onderwijs?

Wij geven hierover onderwijs aan aankomend en gevestigd dierenartsen, maar ook bijvoorbeeld aan fysiotherapeuten. Rasverenigingen nodigen ons ook regelmatig uit om lezingen te geven. Ook heb ik zeven studenten onder mijn hoede voor een wetenschappelijke stage en begeleid ik promovendi. Alles is erop gericht om samen te werken aan een toekomst met gezonde dieren. Via de genetica kun je heel veel gezondheidsproblemen voorkomen. En iedere fokker, dierenarts of eigenaar kan een rol spelen. Ik wil vooral dat we hier samen aan werken, ook internationaal.

Waar ga je je de komende maanden vooral op richten?

Een deel van mijn tijd gaat naar het begeleiden van promovendi en het helpen uitdragen van hun onderzoeksconclusies. De studenten werken kleinere projecten uit, zoals het in beeld brengen van epilepsie bij diverse rassen. De promovendi werken aan de grotere genetische projecten, zoals een spierziekte bij het Kooikerhondje en Syringomyelie bij de dwergkeeshond. Bij de dwergkeeshond gaan we met AI kijken of we de CT- en MRI-beelden beter kunnen bewerken om zo genetisch onderzoek mogelijk te maken. Waar we kunnen werken we bovendien samen met humaan neurologen. Want samen kunnen we zoveel meer.