Beter inzicht in bodemdaling Kanis, Kamerik en Kockengen

Bodemdaling in Kanis, Kamerik en Kockengen zorgt jaarlijks voor veel schade in deze op veen gebouwde dorpen. Veenoxidatie (afbraak) door blootstelling aan lucht en veensamendrukking door belasting zijn twee belangrijke oorzaken daarvan, maar tot nu toe was onbekend hoeveel bodemdaling aan oxidatie toegeschreven kon worden en hoeveel aan samendrukking. Een interdisciplinair team onderzoekers van de Universiteit Utrecht en Deltares namen de drie dorpen onder de loep tot 1000 jaar terug. Ze publiceerden hun resultaten in Science of the Total Environment. Aan de hand van de resultaten kunnen effectieve maatregelen genomen om bodemdaling te remmen en het veenrijke gebied duurzamer in te richten.

Het landschap van Kanis, Kamerik en Kockengen is in de afgelopen 1000 jaar tot wel vier meter gezakt. In de laatste jaren ging dat op sommige plekken met een snelheid van 14 centimeter per jaar. Drainage en belasting van de venige ondergrond om het gebied geschikt te maken voor landbouw en bewoning zijn hier debet aan. Het gevolg is dat deze dorpen veel geld kwijt zijn aan ophogingen en het repareren van schades aan wegen, leidingen en gebouwen. Ook de schade door wateroverlast is toegenomen.

Om effectieve maatregelen te nemen die bodemdaling tegengaan of verminderen is het belangrijk om dit proces goed te begrijpen. Biologen en fysisch geografen van de Universiteit Utrecht en bodemdalingsexperts van Deltares bepaalden daarom de relatieve bijdrage van het samendrukken en oxideren van veen aan de totale bodemdaling in de drie dorpen. Een beter inzicht in het bodemdalingsproces helpt ook bij het bepalen van wie verantwoordelijk is voor het mitigeren van de effecten.

Onderzoekers zetten een handboring in Kockengen om de opbouw van de ondergrond te ontrafelen (foto: S. van Asselen).

Samendrukking in bebouwd gebied, oxidatie in landelijke omgeving

Het onderzoek laat zien dat telkens wanneer de veengrond extra wordt belast, of de grondwaterspiegel wordt verlaagd, dit resulteert in bodemdaling. “De relatieve bijdrage van samendrukking en oxidatie van veen is zeer variabel in ruimte en tijd, waarbij in bebouwd gebied de grootste bijdragen door veensamendrukking worden gevonden, en in landelijk gebied oxidatie vaak de overhand heeft gehad”, vertelt Sanneke van Asselen, onderzoeker bij de Universiteit Utrecht en Deltares. “Ook blijkt dat de bebouwde gebieden in het onderzoeksgebied potentieel nog niet uitgezakt zijn.” De duur van belasting en de grondwaterstand zijn ook factoren die meetellen, net als de samenstelling en dikte van de ophogingslaag. Van Asselen: “Locaties met een dikke veenlaag die tot dicht onder het oppervlak voorkomt en nog weinig zijn belast zijn zeer gevoelig voor bodemdaling. Wanneer de veenlaag al lange tijd belast is en onder de grondwaterspiegel zit, is de snelheid van bodemdaling veel lager. Bodemdaling door kruip blijft hier overigens wel een rol spelen.”

Case voor wereldwijde problematiek

Wereldwijd leven er honderden miljoenen mensen in kustgebieden, en verwacht wordt dat de bevolkingsdichtheid in deze gebieden alleen maar zal toenemen. Tegelijkertijd zijn veel kustgebieden onderhevig aan bodemdaling, terwijl de zeespiegel stijgt. De onderzoekers verwachten dat de resultaten uit dit onderzoek ook gelden voor andere kustgebieden met een veenondergrond wereldwijd. Specifieke ondergrondinformatie is essentieel voor ruimtelijke ordeningsplannen en –strategieën om de meest optimale bouwlocaties te kiezen en effectieve maatregelen te treffen om bodemdaling te remmen, bijvoorbeeld door bodemdalingsschadevrij te bouwen. Het onderzoek maakt onderdeel uit van onderzoeksprogramma Future Deltas van de Universiteit Utrecht. Dit programma richt zich op de ontwikkeling en integratie van kennis voor een wereldwijd duurzaam deltabeheer met bodemdaling als één van de belangrijke speerpunten.

Publicatie

Download de publicatie via ScienceDirect: The relative contribution of peat compaction and oxidation to subsidence in built-up areas in the Rhine-Meuse delta, The Netherlands, Sanneke van Asselen, Gilles Erkens, Esther Stouthamer, Hessel A.G. Woolderink, Rebecca E.E. Geeraert, Mariet M. Hefting, Science of the Total Environment 2018, https://doi.org/10.1016/j.scitotenv.2018.04.141