Beter Aanbesteden in 2022
In zijn key-note ging drs. Matthijs Huizing, de Aanjager van het traject ‘Beter Aanbesteden’ dat in september 2016 door de minister van Economische Zaken is opgezet, in op de vorderingen van het traject dat als doel heeft de beeldvorming rondom aanbesteden te verbeteren, de kennisuitwisseling en communicatie tussen ondernemers en aanbestedende diensten te vergroten en de positie en professionaliteit van de inkoper te versterken. Beter Aanbesteden gaat om concrete acties om de aanbestedingspraktijk te verbeteren, zoals: het organiseren van marktdagen, het verbeteren van TenderNed, het publiceren van handvatten over marktconsultaties, het maken van een paspoort voor aanbesteders, het actualiseren van modellen inkoopbeleid, het standaardiseren van SROI beleid en het leren van de ervaringen in de bouw t.a.v. paritaire voorwaarden om de risicoverdelingen in de zorg te verbeteren. In het najaar wordt de definitieve actie-agenda bekend gemaakt.
Daaropvolgend sprak prof. mr. Jan-Michiel Hebly (Houthoff Buruma, Universiteit Leiden en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Aanbestedingsrecht). Hebly ging in op de problemen die wet- en regelgeving veroorzaken in de aanbestedingspraktijk en welke wijzigingen – naast de aanpak van het traject ‘Beter Aanbesteden’ - nodig zijn om in 2022 beter te kunnen aanbesteden. Hij besprak o.a. de definitie van grensoverschrijdend belang, het belang van tender boards, het uitwerken van past performance, het instellen van klachtencommissies bij aanbestedende diensten en de welwillendheid t.a.v. de adviezen van de Commissie van Aanbestedingsexperts.
Prof. Elisabetta Manunza (Public Procurement Research Centre (PPRC), UU) haakte op beide onderwerpen in met een uiteenzetting van de PPRC visie op onderwijs en de rol die aanbestedingsrechtelijke opleidingen kunnen spelen in het realiseren van “bewuste, bekwame en bewogen professionals”. Manunza legde uit dat in de executive aanbestedingsrecht de focus ligt op het verkrijgen van ‘juridisch inzicht’ naast kennis van de regels. Het gaat om het aanleren van de methode die professionals in staat stelt om kennis op autonome wijze te kunnen opdoen, bijhouden en toepassen. Daartoe is van belang om te leren onderscheiden binnen het recht en tussen het recht en andere disciplines; om inzicht te krijgen in waarom een juridisch stelsel zo in elkaar zit en welke doelen daarmee worden nagestreefd. Tot slot noemde zij het maatschappelijk ‘geheugen’ als belangrijk element: de invloed die geschiedenis, economie, politiek etc. op rechtsvorming hebben. Interdisciplinariteit staat aan de basis van de UU executive aanbestedingsrecht. Daarom de samenwerking met prof. dr. Jan Telgen (PPRC, UT) die de aanwezige alumni liet meedenken aan de hand van prikkelende stellingen.