Bestuurskundige Paul ’t Hart ontvangt de Stevinpremie voor zijn bijdrage aan de maatschappelijke benutting van kennis
NWO kent jaarlijkse wetenschappelijke onderscheidingen toe
De Utrechtse onderzoeker Paul ’t Hart, hoogleraar Bestuurskunde aan het departement Bestuurs-en Organisatiewetenschap (USBO), ontvangt een Stevinpremie. Deze jaarlijks door het NWO toegekende hoge onderscheiding bedraagt 1,5 miljoen euro, te besteden aan wetenschappelijk onderzoek en activiteiten met betrekking tot kennisbenutting. Klimaatonderzoeker Detlef van Vuuren, eveneens verbonden aan de Universiteit Utrecht, ontvangt een Spinozapremie. De Stevin- en Spinozapremie worden wel de ‘Nederlandse Nobelprijzen’ genoemd. Ze worden toegekend aan onderzoekers die uitmuntend, baanbrekend en inspirerend werk leveren.
Voor hoogleraar Bestuurskunde Paul ‘t Hart kwam de mededeling dat hij de Stevinpremie zal ontvangen als een complete verrassing. Toen hij op het hoogtepunt van de studentenprotesten rond het Gaza-conflict werd gebeld door Marcel Levi, de voorzitter van NWO, was zijn eerste gedachte: “Oh, die wil vast crisisadvies.” Levi had echter een heel andere boodschap.
Ik heb het geluk gehad om van jongs af aan in allerlei inspirerende samenwerkingen te hebben kunnen werken... Die premie hebben we in die zin met velen verdiend.
Paul ’t Hart is sinds 2002 als hoogleraar verbonden aan het Departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap van de Universiteit Utrecht. Hij bestudeert politiek leiderschap, ambtelijk vakmanschap, politiek-ambtelijke samenwerking, de omgang met crisissituaties en het succes en falen van overheden. Hij werkt sinds begin 2023 voor het grootste deel van zijn tijd als lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Daarnaast is hij onder meer lid van de begeleidingscommissie van het Planbureau voor de Leefomgeving – het kennisinstituut waar ook Detlef van Vuuren werkt. Hij stelt zich al zijn hele beroepsleven vragen over mensen met publieke macht: “Hoe krijgen en verliezen ze hun gezag? Wat proberen ze ermee te doen? Hoe laten ze zich adviseren? Hoe gaan ze om met hun tijd, met onzekerheid, met conflicten? Hoe gaan ze te werk wanneer het er tijdens spannende situaties echt op aankomt? En natuurlijk: hoe kunnen wij hun gedrag begrijpen en hun impact evalueren?”
Paul ontvangt de Stevinpremie voor zijn prestaties op het gebied van kennisbenutting voor de samenleving. In de laudatio wordt hij omschreven als een van de invloedrijkste bestuurskundigen van Nederland. De impact van zijn onderzoek is groot, met name zijn vele studies naar hoe de overheid op calamiteiten reageert. Zelf houdt hij er niet zo van op een voetstuk geplaatst te worden. “Mooi hoor, zo'n prijs, maar ik denk dan toch al heel snel: Waarom uitgerekend ik? Ik zie zo veel collega's wiens werk grote maatschappelijke betekenis heeft, en minstens zo zeer zulke erkenning verdienen.” Bovendien ziet hij zichzelf eerder als teamspeler dan als solist: “Ik heb het grote geluk gehad om van jongs af aan in allerlei inspirerende samenwerkingen te hebben kunnen werken. Ik heb de team science met de paplepel ingegoten gekregen. Die premie hebben we in die zin met velen verdiend, en ik zal bij het besteden van het geld ongetwijfeld opnieuw de samenwerking zoeken.”