Bestaat het Queen Bee-effect nog?

In de film The Devil wears Prada uit 2006 speelt Meryl Streep een hoofdredactrice van een modetijdschrift. Iedereen die onder haar werkt moet handelen naar haar nukken en grillen. De film is fictie, maar het voorbeeld wordt vaak aangehaald om aan te duiden wat een zogenaamde Queen Bee is: een vrouw die werkt in de bedrijfstop en zich niet bepaald coöperatief opstelt naar jongere vrouwen die hogerop hopen te komen. Universiteitshoogleraar en sociaal psychologe Naomi Ellemers en hoogleraar Organisatiepsychologie Belle Derks, beiden verbonden aan de Universiteit Utrecht, onderzochten of dit effect nog altijd bestaat en of de term Queen Bee eigenlijk wel goed aangeeft wat er aan de hand is. De resultaten van hun onderzoek verschenen in het British Journal of Social Psychology.

queen bee
Bijenkoningin

Vijftien jaar geleden al concludeerde Ellemers in ditzelfde wetenschappelijk tijdschrift dat het Queen Bee-effect aanwezig was onder vrouwelijke academici die werkzaam waren op universiteiten. Ellemers: “In ons toenmalig onderzoek zagen we onder meer dat vrouwelijke hoogleraren de ambities van jonge vrouwelijke academici, de promovendi, onderschatten. Ook beschreven de vrouwelijke hoogleraren zichzelf, in de door mannen gedomineerde werkomgeving, in zeer mannelijke termen.”  

Eerste vrouw

Destijds verklaarden de onderzoekers de effecten vanuit de uitzonderlijke positie van deze generatie vrouwelijke wetenschappers. Ellemers: “Velen van hen waren als eerste vrouw benoemd in hun vakgebied. Geen wonder dat deze generatie het gevoel had zich extra te moeten bewijzen door zich af te zetten tegen andere vrouwen. We hoopten dat het effect na verloop van tijd vanzelf zou verdwijnen met de toename van vrouwen in de wetenschap.” 
De vraag die de Utrechtse hoogleraren zich nu stelden: is het Queen Bee-effect 15 jaar na Ellemers’ constatering nog aanwezig?

Nog altijd

Ellemers en Derks ondervroegen voor hun huidige studie andermaal honderden academici. In hun artikel zetten ze hun analyse uiteen en concluderen ze dat 15 jaar na hun eerste bevindingen het fenomeen nog altijd bestaat. Derks: “Vrouwelijke academici met een gevorderde loopbaan onderschatten, meer dan hun mannelijke collega’s, de loopbaanbetrokkenheid van vrouwen die aan het begin van hun academische loopbaan staan. Tegelijkertijd beschrijven zowel mannelijke als vrouwelijke academici die zich in een vergevorderd stadium van hun carrière bevinden zichzelf in meer mannelijke termen.”

Keer op keer blijkt dat niet alleen vrouwen, maar ook mannen zich steeds masculiener gedragen naarmate ze in hogere functies zitten.

Geschikte term?

De Utrechtse onderzoekers zien wel graag een nuancering van de gebezigde term ‘Queen Bee’. Ellemers: “In de top van de wetenschap zijn mannen nog altijd veruit de dominante partij, ondanks pogingen om steeds meer vrouwen in deze bovenlaag te krijgen. We zien dat vrouwen die wel de top bereiken zich eenvoudigweg aanpassen aan de masculiene omgeving. Je moet je dan afvragen of Queen Bee wel een geschikte term is, omdat het suggereert dat dit is hoe vrouwen nu eenmaal met succes omgaan.” Derks vult aan dat ze ook in andere organisaties gedrag hebben onderzocht. “Daar blijkt keer op keer dat niet alleen vrouwen, maar ook mannen zich steeds masculiener gedragen naarmate ze in hogere functies zitten. Voor vrouwen vinden we dit opvallend gedrag, maar mannen doen in feite hetzelfde om hogerop te komen - omdat de organisatie dit nu eenmaal vraagt.”

Te hoge werkdruk

Ellemers besluit: “Een survey van het Promovendi Netwerk Nederland liet onlangs zien dat veel jonge wetenschappers een te hoge werkdruk ervaren en overwegen de wetenschap te verlaten. We verwachten vaak dat jonge mensen zich wel aanpassen aan een veeleisende omgeving – en degenen die dat het beste doen hebben het meeste succes. Dat is in elk geval de conclusie die we trekken uit ons eigen onderzoek. Maar je kunt je ook afvragen of dit wel de beste manier is om jong talent tot bloei te laten komen.”