Ben je er? Kan je me horen? De impact van COVID-19 op het hoger onderwijs

Bijdrage door: Sofie Smeets

Online onderwijs © iStockphoto.com/Drazen_
© iStockphoto.com/Drazen_

Een bijdrage van Sofie Smeets voor het Gender, Diversiteit en COVID-19 platform. Het platform bestaat uit een serie van korte blogposts, waarin kwesties van inclusie en uitsluiting met betrekking tot de coronacrisis worden gearticuleerd en besproken. 

Sinds maart 2020 vindt het hoger onderwijs in Nederland vanwege coronamaatregelen grotendeels online plaats. De ingrijpende verschuiving naar online lesgeven heb ik van twee kanten meegemaakt, aangezien ik docent ben aan de Hogeschool Rotterdam en parttime promovendus aan de Universiteit Utrecht. Terugkijkend op de afgelopen maanden vraag ik me af hoeveel ruimte er overblijft voor de voortdurende uitdagingen van online lesgeven en voor het creëren van inclusieve leeromgevingen.

Ideeën over inclusief leren benadrukken het belang van interactie, en het uitwisselen van persoonlijke ervaringen en perspectieven. Door hierover na te denken worden mogelijke onjuiste aannames tegengegaan en wordt er een toegankelijke omgeving voor alle aanwezigen gecreëerd.

Maar in online onderwijs vind ik het moeilijker om een dergelijke omgeving te creëren. Ik heb minder middelen om betrokkenheid en interactie te stimuleren. Bovendien voel ik me, net zoals educatief antropoloog Susan Blum, niet in staat om, in online klaslokalen een gelijkwaardige conversatie tussen student en leraar te creëren. Studenten kunnen tijdens de online lessen gemakkelijker hun verbinding verbreken, zich terugtrekken en onopgemerkt blijven. Een online les voelt soms meer aan als seance: “Elian, ben je daar? Kun je me horen?”

Al in maart waarschuwden betrokken wetenschappers voor dit risico. Ze bekritiseerden de business-as-usual-benadering van onderwijs. Door online als ‘normaal’ te presenteren, werd geïmpliceerd dat online en offline onderwijs uitwisselbaar zijn. In plaats daarvan wijzen de auteurs erop dat deze benadering het schokkende idee onthult van wat er onder onderwijs wordt verstaan: kennisoverdracht is belangrijker dan kritische uitwisseling en menselijke betrokkenheid.

Er zijn natuurlijk manieren om zinvolle online interacties te creëren. En ik heb, net als veel andere leraren, op verschillende manieren geprobeerd interactieve communicatie te stimuleren. Toch vraag ik me af of die acties aan de individuele docent zijn? Als we op zoek gaan naar tips om met onzekerheden over hoe onze lessen overkomen om te gaan, individualiseren we dan niet een ervaring die eerder gedeeld en structureel is?

Bovendien, online is niet offline, en de technologie is geen pedagogie. Hoe geef je les door het scherm, en niet tegen een scherm? Hoe kunnen we de ervaringen van studenten in digitaal onderwijs centraal stellen? Hoe kunnen we online een veilige omgeving creëren waar iedereen zich welkom voelt? Het lijkt erop dat we nog steeds de neiging hebben om online lessen te zien als de originele offline lessen. Het is alsof de trein van het hoger onderwijs op een andere rails rijdt, terwijl de wielen hetzelfde zijn gebleven. Ik ben benieuwd hoe docenten en studenten dit ervaren; als ze nog aan boord zijn.