Achttien Utrechtse wetenschappers krijgen beurs voor verrassende samenwerkingen

Wat gebeurt er als je een organisatiepsycholoog, een dierenarts-onderzoeker en een neurowetenschapper samen laat buigen over een maatschappelijk probleem? Of een ontwikkelingsbioloog, een kunsthistoricus en een expert in de hydrogeologie? Dat gaan achttien Utrechtse onderzoekers ontdekken. Ze ontvingen allemaal een zogenaamde ‘Unusual Collaborations Grant’. De beurs, die voortkomt uit de Kennisalliantie Eindhoven-Wageningen-Utrecht, heeft als doel samenwerking tussen verschillende disciplines te stimuleren.

Het unieke aan de toegekende projectbeurzen is dat wetenschappers niet alleen worden uitgedaagd om samen te werken met onderzoekers van andere faculteiten binnen hun eigen universiteit, maar ook aan de slag gaan met collega’s van andere universiteiten. Bij elk van de toegekende projecten werken de Utrechtse onderzoekers samen met wetenschappers uit Wageningen en/of Eindhoven. In totaal gaan 31 onderzoekers, waarvan achttien Utrechtse, dankzij de beurs met een maatschappelijk vraagstuk aan de slag. Dat doen zij binnen vier projecten. Hieronder vind je een overzicht van die projecten, welke Utrechtse onderzoekers betrokken zijn en waarom de jury de projecten een beurs heeft toegekend.

Structures of Strength

Onze wereld wordt geconfronteerd met steeds grotere maatschappelijke uitdagingen als gevolg van complexe problemen zoals de opwarming van de aarde en COVID-19. Oplossingen voor deze complexe uitdagingen vereisen samenwerking op het raakvlak van disciplines. Maar hoe zorg je dat onderzoekers van verschillende disciplines elkaar vinden? De wetenschappers betrokken bij het project Structures of Strength gaan een platform creëren waarop onderzoekers uit verschillende vakgebieden samen hun kennis kunnen inzetten om oplossingen te ontwikkelen voor problemen op het gebied van gezondheid, voedsel, energie, cultuur en milieu.

De betrokken onderzoekers willen de kracht van die aanpak toepassen op iets wat diverse vakgebieden verbindt: poreuze materialen. Of het nou in de biologie, geneeskunde of het cultureel erfgoed is, overal tref je poreuze materialen. Van bladeren tot lichaamsweefsel, van stenen tot pampers en van voedingsmiddelen tot verf. Onderzoeker Amir Raoof: “In de geneeskunde wordt de kennis over porositeit van botten en andere weefsels steeds actiever gebruikt voor het verbeteren van de opname van medicijnen en het voorkomen van ziektes. In de kunst hebben we te maken met bijvoorbeeld verf en beeldhouwmateriaal. De porositeit van deze materialen kan de manier veranderen waarop een kunstenaar het gebruikt en beïnvloedt de duurzaamheid van het kunstwerk. En voor waterzuivering wordt zand gebruikt met een specifieke poriënstructuur waardoor bacteriën en virussen gefilterd worden." Binnen het project zullen Raoof en zijn collega’s de kennis vanuit allerlei vakgebieden bundelen om te leren wat de overeenkomsten zijn tussen diverse materialen, en die gebundelde kennis gebruiken voor effectievere oplossingen van problemen.

De jury schrijft: “Poreuze materialen zijn overal. Deze schijnbaar eenvoudige observatie onthult de verborgen overeenkomsten, de raakvlakken tussen al deze disciplines. Dit uitstekende en originele project zal een grote verscheidenheid van disciplines die aan poreuze materialen werken, samenbrengen om effectief van elkaars methodologie te leren.”

Betrokken Utrechtse onderzoekersAmir Raoof (Geowetenschappen), Noortje IJssennagger (UMC Utrecht), Sanli Faez (Bètawetenschappen), Mike Boxem (Bètawetenschappen) en Marjolijn Bol (Geesteswetenschappen)

Data Driven Dashboard

De huidige manier van voedselproductie en -consumptie leidt tot grote milieuproblemen. De heroriëntering van landbouw naar een duurzame toekomst is dan ook een grote maatschappelijke uitdaging. Circulaire landbouw is een veelbelovende visie op hoe voldoende, betaalbaar en veilig voedsel kan worden geproduceerd en tegelijk de duurzaamheidsproblemen kunnen worden beperkt. De overgang naar kringlooplandbouw is echter afhankelijk van de steun van boeren, consumenten en maatschappelijke stakeholders. Hoe creëer je dergelijk draagvlak? Als duidelijk is hoe de kosten en baten eerlijk verdeeld worden. Daarom zullen binnen dit project onderzoekers een ‘circulair landbouw dashboard’ ontwikkelen. Daarvoor slaan onderzoekers uit de hoek van Diergeneeskunde, datawetenschap, sociologie en agrarische bedrijfseconomie de handen ineen. Volgens de jury is die samenwerking niet alleen verrassend, maar ook broodnodig.

Betrokken Utrechtse onderzoeker: Wilma Steeneveld (Diergeneeskunde)

The Power of One

De huidige aanpak van de medische, financiële en werkgerelateerde problemen van individuen slaagt er vaak niet in hen daadwerkelijk te helpen. Onderzoekers en professionals richten zich op wat zij zien als het gemiddelde individu, waardoor zij degenen die daar (deels) buiten vallen niet herkennen. "Bijvoorbeeld: een vrouw met hartklachten die laaggeletterd is en daardoor niet goed kan vertellen wat haar klachten zijn,” aldus onderzoeker Martine Veldhuizen.

Deze ‘ongeziene mensen’ lijden doorgaans aan een samenhangend complex van sociale problemen en kwalen, en/of ze behoren tot gemarginaliseerde groepen. Er is een consistent gebrek aan gegevens over de behoeften van deze groepen. In dit project willen de onderzoekers deze ongehoorde stemmen in kaart brengen. Zodat (onderzoeks)data uiteindelijk inclusiever wordt. Volgens de jury van de Unusual Collaborations Grant gaan de onderzoekers werkelijk nieuw gebied ontdekken door een handreiking te doen naar de mensen die niet je usual suspects zijn. Veldhuizen: “Normaal brandt niemand zijn vingers aan zulke grote onderwerpen, omdat daar geen tijd en geld voor is. Ik vind het een verademing dat we nu niet met ellebogen hoeven werken, maar het samen doen.”

Betrokken Utrechtse onderzoekersJojanneke van der Toorn (Sociale Wetenschappen), Merel van Goch (Geesteswetenschappen), Martine Veldhuizen (Geesteswetenschappen), Lieke Stelling (Geesteswetenschappen) en Marianne Boes (UMC Utrecht).

Defeating Chronic Pain

Pijn kan vele dingen zijn: Pijn kan beschermend zijn (volgens een bioloog), een taboe (voor een cultuurspecialist), een economische last (voor een econoom), invaliderend (voor een patiënt), behandelbaar (voor een arts), meetbaar (voor een materiaalingenieur), spiritueel (volgens de filosoof), waarneembaar (voor een (diergeneeskundig) arts) en kan als chronisch worden beschouwd als het minstens drie maanden aanhoudt. Alleen al in Nederland hebben ongeveer 3 miljoen volwassenen chronische pijn, een aantal dat naar verwachting nog zal stijgen. De onderzoekers van dit project verwachten dat het falen van de behandeling van chronische pijn een gevolg is van een gebrek aan inzicht in de manier waarop chronische pijn wordt gedefinieerd door de betrokken partijen. Daarom zullen zij pijn bij zowel mensen als dieren onderzoeken om op die manier de pijnervaring van patiënten beter te gaan begrijpen. De resultaten zullen uiteindelijk gebundeld worden in een database.

Volgens de jury is het unieke aan dit project dat er vanuit een heel breed aantal vakgebieden naar pijn gekeken wordt, dus zowel vanuit de medische hoek als vanuit de Geesteswetenschappen. En dat er daarnaast niet alleen gekeken wordt naar de pijnbeleving van mensen, maar ook naar die van dieren.

Betrokken Utrechtse onderzoekers: Hanneke Willemen (UMC Utrecht), Mienke Rijsdijk (UMC Utrecht), Madelijn Strick (Sociale Wetenschappen), Tessa van Charldorp (Geesteswetenschappen), Janny de Grauw (Diergeneeskunde), Frank Meye (UMC Utrecht) en Martijn Froeling (UMC Utrecht)

De Unusual Collaborations Grant wordt uitgereikt door het Centre for Unusual Collaborations. Dit centrum is opgericht vanuit de Kennisalliantie Eindhoven-Wageningen-Utrecht die in december 2020 officieel gelanceerd werd. Binnen de alliantie verbinden Eindhoven University of Technology, Wageningen University & Research, Universiteit Utrecht en Universitair Medisch Centrum Utrecht hun kennis om zo bij te dragen aan maatschappelijke transities op het gebied van energie, duurzaamheid, gezondheid en voeding. Alle vier de kennisinstellingen investeren de komende acht jaar honderd miljoen euro in gezamenlijke onderzoek- en onderwijsprojecten om mondiale vraagstukken op te lossen. Het motto van de samenwerking is "Challenging future generations". Over de vier projecten die een Unusual Collaboration Grant hebben gekregen, is in totaal 830.000 euro verdeeld. De exacte verdeling van het geld over de vier projecten is door alle betrokken onderzoekers bepaald.