4 op de 10 jongeren zit in een kwetsbare situatie

4 op de 10 jongeren tussen de 16 en 24 jaar zit in een kwetsbare situatie. Zij ervaren meer last van de coronacrisis en rapporteren vaker psychische klachten, zoals angst en depressie, dan niet-kwetsbare jongeren. Dat blijkt uit een onderzoeksproject van Odilia Laceulle, ontwikkelingspsycholoog aan de Universiteit Utrecht. Laceulles project is onderdeel van de jongerenchallenge die de Nationale Wetenschapsagenda vorig jaar startte. Vrijdag 30 april overhandigde een kleine afvaardiging de resultaten van de projecten, in de vorm van een manifest, aan demissionair premier Mark Rutte.

Bijna een jaar geleden riep Rutte tijdens een persconferentie jongeren op om actief mee te denken over de toekomst van het land tijdens en na de coronacrisis. De Nationale Wetenschapsagenda, onderdeel van NWO, greep deze oproep aan en organiseerde een challenge voor jongeren die gehoor wilden geven aan deze oproep. Daarop dienden jongeren allerlei onderzoeksvragen in. Vijf van die vragen werden geselecteerd en gekoppeld aan wetenschappers die op zoek gingen naar een antwoord.

COVID-19 fonds

Een van de vijf geselecteerde vragen luidde: Wat is de impact van corona op kwetsbare jongeren? De Nationale Wetenschapsagenda vroeg Laceulle om deze vraag te onderzoeken. Laceulle: “Met geld uit het COVID-19 fonds van de faculteit Sociale Wetenschappen waren we al met soortgelijk onderzoek gestart. Door aan te haken bij deze jongerenchallenge van de NWA konden we het onderzoek nog groter opzetten.”

Ze missen vaker belangrijke mijlpalen die kenmerkend zijn voor deze leeftijd. Denk aan omgaan met intimiteit en seksualiteit.

Mijlpalen missen

Laceulle geeft aan dat ze in dit onderzoeksproject tot verrassende uitkomsten is gekomen. “Een daarvan is het grote aantal jongeren dat aangeeft in een kwetsbare situatie te zitten. En dan niet omdat ze zelf lichamelijke of psychische klachten hebben, maar door het samenwonen met kwetsbare huisgenoten. Omdat ze meer dan andere jongeren worden geconfronteerd met de mogelijke gevolgen van corona, houden zij zich goed aan de coronamaatregelen. Tegelijkertijd lijken ze het zwaarder te hebben dan andere jongeren. Ze hebben meer emotionele problemen, zoals angst en depressieve gevoelens. Ook missen ze vaker belangrijke mijlpalen die kenmerkend zijn voor deze leeftijd. Denk aan zelf beslissingen nemen, met geld leren omgaan, omgaan met intimiteit en seksualiteit of het mislopen van een bijbaantje. Er zou veel meer aandacht moeten zijn voor deze grote groep jongeren.”

Nog een UU-bijdrage

Naast Laceulle zijn er nog vier topwetenschappers en hun onderzoeksteams met jongeren aan de slag gegaan om antwoorden te formuleren op de ingediende vragen van jongeren over de coronacrisis. Een daarvan is een project van Beatrice de Graaf, faculteitshoogleraar en historicus aan de Universiteit Utrecht. Gezamenlijk hebben de onderzoekers op basis van hun ervaring een manifest opgesteld voor beleidsmakers, wetenschappers en bestuurders over jongeren en corona. Demissionair premier Rutte nam het manifest 30 april in ontvangst.

Laceulles onderzoeksproject is uitgevoerd door Laceulle zelf, Sander Thomaes, Hilde Schuiringa en Leanne van Est.