20 miljoen voor onderzoek naar plant-probiotica

Zwaartekrachtsubsidie van NWO toegekend aan consortium

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) heeft een Zwaartekracht-subsidie van 20 miljoen euro toegekend aan een ambitieus consortium van Nederlandse levenswetenschappers die met de nieuwst beschikbare technieken de interactie tussen planten en hun wortelmicrobioom willen bestuderen.

Het wortelmicrobioom is het geheel aan bacteriën en schimmels die leven in, op en rond de wortels van planten. De bacteriën en schimmels helpen nutriënten vrij te maken uit de bodem, beschermen de plant tegen bijvoorbeeld droogte en zijn belangrijk voor de gezondheid van de plant. Toch is er nog heel weinig bekend over hoe planten deze gunstige micro-organismes aantrekken en hoe ze de plant helpen en beschermen.

MiCRop

Het MiCRop project is een samenwerking tussen de Universiteit Utrecht (prof. dr. ir. Corné Pieterse), Wageningen Universiteit (prof, dr. Christa Testerink en prof. dr. Marcel Dicke), Vrije Universiteit Amsterdam (prof. dr. Toby Kiers), en het Nederlands Instituut voor Ecologisch Onderzoek (prof. dr. Jos Raaijmakers) en staat onder leiding van de Universiteit van Amsterdam (projectleider prof. dr. Harro Bouwmeester).

Ingenieus immuunsysteem

‘Planten bezitten een ingenieus immuunsysteem dat hen in staat stelt zich te verdedigen tegen ziekten en plagen’, zegt Corné Pieterse, hoogleraar Plant-Microbe Interacties aan de Universiteit Utrecht . ‘Ze krijgen daarbij hulp van goedaardige micro-organismen in de bodem, die het imuunsysteem versterken en planten beschermen. In dit project gaan we de mechanismen onderzoeken waarmee dergelijke plant-probiotica door de plant worden gestimuleerd en hoe die microben op hun beurt de plant beschermen.’

Samenwerking

Onder de planten die worden onderzocht zijn wilde planten, maar ook veel belangrijke voedselgewassen, zoals kool, aardappel, tomaat, bonen, granen, komkommer en pompoen. Het gaat de onderzoekers daarbij niet alleen om het opdoen van fundamentele kennis, maar ook om het toepassen ervan. Projectleider Bouwmeester: ‘We werken samen met zo’n vijfentwintig industriële partners uit de wereld van zaadverdeling en biologicals. Maar wat voor ons ook heel belangrijk is, is de samenwerking met acht CGIAR instituten.’

CGIAR (Consultative Group for International Agricultural Research) is een wereldwijde, intergouvernementele organisatie die zich inzet voor de verbetering van landbouw en de wereldvoedselvoorziening, vooral in zich ontwikkelende landen. Bouwmeester: ‘Er valt met name in deze landen nog zo veel te winnen als het gaat om het resistenter maken van planten tegen allerlei stressoren, zoals droogte en plagen. Wij hopen daar met ons onderzoek een belangrijke bijdrage aan te leveren.’