De inspiratie voor mijn onderzoek haal ik uit belangwekkende maatschappelijke vraagstukken en uit belangrijk interpersoonlijk gedrag. Het doel dat ik hierbij nastreef is het ontwikkelen en toepassen van moderne psychologische theorieën en het opzetten van empirische studies die een hoge mate van interne en externe validiteit met elkaar combineren zodat ik op een zinvolle wijze onderwerpen kan bestuderen die betekenisvol zijn op het gebied van recht, maatschappij en menselijk gedrag. Hierbij vind ik het bijzonder belangrijk dat de kwaliteit en relevantie van het empirische onderzoek wordt verhoogd, onder meer door gebruik te maken van verschillende onderzoeksmethoden en door zorgvuldige theoretische analyses in het onderzoek te betrekken.
Mijn werk toont aan dat waargenomen onrechtvaardigheid belangrijk is om te begrijpen waarom mensen radicaal gedrag gaan vertonen en sympathie kunnen krijgen voor gewelddadig extremistisme of terroristische bewegingen (zoals moslim-extremistische, rechts-extremistische, of links-extremistische groeperingen). Wanneer mensen ervaren dat hun groep wordt achtergesteld ten opzichte van andere groepen, of wanneer zij van mening zijn dat cruciale morele principes worden geschonden, kan dit ertoe leiden dat mensen radicale ideeën gaan aanhangen of extremistische gedragingen gaan vertonen. In het bijzonder wanneer waargenomen onrechtvaardigheid gepaard gaat met onzekerheidsgevoelens en onvoldoende correctie van impulsen, verhoogt dat de kans op radicalisering. Onder zulke omstandigheden kan waargenomen onrechtvaardigheid ertoe leiden dat mensen positievere opvattingen ontwikkelen over radicaal gedachtengoed, maatschappelijke autoriteiten als onwettig beschouwen, zich met hun groep distantiëren van andere groepen, zich superieur voelen ten opzichte van andere groepen, en zich weinig betrokken voelen bij de samenleving waarin zij leven. Deze inzichten kunnen gebruikt worden bij het voorkomen van onterechte vormen van maatschappelijk ongenoegen en het bestrijden van radicaal en gewelddadig gedrag in onze samenleving.
Een ander belangrijk thema dat mijn collega’s en ik bestuderen, betreft de ervaringen van mensen die voor de rechtbank moeten verschijnen of die op een andere manier met belangrijke autoriteiten te maken krijgen, zoals hun leidinggevenden of autoriteiten van overheidsinstanties. Uit ons onderzoek blijkt dat mensen in dit soort situaties vaak onzeker zijn over zichzelf. Zij voelen zich vaak beoordeeld en vragen zich af wat belangrijke autoriteiten, zoals rechters, van hen vinden. Dit leidt ertoe dat rechtzoekenden nauwlettend in de gaten houden wat er tijdens hun zitting gebeurt. Wanneer rechters in dit soort situaties eerlijk en rechtvaardig met rechtzoekenden omgaan heeft dit een grote invloed op hoe mensen hun rechtszaken waarnemen. 'Ervaren procedurele rechtvaardigheid' heeft ook een grote invloed op het vertrouwen van de rechtzoekenden in de rechterlijke macht. Onze studies (die zijn verricht in gecontroleerde psychologische studies, maar ook in rechtszalen en andere belangrijke situaties zoals arbeidsorganisaties) tonen aan waarom dit het geval is.
Ons onderzoek heeft belangrijke implicaties voor kwesties die te maken hebben met eerlijkheid en rechtvaardigheid, het verdedigen van culturele wereldbeelden, persoonlijk en maatschappelijk vertrouwen, zelfregulatie, en hoe mensen maatschappelijke kwesties interpreteren en daarop reageren. Ik gebruik onze bevindingen voor verschillende praktijkadviezen. Zo heb ik rechters, politieagenten, burgemeesters, ministers, het Nederlandse parlement, de Nationaal Coördinator Veiligheid en Terrorismebestrijding en een commissie van de Verenigde Naties geadviseerd over de preventie en bestrijding van radicalisering van gewelddadig extremisme en terroristisch gedrag.
Voor meer informatie over mijn onderzoek, download mijn CV of ga naar mijn pagina op het Social Psychology Network. Een e-mail sturen kan ook.