Onderzoek naar verenplukken bij papegaaien
Verenplukken is een veelvoorkomend probleem bij in gevangenschap gehouden papegaaien. Naar schatting plukt ongeveer 10-15% van de papegaaien. Vooral grijze roodstaart papegaaien en kaketoes lijken gepredisponeerd tot het ontwikkelen van verenplukken. Naast esthetische consequenties kan dit gedragsprobleem ook leiden tot medische problemen en impliceert het een verminderd welzijn voor de vogel. Indien papegaaien eenmaal verenplukken vertonen, is het lastig om deze gewoonte te doorbreken, met veelal teleurstellende resultaten van de ingestelde behandelingen. Als gevolg daarvan worden papegaaien vaak afgedankt en eindigen in een opvangcentrum, of worden geëuthanaseerd.
Vergelijkbaar met stereotype gedragingen kan verenplukken gerekend worden tot de abnormaal repeterende gedragingen, welke zich kenmerken door het herhaaldelijk en dwangmatig uitvoeren van gedragingen of bewegingen die onveranderlijk zijn in vorm en/of doel en geen duidelijk nut hebben in de context waarin ze tot uiting komen. Dergelijke gedragingen ontwikkelen zich vaak in dieren in gevangenschap als gevolg van chronische blootstelling aan stress of ongewenste prikkels, en/of door onvermogen van het dier om zijn soorteigen gedragingen uit te voeren. Papegaaien in het bijzonder lijken vatbaar voor het ontwikkelen van dergelijke gedragingen. Hun hoge mate van intelligentie evenals hun geringe mate van domesticatie, spelen hierbij zeer waarschijnlijk een rol. Deze aspecten leiden er veelal toe dat de leefomgeving van papegaaien in gevangenschap onvoldoende geschikt is om aan de sociale, cognitieve en gedragsbehoeften van de papegaai te voldoen, waardoor abnormaal repeterende gedragingen kunnen ontstaan en het welzijn van de papegaai in het geding komt. Daarnaast kunnen ook aspecten uit de vroege leefomgeving (o.a. de manier van grootbrengen) en intrinsieke factoren (bv. karaktereigenschappen en genetische, neurobiologische en neuro-endocriene factoren) een rol spelen bij het ontwikkelen van abnormaal repeterende gedragingen.
Het onderzoek van Yvonne van Zeeland, waar zij in Juni 2013 op promoveerde, heeft als doel om meer kennis en inzicht te verkrijgen in het gedrag en de behoeften van de (verenplukkende) papegaai. Deze kennis kan vervolgens helpen bij het identificeren van mogelijke (intrinstieke en extrinstieke) risicofactoren en het verhelderen van de ontstaanswijze van verenplukken, alsmede het ontwikkelen van preventieve en therapeutische maatregelen voor dit probleem. De studies richten zich daarbij vooral op de Grijze roodstaart papegaai, aangezien dit één van de soorten is waarbij het verenplukken zeer veelvuldig wordt gezien. Resultaten van de onderzoek zijn in de toekomst potentieel ook toepasbaar op andere papegaaisoorten en zullen hopelijk bijdragen tot het verbeteren van het welzijn van deze vogels.
Overige onderzoeken
Naast dit onderzoek is Yvonne ook betrokken bij diverse grotere en kleinere klinisch relevante onderzoeksprojecten op het gebied van vogels en kleine zoogdieren, zoals onderzoek naar het hyperadrenocorticisme (bijniertumoren), bloeddrukmetingen en welzijn bij fretten (promotieonderzoek van Marsha Reijgwart), ontwikkeling en toepassing van larynxmaskers bij het konijn en de cavia (in samenwerking met DocsInnovent) en onderzoek naar vernevelingstechnieken bij vogels.
Onderzoek in samenwerking met de Afdeling Veterinaire Farmacologie, Farmacotherapie en Toxicology en externe partners naar het gebruik van NSAIDs bij vogels.
Promotieonderzoek door Mandy Beekmans naar fysiologische en gedragsmatige effecten van foerageerverrijking bij papegaaien
https://www.avianstudios.com/the-grey-parrot-anatomy-project/
Onderzoek naar preventie van bijniertumoren bij fretten door middel van het gebruik van deslorelin implantaten (chemische castratie) ten aanzien van chirurgische castratie (research led by Nico Schoemaker)
National research project in collaborations with various other institutes (e.g. WUR, RIVM, NVWA, GGD) which aims to develop a one health approach to zoonotic chlamydiosis in humans and birds.
Projectlid WP3 (inventarisatie van prevalentie van psittacose onder gezelschapsvogels en methoden ter diagnostiek van de infectie)
Promotie onderzoek Door Marsha Reijgwart waarin aandacht besteed is aan methoden ter verfijning van onderzoek met fretten. Tijdens het onderzoek is zowel aandacht besteed aan het aanbieden van verrijking als het ontwikkelen van een facial grimace scale voor het herkennen van pijn en ongerief bij fretten
Dit onderzoeksproject, dat onderdeel is van een groter onderzoeksproject naar welzijn bij gezelschapsdieren, richt zich op het identificeren van oorzaken en risicofactoren van verenplukken, een veelvoorkomend gedragsprobleem bij in gevangenschap gehouden papegaaien. Naast het vergroten van kennis van en inzicht in de achtergronden van dit welzijnsprobleem richt het project zich ook op het ontwerpen van preventieve en therapeutische maatregelen om verenplukken tegen te gaan.