Vroeggeboorte is geassocieerd met verschillende problemen, waaronder moeilijkheden met het leren van taal. Het op jonge leeftijd herkennen van vroeggeboren kinderen met een hoog risico op taalproblematiek is zeer uitdagend. Om vooruitgang te boeken, bestudeert dit project (verstoorde) taalontwikkeling met een innovatieve, integratieve aanpak. Gedetailleerde linguïstische foutenprofielen van schoolgaande kinderen die te vroeg geboren zijn, zullen gerelateerd worden aan vroege hersen-, cognitieve en motorische ontwikkeling. De resultaten van deze studie over ontwikkeling van brein naar gedrag zullen verduidelijken waarom kinderen taalproblemen ontwikkelen, wat vroege identificatie en een tijdige start van interventies mogelijk maakt.
Er zijn grote verschillen in woordenschatontwikkeling tussen kinderen. De rol van cognitie daarin is nog niet duidelijk. Kinderen met het 22q11.2 deletie syndroom hebben problemen met woordenschat, en ook met onderliggende cognitieve vaardigheden zoals geheugen en aandacht. Door de samenhang tussen de woordenschatontwikkeling en cognitieve vaardigheden van deze kinderen te onderzoeken en te vergelijken met die van typisch ontwikkelende kinderen, kunnen we meer leren over hoe individuele verschillen ontstaan. Bovendien kunnen de resultaten van dit onderzoek gebruikt worden om de diagnostiek van en interventie voor (symptomen van) het 22q11.2 deletie syndroom te verbeteren.
Het 22q11.2 deletiesyndroom (22q11DS) is een uniek model voor onderzoek naar risico op psychose. Er zijn sterke indicaties dat psychose voorafgegaan wordt door atypische taalkenmerken. Ten behoeve van inzicht in onderliggende mechanismen en vroege identificatie van deze slopende ziekte, bestudeert dit project taal in relatie tot (pre)psychotische symptomen in 22q11DS.
Globally, 10.6% of births worldwide are preterm (<37 weeks of gestation) (Chawanpaiboon et al., 2019), which accounts for 15 million preterm births per year. Preterm born neonates are at risk for short-term and long-term morbidities (e.g., Onofrio et al., 2013; Teune et al., 2011) following disruptions in brain development (e.g., de Kievit et al., 2012; Kwon et al., 2016; Salvan et al., 2017; Woodward et al., 2012). The current project focuses on the language skills of children born preterm. Language is an important and multidimensional higher-order function that relies on the interaction between environmental factors and child-internal processes, such as gene expression, synapse formation, and cognitive mechanisms. Proper brain development early in life is highly important for successful language acquisition (DoY hub ‘1001 critical days’, 2017). Unsurprisingly, many preterm children experience persistent language difficulties (Barre et al., 2011; Van Noort-Van der Spek et al., 2012; Vandormael et al., 2018; Zimmerman, 2017).
Weak language skills impact on subsequent development in other domains with consequences far beyond language. For example, language is crucial for children’s academic and socioemotional development, for successful relationships with family and peers, overall health, wellbeing and work (e.g., Bleses et al., 2016; Longobardi et al., 2016). A better understanding of the language profile of preterm children as well as early precursors of, and mechanisms underlying their language difficulties is therefore necessary. In this project, we will analyze data from a large cohort of extremely preterm children (<28 weeks of gestation) who have been followed from birth until 8.5 years of age.
Op dit moment krijgen veel meertalige kinderen een verkeerde diagnose. Om deze situatie te verbeteren zijn binnen een Europese samenwerking (COST Action IS0804 - Language Impairment in a Multilingual Society: Linguistic patterns and the road to assessment) de LITMUS testen ontwikkeld. In deze usability study ontwikkelen we een online omgeving in samenwerking met logopedisten met als doel de Nederlandse versies van de LITMUS testen toegankelijk te maken voor logopedisten in Nederland.
Dat kinderen gaan praten vinden we heel normaal. Maar wat als het niet vanzelf gaat, als je bijvoorbeeld een ontwikkelingsstoornis hebt? Door de vertraagde taalontwikkeling van kinderen met het 22q11-deletiesyndroom te onderzoeken hopen de onderzoekers beter te begrijpen wat taalontwikkeling mogelijk maakt, waar problemen kunnen ontstaan en hoe we kunnen helpen.
De eerste 1001 dagen in het leven van een kind, vanaf de conceptie tot de tweejarige leeftijd, zijn van essentieel belang voor de ontwikkeling van ons complexe brein. In die periode wordt de hersenstructuur (zoals de verschillende celtypen en de verbindingen tussen de verschillende hersenregio’s) gevormd, die op latere leeftijd bepalend zal zijn voor een scala aan cognitieve vaardigheden. Dit project focust zich op taalontwikkeling als voorbeeld van een belangrijke vaardigheid die afhankelijk is van een goede hersenontwikkeling. Welke invloed hebben prikkels op de taalverwerving (en taalstoornissen) in de eerste 1001 dagen van een mensenleven?
This study investigates relationships between language abilities and cognitive control in bilingual minority children in the Netherlands. The aim is to better understand the cognitive effects of bilingualism and to disentangle effects of bilingualism and Developmental Language Disorder.