Saskia Bultman is opgeleid als anglist en genderhistorica, en is in 2016 gepromoveerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen. 

Haar promotieonderzoek bevond zich op het snijvlak van wetenschapsgeschiedenis, gender en literatuur, en richtte zich op praktijken van identiteitsconstructie bij ‘misdadige’ meisjes in het Nederlandse Rijksopvoedingsgesticht voor meisjes (1905-1975), met pupillendossiers als belangrijkste bron. Aan de hand van de assessmenttechnieken die de staf en de pupillen van het gesticht gebruikten, onderzocht ze de manieren waarop er identiteiten voor de pupillen werden gecreëerd, en ging ze na hoe er aan de hand hiervan een 'innerlijk zelf' voor de pupillen werd geproduceerd, en hoe dat werd ingezet om deze 'misdadige' meisjes te disciplineren. Haar onderzoek richtte zich op life writing (autobiografieën van 'delinquente' meisjes), de geschiedenis van de antropometrie (lichaamsmetingen), de geschiedenis van de psychologie (Rorschach inktvlekkentestrapporten en therapieverslagen) en de geschiedenis van het zelf.

Sinds de start van haar promotieonderzoek in 2010 heeft ze college gegeven over geschiedenis, gender en literatuur aan de universiteiten van Nijmegen en Leiden. Na haar promotieonderzoek heeft ze als postdoc gewerkt in Leiden, en in 2017-2019 werkte ze als docent bij Algemene Cultuurwetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen, waar ze college gaf over literatuur en de geschiedenis van de kunsten.

Als onderzoeker heeft ze de afgelopen jaren gewerkt in diverse wetenschappelijke onderzoeksprojecten en -commissies in opdracht van de overheid: een onderzoeksproject over geweld in de jeugdzorg in Nederland, 1945-2019 (Commissie-de Winter), een studie over LHBT arbeidsdiscriminatie door de Nederlandse overheid, 1945-1971 (Verwey-Jonker Instituut) en, recent, in een onderzoek naar de geschiedenis van afstand en adoptie in Nederland, 1956-1984 (WODC, Verwey-Jonker Instituut).