Industrialization and modern economic growth came comparatively late to the Netherlands. Unlike the political elites of the frontrunners England and Belgium, who pushed for change, those in the Netherlands were supposedly content with the status quo. We explore to what extent this was true by reconstructing the composition of the wealth holdings at death of the Dutch political elite between 1780 and 1920. We analyze the financial results of these investments and we perform an in-depth analysis of investment in agriculture, a sector which changed dramatically during the century under consideration, first through elites resuming active management of their landed estates, then through outside competition forcing change and the adoption of new cultivation methods.
Iedereen kent het begrip poldermodel. Het duidt een naoorlogse institutionele structuur aan die typisch voor Nederland zou zijn en die gekenmerkt wordt door een geest van vreedzaam overleg gericht op consensus. Hoofdolspelers daarbij zijn de sociale partners en de overheid. Een geroemd resultaat is het ‘Akkoord van Wassenaar’, maar het overlegmodel heeft ook veel kritiek ontvangen. Een belangrijk onderwerp van overleg was het pensioenstelsel. Dit project betreft een onderzoek naar het debat tussen sociale partners en de overheid en de effecten daarvan voor de ontwikkeling en de werking van dat stelsel. Het onderzoek wijst uit dat het debat soms moeizaam verliep, dat er geen consensus werd bereikt en dat het de ontwikkelingen vertraagde. Toch heeft Nederland nu een van de beste pensioenstelsels ter wereld….
Dit deeltijd onderzoek gaat onder meer over de effecten van de Deltawerken op de regionale economie. Wat waren de gevolgen voor de regionale bedrijvigheid op lange termijn nadat deze enorme waterkeringen, die samen een kleine 5 miljard euro (huidig prijspeil) gekost hebben, gereed waren? Welke baten stonden hier tegenover? Wat leverden de Deltawerken economisch gezien voor Zuidwest-Nederland op? Anders gezegd: welk profijt had dit gebied van deze enorme overheidsinvestering? Wie deze vraag stelt, moet echter ook de effecten van andere investeringen van rijkswege in de regio in ogenschouw nemen, omdat die niet los van elkaar gezien kunnen worden. Het onderzoek maakt deel uit van het Project 60 jaar Deltawerken, waaraan ook andere onderzoekers werken, die zich met andere onderwerpen bezighouden
Betreft een deeltijd onderzoek naar de economische geschiedenis van provincie Noord-Brabant vanaf de vroegmoderne tijd, toen deze provincie nog Generaliteitsland was en in feite bezet gebied, tot 2010, toen Noord-Brabant al ruim twee eeuwen een belangrijke provincie van Nederland was. Het onderzoek heeft geresulteerd in een artikel, waarin een nieuwe visie wordt gepresenteerd op de economische ontwikkeling van de provincie. Het onderzoek is gedaan in het kader van het project Het Nieuwste Brabant, een initiatief van prof. dr. Wim van de Donk, Commissaris van de Koning van de provincie.
Wat is nu precies waar van de veronderstelling dat het Nederlandse poldermodel teruggaat op het waterbeheer in middeleeuwen en vroegmoderne tijd? Heeft de noodzaak tot intensieve samenwerking om wateroverlast in het lage, natte land te voorkomen geleid tot een cultuur van consensus, compromissen, inspraak en overleg? Het onderzoek wordt geplaatst in het veel grotere debat over de functie van corporatieve instellingen in het creëren van een welvarende samenleving. De Nederlandse waterschappen worden gebruikt als een micro laboratorium om te zien of het waterbeheer inderdaad gunstig beïnvloed werd door grotere betrokkenheid van de belanghebbenden. Daartoe worden vergelijkingen gemaakt met het waterbeheer elders in het Noordzeegebied (Vlaanderen, Duitsland en Engeland).
Het project is een samenwerking van het Huygens ING, de Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit.
Dit project behelst een vierdelige beschrijving (ca. 1400 pp) van de geschiedenis van Zeeland van prehistorie tot nu. Dat is gebeurd volgens een geheel nieuw en origineel concept: de Matrix van de Geschiedenis van Zeeland (zie publicaties). Die matrix wordt gevormd door zes thema's en zes invalshoeken, die de vier delen samenhang en wetenschappelijke diepgang geven, terwijl met de matrix ook de toegankelijkheid van de boeken, die bestemd zijn voor een breed publiek, is vergroot. Er hebben ongeveer twintig auteurs aan dit project meegewerkt.
How did the Netherlands change when its cities began to decline in the eighteenth century? That is the central question addressed in this project, that started by focusing on the province of Zeeland, analyzing the de-urbanization process from three perspectives: economic, political and cultural. The project has resulted in three books about these three themes and a synthese presenting a new de-urbanization model and a new vision on Dutch history emphasizing the rural face of the Dutch past in the formative period around 1800.