Huidig onderzoek: Autisme en cultuur
Het meeste onderzoek naar autisme wordt uitgevoerd in westerse landen. Het is onduidelijk of deze bevindingen kunnen worden gegeneraliseerd naar andere landen en culturen, en of westerse screeningvragenlijsten en hun normen kunnen worden gebruikt in andere landen en culturen. Er kunnen belangrijke culturele verschillen zijn in de interpretatie en expressie van autistische trekken. Wat denken/voelen mensen bijvoorbeeld met betrekking tot autistische trekken? Hoe wordt autisme gediagnosticeerd in verschillende culturen? Zijn er verschillen in de uiting van autistische trekken in verschillende culturen of landen? Is er meer stigma in bepaalde landen en culturen dan in andere?
In mijn huidige onderzoek richt ik me op mogelijke culturele verschillen in de interpretatie van autistische trekken, houding ten opzichte van autisme en stress bij ouders van kinderen met autisme (samen met promovendus Omidreza Fani van de Universiteit van Nottingham, Maleisië). Bovendien onderzoek ik de invloed van taal op autisme screeners, en de relatie tussen meertaligheid en executieve functies bij autisme (samen met promovendus Wee Shin Ying van de University of Nottingham Malaysia). Daarnaast ben ik geïnteresseerd in verschillen in opvoedingsstijlen tussen culturen en mogelijke invloeden op de ontwikkeling en hechting van kinderen.
Eerder onderzoek
Mijn promotieonderzoek richtte zich op executieve functies (EF's) bij kinderen met een autismespectrumstoornis (ASC). Ik bestudeerde met welke EF's kinderen met ASS moeilijkheden ervaren in, en de relatie tussen EF's zoals gemeten op taken met EF's in het dagelijks leven. Bovendien heb ik met een gerandomiseerde gecontroleerde trial onderzocht of werkgeheugen en cognitieve flexibiliteit kunnen worden verbeterd met een EF-trainingsgame (Braingame Brian). Hoewel alle kinderen verbeterden in EF's, was er geen verschil tussen kinderen die werden getraind (in werkgeheugen of cognitieve flexibiliteit) en kinderen die de controletraining (placebo) kregen.
Tijdens mijn postdoctoraal onderzoek heb ik me gericht op neuropsychologische gevolgen van verschillende ziektes bij kinderen, zoals hersentumoren en sikkelcelziekte. Kinderen die een hersentumor hebben gehad, ervaren meer/andere cognitieve problemen op termijn, doordat de aangetaste hersengebieden zich mogelijk anders ontwikkelen. Screening op neuropsychologische gevolgen om een vinger aan de pols te houden is daarom van groot belang. We onderzochten of screening met een vragenlijst (Pediatric Perceived Cognitive Functioning itembank; PedsPCF) voorafgaand aan uitgebreid neuropsychologisch onderzoek informatief zou zijn. Een belangrijke bevinding was het gebrek aan verband tussen neuropsychologische taken en vragenlijsten.
In Maleisië onderzocht ik met (toen promovenda) Dr Safira Abu Bakar of er culturele verschillen waren in aan autisme gerelateerde cognitie/gedrag zoals gemeten met het autismespectrumquotiënt (sociale communicatie, flexibiliteit, verbeeldingskracht/creativiteit en aandacht voor details). Bovendien heb ik me gericht op de relatie tussen muziek, autistische kenmerken en executieve functies, met promovendus Keith Chee Zhong Jian.