Na mijn middelbare school (HBS-A) in Vlaardingen ben ik Frans en Nederlands gaan studeren aan de Universiteit van Groningen, en behaalde mijn doctoraal in deze vakken in 1972. Daarna was ik twee jaar leraar Nederlands aan het Oosterlicht College in Utrecht. In 1976 kreeg ik een promotiebaan aan het Instituut voor Algemene Literatuurwetenschap in Nijmegen. Daar promoveerde ik in 1986 op een proefschrift over de metaforiek in 'Les Rougon-Macquart'van Emile Zola. In 1988 werd ik benoemd tot hoogleraar Moderne Letterkunde aan de Universiteit van Utrecht.

Mijn onderzoek bestrijkt het brede terrein van de Westerse literatuur, maar met een zwaartepunt in de moderne Franse letterkunde. Daarnaast schrijf ik graag essays en vertaal ik Franse literatuur uit diverse periodes. Ik neem ook deel aan grotere onderzoeksprojecten, zoals het NWO-project 'De Nederlandse literatuur in Europese context', als redacteur van het ijkpunt 1900. De Engelse vertaling van de studie die ik samen met historicus Jan Bank heb geschreven: '1900, The Age of Bourgeois Culture', is net verschenen. Andere projecten zijn het Van Gogh-brievenproject (kritische uitgave van de brieven van Vincent van Gogh - een groot deel daarvan schreef Vincent in het Frans); de reeks 'Literatuur in Hoofdlijnen', waarvoor ik het deel 'Moderne Franse Literatuur 1850-2000' schreef, samen met Els Jongeneel, en het Montaigne-project, dat zojuist is afgesloten met de complete vertaling van de 'Essais' in de vertaling van Hans van Pinxteren.

Onderzoek behelst ook begeleiding van dissertaties. Ik begeleid een groep promovendi, die door de jaren heen steeds zo'n tien man groot is. Mensen die een proefschrift willen schrijven sluiten zich aan bij de groep, en ze zij verlaten die weer als ze promoveren, of (wat ook wel eens voorkomt) als ze zien dat de opgave te zwaar is. Twaalf kandidaten zijn inmiddels gepromoveerd; drie leggen op dit moment de laatste hand aan hun manuscript.

In mijn onderwijs probeer ik het gebied van de moderne Franse literatuur zo goed mogelijk aan de orde te stellen. Dat moet steeds compacter, gezien de beperkingen van het onderwijsprogramma. Vooral de oudere letterkunde, die ook tot mijn vakgebied behoort, is een onderwerp van zorg.

Leeropdracht
Moderne letterkunde, i.h.b. de Franse