Forests and Trees: the Formal Semantics of Collective Categorization (ROCKY) is an ERC Advanced Grant project that is carried out at the Utrecht Institute of Linguistics OTS. This project aims to develop a novel theory on the linguistic ability to conceptualize collections, applied to a wide range of empirical phenomena and interdisciplinary challenges in computational semantics and comparative linguistics, benefiting from the recent synergy between linguistics and the psychology of concepts.
Lidwoorden zijn zulk frequent voorkomende woorden en schijnbaar zo betekenisloos dat ze door niet-taalkundigen makkelijk over het hoofd worden gezien. In de taalkunde spelen ze echter een belangrijke rol. ‘Kale’ nomina, d.w.z. nominale constituenten zonder lidwoord vinden we in het Nederlands wel met meervouden (appels eten) of met niet-telbare nomina (melk drinken), maar over het algemeen niet met telbare enkelvouden (*boek kopen). Er bestaat een uitgebreide taalkundige literatuur over lidwoorden en kale meervouden, maar deze spreekt niet over ‘uitzonderlijke’ constructies als in de gevangenis, televisie kijken, op school, dokter zijn. Hier worden nomina niet gebruikt om ‘simpel’ te verwijzen (ik zie een/de student), maar om eigenschappen, typen, conventionele situaties, e.d. te beschrijven. Het gebruik van lidwoorden zelf in deze constructies is vaak variabel binnen een en dezelfde taal (televisie kijken vs. naar de radio luisteren), maar ook tussen talen (dokter zijn vs. be a doctor, in de gevangenis vs. in jail, Engels). Dit project werkt drie complementaire vragen uit met betrekking tot de distributie en betekenis van zwak referentiële nomina:
(i) Zwak referentiële nomina: lexicon en constructies. Onderzoek naar klassen nomina en constructies met zwak referentiële betekenissen.
(ii) Zwak referentiële nomina: betekenis en begrip. Experimenteel onderzoek naar de manier waarop zwak referentiële nomina worden begrepen.
(iii) Cross-linguistische distribution van zwak referentiële nomina: Corpus onderzoek in verschillende talen en parallele corpora (Engels, Germaans, Romaans) leveren de data die de projecten (i) en (ii) empirisch onderbouwen, en bieden generalizaties die natuurlijke taalverwerking, automatisch vertalen, en informatie extractie kunnen ondersteunen.
Meer informatie op: http://www.hum.uu.nl/medewerkers/b.s.w.lebruyn/weakreferentiality/
Dit project was een samenwerkingsverband tussen de universiteiten van Groningen (Petra Hendriks), Nijmegen (Helen de Hoop) en Utrecht (Henriette de Swart). Het stelde zich ten doel om semantisch onderzoek in Optimaliteitstheorie verder te ontwikkelen op basis van Hendriks & de Hoop (2001) en de Hoop & de Swart (2000). Het heeft uiteindelijk geleid tot een brede reeks toepassingen van bidirectionele optimaliteitstheorie van lexicon tot discourse, met implicaties voor de syntaxis-semantiek interface, typologie, taalverwerving, en een nieuw perspectief op taal in hogere cognitie, zoals uitgewerkt in Hendriks, Kramer, de Hoop, de Swart & Zwarts (2010).