Mijn visie op onderwijs
Ik vind het belangrijk om de relevantie van onderwijs voor de toekomstige beroepsuitoefening helder te krijgen. Hierbij moet zowel de gezonde situatie en de normale fysiologie en de zieke en afwijkende fysiologie belicht worden. Door het geven van concrete praktijkvoorbeelden zal noodzakelijke maar mogelijk wat droge leerstof beter over te brengen zijn op studenten en zullen de studenten ook geënthousiasmeerd worden om zelf actief met de leerstof aan de slag te gaan.
Als docent bij de faculteit diergeneeskunde is het van belang aansluiting te vinden en inzicht te krijgen in de opleiding en het vak diergeneeskunde. Als neurobioloog afkomstig uit het biomedische vakgebied is dit voor mij van bijzonder belang. Ik streef er naar om in de komende jaren mijn onderwijs beter te laten aansluiten bij de praktijk van de dierenarts. Enerzijds zal ik dit bewerkstelligen door de toepassing van het onderwijs voor de diergeneeskundige praktijk te verduidelijken, onder meer aan de hand van neurologische ziektebeelden vanuit de diergeneeskundige praktijk - hiervoor zal ik meer contact zoeken met bijvoorbeeld neurologen binnen de faculteit.
Bovendien ben ik ook op onderzoeksgebied bezig om concrete samenwerkingsprojecten op te starten met collega’s binnen de faculteit. Voorbeelden hiervan zijn (a) een onderzoek naar pijnperceptie waarin ik al participeer, (b) een onderzoek naar chronische stress bij wild life waarin ik al participeer en (c) plannen voor onderzoek naar obesitas bij gezelschapsdieren. Vanuit deze onderzoeken zal ik ook beter in staat zijn om de relevantie van neurobiologisch onderzoek voor de diergeneeskundige praktijk te illustreren en toe te lichten. Anderzijds zal ik ook meer inzicht proberen te verkrijgen in het grotere plaatje van de diergeneeskunde opleiding.
Daarnaast vind ik altijd erg belangrijk als docent/onderzoeker om in het onderwijs steeds ook het actuele (eigen) onderzoek te betrekken. Juist door zelf verbanden te leggen tussen onderwijs en onderzoek geef je de studenten de state-of-the-art van je eigen vakgebied mee. Deze benadering draagt naar mijn mening bij aan academische ontwikkeling en wetenschappelijke vorming van de studenten en biedt verdieping van de leerstof en is een wijze van onderwijs via welke je studenten kan prikkelen en enthousiasmeren – mits de docent een bevlogen onderzoeker is zoals ik zelf ben. Door meer te participeren in diergeneeskundig onderzoek kan ik via mijn onderzoek ook meer aansluiten bij de interesses en academische ontwikkeling van diergeneeskunde studenten.
Een derde punt dat ik van groot belang vind in mijn onderwijs is het creëren van een stimulerend en positief studieklimaat. Persoonlijk contact, het betrekken van actueel onderzoek en praktijkvoorbeelden maar ook een combinatie van onderwijsvormen is iets wat ik altijd toepas in mijn onderwijs en wat ik ook terugkrijg van de studenten. Ik ben ervan overtuigd dat dit bijdraagt aan actieve verwerking van de leerstof en dat dit bijdraagt aan een stimulerend studieklimaat.