Frank Wijnen is hoogleraar Psycholinguïstiek bij het departement Talen, Literatuur en Communicatie van de faculteit Geesteswetenschappen.
Hoe leert een jong kind een taal?
Frank Wijnen is een psycholinguïst met een speciale interesse in taalverwerving en ontwikkelingsstoornissen. Het werk in zijn groep draait om de (neuro)cognitieve onderbouwing van de verwerving van taal bij zeer jonge kinderen. De vraag waar hij het meest in geïnteresseerd is, is hoe algemene cognitieve mechanismen en processen (aandacht, leren, geheugen) bijdragen aan het ontstaan van de categorieën en regels van grammatica en fonologie (klankstructuur). Door deze vraag aan te pakken, kunnen we een dieper begrip krijgen van hoe taal, als een uniek product van de menselijke geest, werkt en voortbouwt op andere cognitieve capaciteiten.
Focus op statistisch leren
Een van de mechanismen die de Wijnen-groep onder de loep neemt, is statistisch leren, het proces waarbij organismen statistische patronen extraheren uit in tijd of de ruimte geordende reeksen van prikkels en gebeurtenissen. Uit eerder onderzoek is gebleken dat statistisch leren een rol speelt in de constructie van het fonologisch systeem en grammatica. De experimenten in Wijnen’s groep concentreren zich op de vraag hoe kinderen overgaan van het detecteren en opslaan van stimulusgebonden patronen naar generalisatie en het begrijpen van abstracte regels. De groep kijkt ook naar vertraagde en verstoorde taalverwerving, met name bij kinderen met een verhoogd risico op dyslexie en kinderen met een specifieke taalstoornis. De hypothese daarbij is dat statistisch leren niet goed functioneert in deze populaties. Dit werk heeft recent tot een nieuwe lijn van onderzoek geleid waarin getracht wordt latere dyslexie te voorspellen op basis van vroege taalverwervingspatronen.