Als promovendus bij het departement Geschiedenis en Kunstgeschiedenis richt mijn huidige onderzoek zich op de manier waarop de Romeinse limes (de voormalige grens van het Romeinse Rijk) werd verbeeld en ingezet in processen van 'bordering, ordering, and othering' binnen diverse Europese gemeenschappen in de negentiende en vroege twintigste eeuw (ca. 1815-1945). Dit project onderzoekt de complexe wisselwerking tussen politieke ontwikkelingen, culturele idealen en de constructie van historisch besef rondom deze oude grens. Het promotieonderzoek maakt deel uit van het NWO-gefinancierde project ‘Constructing the Limes’. Neem vooral een kijkje op onze website https://c-limes.nl/. 

Mijn fascinatie voor de constructie van grenzen en betekenisggeving in het verleden vormt de basis voor mijn bredere onderzoeksinteresse. Ik onderzoek hoe kennis (of het nu gaat om historisch besef, wetenschappelijke claims of maatschappelijke overtuigingen) tot stand komt, circuleert en soms controversieel wordt. Hierbij heb ik bijzondere aandacht voor de rol van vaak 'onzichtbare' factoren, zoals de materiële omstandigheden en de fysieke arbeid die kennisproductie mogelijk maken. Denk bijvoorbeeld aan archeologisch veldwerk, maar ook de invloed van emoties op kennisontwikkeling en acceptatie.

Deze interesse in de dynamiek tussen kennis, emotie en maatschappelijke context komt ook naar voren in mijn eerdere werk. Mijn masterscriptie "Dreaming of Home", bekroond met de Johanna Naberprijs 2021, analyseerde bijvoorbeeld via een neurohistorische benadering de dromen van Britse krijgsgevangenen in de Tweede Wereldoorlog om hun ervaringen met trauma, mannelijkheid en ontheemding bloot te leggen.

Voortbouwend op deze thema's, richt mijn toekomstige onderzoek zich op het snijvlak van Science and Technology Studies (STS), wetenschapsantropologie, kennisgeschiedenis en emotiegeschiedenis. Ik ben geïnteresseerd in thema’s als:

• De sociale en materiële processen achter de productie en circulatie van kennis (zowel binnen de wetenschap als in de bredere samenleving, inclusief de dynamiek van bijvoorbeeld complottheorieën.
• De rol van 'onzichtbare arbeid' en gemarginaliseerde groepen in de geschiedenis van wetenschap.
• De invloed van emoties, affect en lichamelijkheid op kennisverwerving, identiteitsvorming en historische ervaringen.

• Banale verhoudingen en praktijken die van invloed zijn op kennisproductie, zowel historisch als hedendaags

   

Mijn methodologische benadering kenmerkt zich door een sterke verankering in archiefonderzoek. Ik werk graag 'bottom-up': vanuit de empirische rijkdom en de nuances van primaire bronnen ontwikkel ik theoretische inzichten, in plaats van theorieën top-down op het materiaal toe te passen. Ik sta daarbij open voor interdisciplinaire benaderingen die helpen om de complexiteit van het verleden en de menselijke ervaring te doorgronden.

Achtergrond

Voorafgaand aan mijn promotietraject heb ik gedoceerd aan de Faculty of Arts and Social Sciences (FASOS) van de Universiteit Maastricht. Mijn academische vorming omvat een propedeuse Geschiedenis aan de Hogeschool Utrecht, gevolgd door een Bachelor en een Research Master Geschiedenis aan de Universiteit Utrecht, waar ik cum laude afstudeerde.