Studieprogramma
SUMMA bestaat uit vijf lijnen: Kennis, Klinisch Redeneren, Klinisch Handelen, Wetenschap en Professionele Ontwikkeling. Samen geven ze je alle competenties om een goede basisarts en klinisch onderzoeker te kunnen worden.
Studieopbouw
In het eerste en tweede jaar van SUMMA volg je blokken van de lijn Kennis. Hier staat verwerving van kennis en inzicht centraal. Hiernaast train je klinisch redeneren in de lijn Klinisch Denken, en doe je praktische vaardigheden op in vakken en studentenpoli’s van de lijn Klinisch Handelen. In de lijn Wetenschap wordt de basis gelegd om later tijdens SUMMA zelfstandig onderzoek uit te voeren.
Het derde en vierde jaar worden deels gevuld door verdere training en toepassing van je vaardigheden in de coschappen, welke voor een groot deel plaatsvinden in het Teaching Hospital in Apeldoorn. Daarnaast ga je in de lijn Wetenschap zelf klinisch-wetenschappelijk onderzoek uitvoeren.
Verdiepingsonderwijs
Een aantal vakken binnen het SUMMA-curriculum kent verdiepingsonderwijs. Hierbij kan worden gekozen voor biomedisch of technisch verdiepingsonderwijs. Ten aanzien van het volgen van technisch verdiepingsonderwijs geldt het volgende:
- Het technisch verdiepingsonderwijs van de lijn Kennis (de blokken Anatomie, Cardio Vasculair Systeem, Nefrologie, Steun & Bewegings Stelsel en Zenuwstelsel) wordt opengesteld voor alle studenten die geselecteerd zijn voor SUMMA. Dus ook voor degenen die geen wiskunde of natuurkunde hebben gehad in hun bachelorfase.
- Studenten kunnen per vak kiezen of ze meedoen met het technische onderwijs of het biomedische onderwijs.
- Studenten zorgen zelf dat ze voldoende kennis hebben om aan het technisch verdiepingsonderwijs mee te doen, bijvoorbeeld door een bachelorvak te volgen of door zelfstudie. Dat is de verantwoordelijkheid van de studenten.
- Per blok van de lijn Kennis wordt omschreven wat de benodigde wiskunde en/of natuurkunde voorkennis is waar op voortgebouwd wordt tijdens het technische onderwijs.
- Het technische verdiepingsonderwijs van de kennisblokken bouwt niet voort op techonderwijs uit voorgaande blokken, maar is per afzonderlijk vak te volgen.
- Naast technisch verdiepingsonderwijs in de kennisvakken kan ook het wetenschappelijk onderwijs in overleg met de begeleider op het gebied van een technisch onderwerp worden gevolgd. Met de begeleider wordt dan besproken welke wiskunde en natuurkunde voorkennis daar voor nodig is.
Cursussen SUMMA
Onderwijsvormen
- Werkgroep (WG). Deze bijeenkomst met een docent-begeleider is bedoeld voor het uitwisselen van informatie, discussiëren over problemen, formuleren van vragen en onduidelijkheden, presenteren van opdrachten etc.
- Meet the expert bijeenkomst (MTE). MTE’s bieden een mogelijkheid voor studenten om vragen te stellen aan inhoudsdeskundige docenten, bijvoorbeeld over leerstof die nog niet begrepen wordt.
- Werkcollege (WC). Interactieve werkcolleges vormen een docentgestuurde werkvorm, waarbij in een collegezaal aan 40 studenten college wordt gegeven door een inhoudsdeskundige docent.
- Practicum (PR). Het practicum is een actieve werkvorm waarbij studenten zelf aan de slag gaan en oefenen met de leerstof.
Groepsgrootte
In de werkgroepen hebben 8 - 10 studenten tegelijkertijd les. De interactieve werkcolleges zijn een heel cohort (40 studenten). In de studentenpolis, coschappen en onderzoekspraktijken werk je zelfstandig of in kleine groepen samen.
Examenvormen
- Schriftelijke toetsen
- (wetenschappelijke) Onderzoeksverslagen
- Praktijktoetsen
- Beoordelingen van praktijkwerk
In jaar 1 en 2 lopen alle vijf de lijnen parallel. De kennisblokken vormen de basis met daarnaast meer toepassingsgerichte vakken om je voor te bereiden op de klinische en wetenschappelijke praktijk in jaar 3 en 4.
In jaar 3 en 4 volg je coschappen, en (wetenschappelijke) stages die een brug slaan naar de vervolgopleidingen.
Zoek je extra uitdaging?
Voor studenten die naast hun master een extra uitdaging zoeken biedt de Universiteit Utrecht diverse honoursprogramma’s aan. Honoursonderwijs gaat verder waar je masterprogramma ophoudt. Honoursprogramma’s zijn er zowel op facultair als op universiteitsbreed niveau en geven je de kans om dieper op stof in te gaan, of juist naar vraagstukken te kijken die buiten jouw specialisatie vallen. Je volgt honoursonderwijs naast je gewone opleiding.