Waarom we vaak te zwart-witdenken over de toekomst van mens en robot
Robotisering leidt niet automatisch tot werkuitkering

Nieuwe technologieën zoals robots zullen onze werkzaamheden blijvend veranderen, maar er niet voor zorgen dat we massaal onze banen kwijtraken. Hoogleraar arbeidseconomie Anna Salomons (Utrecht University School of Economics) legt in het Algemeen Dagblad uit hoe robots gaandeweg onze wereld binnentreden.
Van dronepiloot tot Uberchauffeur
De vriendelijke ‘welkomstrobot’ van de bloedbank in Kanaleneiland, bedieningsrobots Bella en Billy in een restaurant in Leidsche Rijn en de logistieke robots op de sterilisatieafdeling van het UMC Utrecht: grote kans dat de gemiddelde Utrechter er in zijn leven een is tegengekomen. Hoewel deze robots ogenschijnlijk veel monnikenwerk uit handen nemen, heerst er bij een groot aantal mensen angst dat we door de opkomst van dergelijke nieuwe technologieën langzamerhand ons werk zullen verliezen.
Volgens Salomons, die zich al jaren verdiept in nieuwe technologie, is deze bezorgdheid niet nodig: Alles wat een mens doet in een dagelijkse baan is nog maar heel beperkt vervangbaar door een robot. Alleen in de autosector zien we dat heel sterk. Dat robots onze banen innemen, dat is niet hoe je de nieuwe technologie moet zien.
Salomons stelt dat er al sinds de jaren ‘40 juist veel nieuwe banen ontstaan door de technologische ontwikkelingen. Denk aan een cybersecurityexpert, een dronepiloot, iemand die artificiële intelligentie analyseert, maar ook aan een vliegtuigengineer, Uberchauffeur of computertechneut,
illustreert Salomons.
Creatief werk moeilijk vervangbaar
Een andere misvatting is volgens Salomons dat robots en algoritmes vooral het werkveld van praktisch opgeleiden zouden overnemen. Dat klopt helemaal niet. Babysitten, haren knippen, schoonmaken: het mogen misschien taken zijn waarvoor weinig opleiding nodig is, voor een robot is zoiets héél erg complex. Dat geldt ook voor de banen voor academisch opgeleiden: creatief werk of banen die veel denkwerk vereisen zijn niet makkelijk vervangbaar door robots,
aldus Salomons. Banen die wel kunnen worden overgenomen komen volgens Salomons vooral voor in het ‘middensegment’: Veel administratief werk dat vroeger door een secretaresse werd gedaan, is geautomatiseerd. Net als banen in de bankensector of het verzekeringswezen, zoals het werk wat een gemiddeld opgeleide adviseur doet. Dat soort werk is tegenwoordig vaak in algoritmes gevat.
Mensen denken vaak heel zwart-wit: wat als ik een baan heb, er een robot komt binnenwandelen en de boel van me overneemt? Maar in de praktijk werkt dat dus helemaal niet zo.
Naast de autonoom opererende robot, zijn er veel robots die samenwerken met mensen. Deze zogeheten "cobots" zijn te vinden in het ziekenhuis als chirurgierobots, in restaurants en bijvoorbeeld als 'nephondjes' die voor gezelschap zorgen. Ondanks deze toepassingen is er volgens Salomons veel onbegrip omdat mensen niet altijd snappen wat voor plek robots zullen innemen in de toekomst: Mensen denken vaak heel zwart-wit: wat als ik een baan heb, er een robot komt binnenwandelen en de boel van me overneemt? Maar in de praktijk werkt dat dus helemaal niet zo. Er komt een robot of algoritme waardoor jij gaat werken met een nieuwe technologie, weer nieuwe dingen leert en andere taken kan doen.
Chirurg of uitlaatservice
Dat in Nederland een stuk gekker wordt opgekeken van robots dan in een land als Japan – waar robots veelvuldiger worden ingezet – komt volgens Salomons mede door deze angst voor het onbekende. Op plekken waar mensen in het dagelijks leven meer worden geconfronteerd met nieuwe technologie, schrikken ze – vanzelfsprekend – minder snel van dingen. De Europese Unie doet vaak bevragingen over dit soort onderwerpen. Hoe zou je het vinden als een robot jou opereert, of je hond uitlaat? […] Het zou je verbazen, maar zich laten opereren door een robot vinden mensen een stuk minder erg dan de gedachte dat een robot hun hond uitlaat,
stelt Salomons.