Verdroging in Brabant - een Europeesrechtelijk perspectief
Professor Marleen van Rijswick onderzocht de grenzen aan grondwateronttrekking

Recente artikelen in Brabants Dagblad en op Waterforum vestigen de aandacht op het in juni 2021 uitgebrachte rapport 'Verdroging in Brabant -
Een Europeesrechtelijk Perspectief'. De auteurs, onder wie Marleen van Rijswick (hoogleraar waterrecht aan de Universiteit Utrecht), onderzochten of de provincie Noord-Brabant de verdrogingsproblematiek, met name de overmatige grondwateronttrekking, wel doortastend genoeg aanpakt. Is het beleid in overeenstemming met Europese natuur- en klimaatwetgeving? De provincie lijkt te mikken op een inspanningsverplichting voor de lange termijn. Maar er is een wettelijke resultaatsverplichting op korte termijn (namelijk 'gisteren'). De tijd dringt om te komen tot een werkelijke afweging van belangen, voordat de rechter ook hier zal ingrijpen, zoals in het stikstofdossier.
Dorstige natuur
Naast Marleen van Rijswick, werkten ook Kees Bastmeijer en Jonathan Verschuuren van Tilburg University aan het rapport in opdracht van verenigde Brabantse natuurorganisaties. Startpunt vormt een recent onderzoek door Deltares e.a. (‘Onderzoek watervraag natuur 2020’) waaruit bleek dat er een aanzienlijke onbalans tussen aanvulling en onttrekking van grondwater is, en dat aan de ecologische ‘watervraag’ van de Brabantse natuur niet wordt voldaan.
Tegen deze achtergrond hebben de drie juristen de verdrogingsbestrijding in Noord-Brabant afgezet tegen juridische verplichtingen en toetsingskaders van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen en de Kaderrichtlijn Water (KRW). Zij bekeken of provincie en waterschappen aan die EU-rechtelijke verplichtingen en verboden voldoen, en welke consequenties dit kan hebben voor de praktijk van grondwateronttrekkingen (met of zonder vergunning).
'Verslechteringsverbod' en 'redelijke twijfel'
Er blijkt veel spanning te bestaan tussen de huidige provinciale beleidsmaatregelen en de geldende Europeesrechtelijke verplichtingen, en die spanning zal mogelijk verder toenemen. Zo kent de Habitatrichtlijn een strikt 'verslechteringsverbod' (artikel 6, lid 2) waarmee de huidige situatie duidelijk in strijd is. Het verslechteringsverbod betekent namelijk dat elke 'redelijke wetenschappelijke twijfel' over significante (negatieve) gevolgen moet worden uitgesloten. Het is volgens de auteurs noodzaak om de beheerplannen voor onze Natura 2000-gebieden op dit punt streng te toetsen.
Diezelfde 'redelijke wetenschappelijke twijfel' (artikel 6, lid 3) biedt volgens jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie voldoende grond om paal en perk te stellen aan 'beregeningen' waarvoor je momenteel geen vergunning nodig hebt. Een probleem is namelijk dat aan de totale vergunningsvrije grondwateronttrekking nu geen maximum is gesteld, waardoor deze in de afgelopen droge jaren bijna kon verdrievoudigen.
De overheid lijkt op dit moment beperkte grip te hebben op de totale omvang van de grondwateronttrekkingen... Het is waarschijnlijk dat bestaande en nieuwe onttrekkingen onderwerp gaan worden van juridische geschillen
Afdoende maatregelen? Urgentie ontbreekt
Uiterlijk in 2027 moeten onttrekking en aanvulling van grondwater in balans zijn, zo staat in het Ontwerp Regionaal Water en Bodem Programma 2022- 2027 (RWP) van de Provincie Noord-Brabant. Maar dit spoort niet met het Europese verslechteringsverbod dat behoud van de huidige situatie als norm stelt. Voorts wekt het RWP de indruk dat de provincie de doelen voor 2027 (en zelfs 2050) als inspanningsverplichting ziet, terwijl veel EU-rechtelijke verplichtingen resultaatsverplichtingen zijn. Kortom, de urgentie ontbreekt. Ook leunt de provincie bij de uitvoering van het beleid teveel op de medewerking van maatschappelijke partners, hetgeen de auteurs verbaast en zorgen baart over de effectiviteit en het tijdig bereiken van doelstellingen.
Juridisch touwtrekken
Volgens de auteurs is het waarschijnlijk dat bestaande en nieuwe wateronttrekkingen (zowel vergunningsplichtige als vergunningsvrije beregeningen) onderwerp gaan worden van juridische geschillen. De kans dat de grondwaterwinning in strijd wordt geoordeeld met de in het rapport beschreven eisen achten zij reëel. Op korte termijn vooral vanwege de verslechteringsverboden van het Natura 2000-regime en de KRW, en vanwege het Natura 2000-toetsingskader voor nieuwe plannen en projecten. In de toekomst mogelijk ook vanwege het in gevaar komen van de KRW-doelstellingen voor grondwater voor 2027.
Nu ingrijpen
De KRW vereist namelijk het halen van een aantal doelstellingen in uiterlijk 2027. Daarbij gaat het onder meer om het realiseren van een goede grondwatertoestand, waarbij gewaarborgd is dat de aanvulling en benutting van grondwater in balans zijn. Het 'Onderzoek watervraag natuur 2020' maakte echter al helder dat deze balans in Brabant nog lang niet is bereikt. En voor schending van de Habitatrichtlijn hoeft alleen te worden aangetoond dat het waarschijnlijk is dat een activiteit significante negatieve gevolgen heeft voor de natuur (of daarin levende beschermde soorten) in een Natura2000-gebied. Dit betekent dat er urgentie bestaat om per direct verslechtering tegen te gaan en de toenemende onbalans tussen aanvulling en gebruik van grondwaterreserves te stoppen
Het rapport getiteld 'Verdroging in Brabant, een Europeesrechtelijk Perspectief - een onderzoek in opdracht van de Brabantse Milieufederatie, Het Brabants Landschap, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, uitgevoerd door Tilburg University en Universiteit Utrecht' verscheen in juni 2021
Recente aandacht voor het rapport in Brabants Dagblad (10 september 2021) en op Waterforum.net (16 september 2021)