Spel- en taalfouten moeten kunnen, maar niet overal

Spellingstest © iStockphoto.com/Lamaip
© iStockphoto.com/Lamaip

Moeten we minder streng zijn op spel- en taalfouten, om zo de samenleving toegankelijker te maken? Universitair hoofddocent Taalkunde Jacomine Nortier stelt in de Kanttekening dat we bij het hanteren van regels voor taalgebruik onderscheid moeten maken tussen verschillende taalgenres.

Wisselende normen

De normen die gelden voor taalgebruik zijn niet in elk genre van taal even streng. Informatieve teksten moeten volgens Nortier foutloos zijn. “Ik kan websites die vol spelfouten staan niet serieus nemen. Ik vind dat daar best wel strenge normen voor mogen gelden.” Ook als universiteit mag je volgens haar de norm van foutloos taalgebruik hanteren. Maar voor andere genres gelden weer andere regels. Nortier noemt als voorbeeld sociale media, waar groepen laaggeletterde Nederlanders meer geschreven taal gebruiken dan voorheen, met de ene na de andere spelfout als gevolg. “Daar kan je je misschien aan ergeren, maar hier moet je overheen kunnen stappen, vind ik. Dan moeten we niet te belerend zijn.”

Taal verandert

Volgens Nortier moeten we ons ervan bewust zijn dat taal, en daarmee dus ook taalregels, continu veranderen. Zij noemt als voorbeeld het taalgebruik van studenten. “Studenten schrijven bijvoorbeeld nu heel vaak ‘als eerste’ in plaats van ‘ten eerste’, of gebruiken ‘zich focussen’, terwijl het ‘focussen’ is. Ik kom dat zo vaak tegen dat ik dat niet meer verbeter.” Ze vertelt hoe zij vroeger zelf gecorrigeerd werd op het woord ‘uitvergroten’, omdat dat een germanisme was. “Dat is nu ook niet meer voor te stellen.”