Onderzoek: uitblijven erkenning burgerleed Hawija draagt bij aan antiwesters sentiment en mogelijk nieuwe terreurgroepen
Nederlands bombardement op Hawija

Onderzoekers van de Irakese ngo Al-Ghad, vredesorganisatie PAX en de Universiteit Utrecht hebben de gevolgen van het Nederlandse bombardement op de Iraakse stad Hawija uit 2015 in kaart gebracht. In hun onderzoeksrapport concluderen ze dat de aanval voor veel meer leed heeft gezorgd dan eerder bekend was en dat het zeven jaar later nog steeds een enorme impact heeft. Een mediaoverzicht.
Bombardement op Hawija
Het gaat om een aanval op een bommenfabriek van IS, die midden in de Iraakse stad Hawija stond. In de fabriek lagen zoveel explosieven opgeslagen, dat de explosie een wijk van Hawija verwoestte. Toen de Nederlandse betrokkenheid bij de luchtaanval in 2019 aan het licht kwam, was er veel aandacht voor het feit dat informatie over het bombardement niet gedeeld was met de Tweede Kamer, ondanks Kamervragen.
Uitblijven erkenning, excuses en compensatie
Nu blijkt dat de schade in Hawija nog veel groter is dat tot nu toe bekend was. Zo vielen er geen zeventig doden, maar minstens 85, en werden er niet 700 huizen, winkels en bedrijven geraakt, maar minimaal 7200. Het uitblijven van de erkenning van het Iraakse burgerleed, excuses en compensatie, kan volgens de onderzoekers bijdragen aan een groeiend antiwesters sentiment in Hawija en omstreken, wat een voedingsbodem kan creëren voor nieuwe terreurgroepen.

Schadevergoeding voor Hawija
Van de 4,4 miljoen euro schadevergoeding die de Nederlandse staat eind 2020 beschikbaar heeft gesteld, merken de inwoners van Hawija bijna anderhalf jaar later nog steeds niets. “We zijn erachter gekomen dat het geld is uitbesteed aan de VN en IOM, de Internationale Organisatie voor Migratie”, vertelt betrokken onderzoeker Lauren Gould in het NOS Radio 1 Journaal. “De VN heeft inmiddels een mobiele elektriciteitscentrale neergezet. De IOM zou puinruimen, maar daar is nog niets van terechtgekomen.”
De elektriciteitscentrale is overigens nog in aanbouw. “Het is dus maar de vraag of de inwoners van Hawija daar nog iets aan gaan hebben, en een mobiele centrale kan ook zomaar weer worden weggenomen.”
“De mensen hebben weinig vertrouwen in internationale organisaties”, zegt Gould. “Ze zouden veel liever zien dat het herstel via lokale, vertrouwde organisaties zou plaatsvinden, en dat er echt wordt geluisterd naar wat hun specifieke behoeftes zijn.”
Eerlijkere discussie
Voor het onderzoeksteam is het ook belangrijk dat er in Nederland een eerlijkere discussie wordt gevoerd voordat er wordt besloten om aan een missie deel te nemen. Gould: “Dus niet meer spreken met termen als ‘nul burgerslachtoffers’ en ‘precisiebombardementen, dat is niet de realiteit van oorlog.”
Verder wil het team dat er een commissie wordt aangesteld die burgerleed tijdens missies in kaart brengt, dit goed aan het parlement rapporteert en dat burgerleed en -slachtoffers worden meegenomen in de evaluatie van operaties. “Deze oorlog tegen IS was om IS te verslaan en om veiligheid te creëren voor de burgers. En als dit leed zeven jaar na dato nog steeds zo aanwezig is, kun je je heel erg afvragen of die doelen wel zijn bereikt.”