Joris Luyendijks ‘vinkjes’, beter bekend als intersectionaliteit
Gloria Wekker bij OneWorld

In zijn nieuwe boek De zeven vinkjes onderzoekt Joris Luyendijk waarom juist mannen zoals hijzelf de macht hebben. De reacties op dit zelfonderzoek waren lang niet allemaal positief. Zijn vinkjes vertonen namelijk wel erg veel gelijkenissen met ‘intersectionaliteit’, een term die in 1989 is bedacht door de zwarte Amerikaanse hoogleraar Kimberlé Crenshaw. Antropoloog en emeritus hoogleraar Gloria Wekker heeft gemengde gevoelens over het boek, vertelt ze tegen OneWorld.
Intersectionaliteit
“Lange tijd dachten we dat elk probleem óf met ras, óf met gender, óf met klasse te maken heeft”, legt Wekker uit. “Intersectionaliteit betekent dat je altijd op zoek gaat naar de samenhang.” Dus ook wanneer Luyendijk zich verdiept in waarom het de witte, hoogopgeleide heteroman is die de dienst uitmaakt, kun je dat zien als intersectioneel onderzoek. Dat Luyendijk onderzoek doet naar zijn eigen privileges juicht Wekker toe, zegt ze. Maar ze vindt het moeilijk dat de term intersectionaliteit amper in het boek is terug te vinden, net als de (zwarte) vrouwen die de term hebben bedacht. “Dat riekt naar toe-eigening.”