Iraniërs hebben recht op de waarheid

De recente golf van heftige demonstraties in Iran heeft zich nog niet teruggetrokken. Waartegen de bevolking protesteert lijkt echter met de dag te veranderen. Dr. Pooyan Tamimi Arab (Filosofie en Religiewetenschap) en dr. Ammar Maleki werpen in het NRC een kritische blik op deze ogenschijnlijke tegenstrijdigheid.
Walging
Twee weken geleden rouwde de Iraanse bevolking nog massaal om de door een Amerikaanse drone geliquideerde generaal Qassem Soleimani. Maar kort daarna, toen bleek dat de regering had gelogen over hun rol in de crash van een Oekraïens passagiersvliegtuig, keerden burgers zich juist tegen Soleimani en zijn regime. "De diepgevoelde behoefte hun walging te uiten won het de afgelopen dagen opnieuw van de angst," stellen Maleki en Tamimi Arab. Ze waagden zich opnieuw op straat, ondanks dat eerdere protesten duizenden burgers het leven kostte.

Verdeeld, maar niet gepolariseerd
Deze gebeurtenissen geven misschien de indruk dat Iran een gepolariseerd land is, maar zo simpel ligt het niet in een gesloten, autoritaire staat. Daarom voerden Maleki en Tamimi Arab een anonieme, digitale peiling uit onder de Iranese bevolking. Uit de antwoorden van de 173.000 respondenten blijkt dat Iran een verdeeld, maar geen gepolariseerd land is: "De verhouding tussen sympathisanten en tegenstanders van het regime is volgens onze data, respectievelijk 2 staat tot 8".
Buiten beeld
Terwijl sympathisanten hun gevoelens openlijk kunnen tonen, worden tegenstand direct onderdrukt. Dit zorgt voor een vertekend beeld in de media, waarbij staatsgeweld, leugen en bedrog vaak buiten beeld blijven. Internationale druk en maatregelen kunnen ervoor zorgen dat de Iraanse regering hier niet langer mee wegkomt. Op deze manier blijft het fundamentale recht op de waarheid beschermd.