Hoe slecht is de megastal eigenlijk?

de Volkskrant

Op de boerderij van Johnny Bull in het Gelderse Horssen lopen acht werknemers en meer dan tweeduizend fokvarkens rond. Bull is een boer met een megastal. 'De gemiddelde prijs van een stukje varkensvlees is niet heel hoog', zegt Bull. 'Je moet meer varkens houden dan vroeger om dezelfde boterham te verdienen.'

In zeven jaar tijd is het aantal megastallen in Nederland met bijna driekwart toegenomen. Van 456 in 2010 tot 801 in 2017. Waren er in 2010 nog 456 stallen waar veel dieren op een plek leven, in 2017 was dit aantal gestegen naar 801. Dit blijkt uit een rapport van dierenrechtenorganisatie Wakker Dier, dat zich baseert op cijfers van de Universiteit Wageningen.

[...]

Volgens Bas Rodenburg, hoogleraar dierenwelzijn aan de Universiteit Utrecht, is het belangrijk dat het aantal werknemers op een boerderij meestijgt met het aantal dieren. 'Maar het dierenwelzijn is niet afhankelijk van de grootte van een stal. Afhankelijk van hoe goed de zorg van een boer is, zijn er geen verschillen tussen het welzijn van een dier in een kleine stal of een grote stal. 'De ruimte die een dier heeft in een megastal is niet meer of minder dan een dier in een kleinere stal. Je moet ervoor zorgen dat dieren meer ruimte krijgen. In alle soort bedrijven', zegt Rodenburg. Wat betreft dierenwelzijn hebben alle veeteeltbedrijven, groot of klein, nog wat te winnen vindt de hoogleraar.

Het volledige artikel is verschenen in de Volkskrant op 24 april 2019.