Hoe de milieucrisis na ‘milieujaar’ 1972 weer werd vergeten

Geert Buelens in Andere tijden

Rob Croes (Anefo), Wagentje van gemeentereiniging op de Dam i.v.m. milieudag (1972). Bron: Nationaal Archief
Rob Croes (Anefo), Wagentje van gemeentereiniging op de Dam i.v.m. milieudag (1972). Bron: Nationaal Archief

In 1972 won het milieu de harten van iedereen, zien we in de afgelopen aflevering van Andere tijden. De aflevering is in belangrijke mate geïnspireerd op het boek ‘Wat we toen al wisten’ van hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde Geert Buelens en het archiefmateriaal dat hij daarvoor gebruikte. Ook komt Buelens zelf aan het woord.

Verslappende aandacht

“Het was het meest besproken onderwerp van 1972”, vertelt Buelens. De milieucrisis raakte iedereen. West-Europa, misschien wel met Nederland voorop, was vervuild en de stank was zo erg dat het probleem niet meer genegeerd kon worden. De zorgen waren dan ook alomtegenwoordig – zelfs Suske en Wiske waren milieuactivisten in hun stripverhaal van dat jaar.

Toch verslapte na dit milieujaar de aandacht voor het probleem. “Er kwam oliecrisis, economische crisis, werkloosheid, inflatie. De jaren zeventig, zeker het tweede deel, stonden in het teken van crisis en de milieucrisis stond niet meer bovenaan het lijstje”, verklaart Buelens.

De milieucrisis: niet verbeterd, maar verplaatst

Buelens benadrukt dat er in West-Europa misschien veel lijkt te zijn verbeterd, maar dat het milieuprobleem zeker niet is opgelost. In voorheen dode rivieren kunnen we hier nu weer zwemmen, “maar dat moet je niet proberen aan de andere kant van de wereld, waar vandaag de dag onze producten worden gemaakt. Dat zijn nu de heel sterk vervuilde gebieden, die in heel veel opzichten lijken op de vervuiling die wij een halve eeuw geleden in West-Europa hadden.” Eigenlijk is er niet zoveel veranderd, zegt hij. “We hebben het probleem verplaatst, en het is niet kleiner geworden.”
 

Meer informatie
Bekijk de hele aflevering