Het verhaal van een Nederlandse dubbelspion tijdens de Koude Oorlog: "Werkelijk uniek"

Eleni Braat in The Conversation e.a.

Een zwart-wit foto van een man met aktetas die een trap oploopt en zijn gezicht verborgen houdt © iStockphoto.com/ands456
© iStockphoto.com/ands456

Het klinkt als een Hollywoodfilm, maar voor agent M was het echt: tijdens de Koude Oorlog was hij 22 jaar lang een dubbelspion voor de AIVD, de CIA én de Stasi. Universitair hoofddocent Geschiedenis van de internationale betrekkingen Eleni Braat en Ben de Jong (Universiteit Leiden) interviewden hem herhaaldelijk en publiceerden onlangs hun officiële onderzoek in het International Journal for Intelligence and Counterintelligence en bij The Conversation.

Rekrutering

Begin jaren zestig werd M gerekruteerd door de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), de voorloper van de AIVD. "Zijn carrière bij een multinational vormde een uitstekende dekmantel voor zijn clandestiene werk, aangezien hij veel internationale reizen maakte", schrijven Braat en De Jong. In 1967 werd hij in Israël opnieuw gerekruteerd, dit keer voor de buitenlandse afdeling van de Stasi, de Hauptverwaltung (HVA). Dankzij deze dubbelrol werd hij ook door de CIA opgemerkt en aan het werk gezet.

Dr. Eleni Braat. Foto: Joost Berkhout
Dr. Eleni Braat. Foto: Joost Berkhout

Hoewel hij twintig jaar lang een officiële agent van de HVA was en al die jaren informatie doorspeelde, bleef hij altijd loyaal aan het Westen. "Zijn primaire loyaliteit lag bij de Nederlandse dienst en de CIA", zeggen Braat en De Jong. "Na het zien van het bewijsmateriaal dat hij ons verstrekte, vinden wij dat zijn verhaal over het werken tegen de Stasi geloofwaardig is."

Verraad

In 1985 leek het alsof zijn dubbelrol ontdekt was toen hij 's ochtends om vier uur uit zijn bed werd getrokken. "Nog in pyjama werd hij van het onderduikadres waar hij verbleef voor debriefingsessies met zijn Stasi-begeleiders, naar een busje met verduisterde ramen gebracht dat hem onder gewapende bewaking naar een gevangenis transporteerde", schrijven Braat en De Jong. Een fysiek en mentaal ingrijpend verhoor volgde, dat uiteindelijk een test bleek te zijn. 

Toch ontwikkelde M een hechte band met zijn HVA-begeleiders, die hem meer waardering toonden dan de BVD en CIA. Zij gaven hem cadeaus en namen hem mee op reis – van de BVD ontving hij "nog niet eens een pen". Het viel hem dan ook zwaar dat hij na de val van de DDR door alledrie de organisaties in de steek werd gelaten.

"Het is duidelijk dat traumatische herinneringen uit die periode een aanzienlijke last voor hem blijven", zeggen Braat en De Jong. "Zijn voormalige CIA-handler, met wie M de afgelopen jaren weer in contact wist te komen, adviseerde hem in een e-mail: 'Laat het los, man, laat het los.' Maar dit mocht duidelijk niet baten."

Waarheid

Alhoewel dit onderzoek veel nieuwe inzichten bied, benadrukken Braat en De Jong hoe lastig het is om dit soort persoonlijke verhalen te verifiëren. "Het is moeilijk om achter de volledige waarheid te komen als het gaat om de geheimzinnige wereld van de spionage", zeggen ze. "Maar het is belangrijk te benadrukken hoe zeldzaam het is dat een voormalige geheim agent zich openstelt en officieel over zijn ervaringen praat."

Niet alles wat M over zijn leven vertelde is terug te zien in de officiële documenten die hij nog in zijn bezit heeft. De grote lijnen kloppen, maar details blijven moeilijk te bewijzen. Toch is een dergelijk verhaal zeer waardevol voor het onderzoek naar inlichtingendiensten en spionage tijdens de Koude Oorlog. "M gaf ons een werkelijk uniek inzicht in de geheime werking van drie verschillende inlichtingendiensten", aldus Braat en De Jong.