Geen vuiltje aan de lucht

Brabant en Noord-Italië waren niet alleen brandhaarden van het coronavirus, in beide gebieden is de luchtkwaliteit ook relatief slecht. Een verband tussen die twee wordt gauw gelegd. Of dat terecht is, vraagt hoogleraar Roel Vermeulen zich af in het NRC. 

De overeenkomst tussen Brabant en Noord-Italië is niet alleen dat het allebei brandhaarden zijn van het coronavirus, in beide gebieden is de luchtkwaliteit ook relatief slecht. Een verband tussen vervuilde lucht en het coronavirus is dus snel gelegd. Terecht? Hoogleraar Roel Vermeulen twijfelt niet aan de impact van luchtkwaliteit op de algemene gezondheid, maar vindt het nog te voorbarig om te roepen dat de kwaliteit van de lucht mede bepaalt hoe hard het coronavirus toeslaat.

De Nederlandse luchtkwaliteit is tijdens de coronapandemie al herhaaldelijk ter sprake gekomen, zowel positief als negatief. Zo schreven media op basis van recente satellietbeelden dat onze luchten veel schoner (blauwer) lijken dan vorig jaar rond deze tijd. En heerst er tegelijkertijd onrust, omdat het coronavirus harder zou toeslaan door vervuilde lucht. Maar is er daadwerkelijk een relatie tussen luchtverontreiniging en het coronavirus? En hoe schoon zijn de Nederlandse wolkenluchten dan eigenlijk?

Luchtverontreiniging is een groot probleem. Volgens het RIVM konden we vóór de pandemie naar schatting 3 tot 5 procent van de ziektelast toeschrijven aan chronische blootstelling aan fijnstof. Dit komt jaarlijks neer op een verlies van maar liefst 135.000 gezonde levensjaren. Wereldwijd wordt het jaarlijks aantal sterfgevallen door slechte luchtkwaliteit zelfs geschat op 4 tot 6 miljoen.

Verminderde emissies

Maar zorgen schone(re) luchten andersom ook direct voor een positief gezondheidseffect? De drastische afname van de huidige economische activiteit in Nederland, met de daarbij behorende vermindering aan industriële emissies en (lucht)verkeer, leidt volgens satellietbeelden van het KNMI tot een afname in luchtverontreiniging van tussen de 20 tot 60 procent.

Deze schatting lijkt echter wat optimistisch. Metingen op grondniveau, waar mensen ademhalen, laten zien dat de luchtkwaliteit slechts 10 tot 20 procent is verbeterd. Hoewel een dergelijke verbetering op de lange duur gezondheidswinst zal opleveren, is het maar zeer de vraag of dat ook geldt voor deze relatief korte periode. Maar feit blijft dat als we willen voldoen aan de huidige luchtkwaliteitsrichtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie, we eenzelfde of zelfs nog grotere reductie in luchtvervuiling moeten zien te bewerkstelligen dan we nu ten tijde van Corona meemaken.

In Brabant is de luchtkwaliteit, net als in het Noorden van Italië, relatief slecht. En zowel Brabant als Noord-Italië zijn door de pandemie zwaar getroffen. Het verband tussen luchtkwaliteit en het coronavirus is dus snel gelegd. Is er sprake van toeval, of lopen mensen die in deze gebieden wonen daadwerkelijk meer risico?

Het is nog te vroeg voor zulke uitspraken. De belangrijkste oorzaak van de uitbraak in deze gebieden, is dat bij de eerste besmettingen nog niet duidelijk was wat er precies aan de hand was en er dus nog geen beperkende maatregelen waren om contact in te perken. Bovendien zorgt een massabijeenkomst zoals carnaval ervoor dat een snelle verspreiding van het virus mogelijk is. Dat neemt niet weg dat er voldoende reden is om te onderzoeken of de luchtkwaliteit een rol speelt bij het coronavirus. Uit ander onderzoek blijkt namelijk dat luchtweginfecties en longziekten meer voorkomen in gebieden waar de luchtvervuiling hoog is, zowel na jarenlange bootstelling als op heel korte termijn.

Er is voldoende reden om te onderzoeken of de luchtkwaliteit een rol speelt bij de verspreiding van het coronavirus

Ecologische studies

Een aantal recente onderzoeken uit de VS en Europa laten een mogelijke statistische relatie tussen sterfte als gevolg van het coronavirus en slechte luchtkwaliteit zien. Helaas kunnen we hier nog geen conclusies aan verbinden. Deze zogenaamde ‘ecologische studies’ koppelen de gemiddelde gezondheidsstatistieken (en dus coronaIsterftes) in een gemeente of regio aan de gemiddelde luchtkwaliteit.

Maar er zijn natuurlijk meer factoren die invloed hebben op het aantal sterfgevallen in een gebied en die per regio variëren. Zo kan het aantal inwoners sterk verschillen, en dus de kans op mens-mens contact en dus de kans op besmettingen, of is de populatie veel ouder en daarmee gevoeliger. Een bijkomende uitdaging is dat het verloop van de pandemie zeer dynamisch is. In het begin besmet één patiënt meerdere personen, maar de invoering van beperkende maatregelen heeft tot gevolg dat het aantal besmetting sterk verminderd. Het maakt dus heel erg uit waar de epidemie begint en waar je dus de meeste patiënten ziet.

Je kan je voorstellen dat regio’s dichterbij de brandhaard harder getroffen worden. En als deze regio’s toevallig ook veel vervuilende industrie hebben, dan is de associatie wellicht niet terecht. Je zou daarom dergelijke analyses alleen willen doen in tijdsperiodes waarbij de verspreidingssnelheid redelijk stabiel is of alleen onder mensen die een bewezen besmetting hebben om dan te kijken of slechtere luchtkwaliteit bij hen leidt tot meer klachten en een ernstigere ziekte.

Kortom, het zal niet eenvoudig zijn om goed te onderzoeken of er een verband is tussen luchtkwaliteit en het coronavirus. Het vraagt om onderzoek op nationaal en Europees niveau, in zowel zwaar als licht getroffen gebieden. Als we rekening willen houden met de impact van de maatregelen die zijn getroffen, is bovendien langdurig onderzoek nodig. De impact van de maatregelen van vandaag, hebben namelijk effect ver voorbij morgen. Toegang tot individuele gezondheidsdata vormt vooralsnog een obstakel. De strenge privacywetgeving bemoeilijkt het snel delen van gezondheidsgegevens. Oplossingen, waarbij de data niet gedeeld wordt maar veilig digitaal ‘bezocht’, zijn reeds uitgewerkt. Het versneld invoeren van deze technologie biedt mogelijk uitkomst.

Roel Vermeulen is hoogleraar milieu-epidemiologie en Exposoom analyse en hoofd van het Institute for Risk Assessment Sciences in Utrecht.

De originele publicatie van deze blog is terug te vinden op de website van de NRC.