Een nieuwe geschiedenis van een oude kwestie: Ozan Ozavci over de Grote Oosterse Kwestie

Ozan Ozavci in Jadaliyya

Allegorie door Stefano Torelli (1772). Tsaar Catharina III’s overwinning over het Ottomaanse Rijk tijdens de Russisch-Turkse Oorlog (1768-1774). Bron: via Wikipedia Commons
Allegorie door Stefano Torelli (1772). Tsaar Catharina III’s overwinning over het Ottomaanse Rijk tijdens de (eerste fase van de) Russisch-Turkse Oorlog (1768-1774). Het was het begin van de Grote Oosterse Kwestie.

In de geschiedschrijving over de ‘Grote Oosterse Kwestie’ is de Ottomaanse agency onderbelicht, vertelt universitair docent Transimperiale geschiedenis Ozan Ozavci aan Jadaliyya, het onafhankelijke online magazine van het Arab Studies Institute. In zijn boek ‘Dangerous Gifts: Imperialism, Security, and Civil Wars in the Levant, 1798-1864’ herschrijft hij deze geschiedenis.

De Grote Oosterse Kwestie

In de jaren 1770 vestigde Rusland een indirecte controle over de Krim. Dit zou het moment zijn waarop de Grote Oosterse Kwestie begon, zegt Ozan Ozavci. Het feit dat Rusland het Ottomaanse Rijk zonder al te veel moeite onder de voet had kunnen lopen riep bij de grote Europese mogendheden, zoals Groot-Brittannië, Frankrijk en Oostenrijk-Hongarije, een vraag op: hoe moesten ze omgaan met dit veronderstelde zwakke maar gigantische rijk, zonder dat het zo gekoesterde Europese machtsevenwicht werd verstoord?

Rivalen of bondgenoten?

De Oosterse Kwestie was in de eerste plaats een Ottomaanse kwestie, legt Ozavci uit. De keizerlijke elites moesten de territoriale integriteit en onafhankelijkheid van het Ottomaanse Rijk veiligstellen tegenover de Europese grootmachten. Tegelijkertijd konden ze dit alleen met de steun van diezelfde grootmachten.

“Zo konden ze in 1801 de binnenvallende Franse legers uit Egypte wel verdrijven, maar hadden daarbij de steun van de Britten nodig. Sultan Selim III wilde de Britten eigenlijk niet toelaten, maar hij had geen keus. Vervolgens hielden de Britten zich niet aan de verdragsovereenkomst; ze vertrokken niet meer. De sultan moest toen de steun van de Fransen inroepen om de Britten uit Egypte te krijgen”, vertelt Ozavci. “Dit liet in Istanbul een diepgewortelde ontologische onzekerheid achter.”

Agency

De geschiedenis van de Oosterse Kwestie is al vaak beschreven, maar volgens Ozavci is er steeds iets over het hoofd gezien: de ‘agency’ van het Ottomaanse Rijk. “De literatuur heeft de neiging om te veel agency toe te schrijven aan westerse mogendheden en soms te weinig aan de plaatselijke bevolking”.

“Ik geloof dat post-revisionistische literatuur nodig is, die de complexe historische actoren in begrijpelijke taal beschrijft.” Volgens Ozavci moet er daarbij aandacht zijn voor zowel de lokale als de buitenlandse actoren. “Zo kan de dynamiek van de vervlochten geschiedenis van het Midden-Oosten en de wijdere wereld worden verklaard. Met Dangerous Gifts doe ik daartoe een poging.”

Lees het boek ‘Dangerous Gifts’ (Open Access)