“Een Nederlandse film stoot evenveel CO2 uit als zeven huishoudens in een jaar”
Judith Keilbach en Marijn Kallenberg bij de Boekmanstichting
De Nederlandse filmindustrie is alles behalve duurzaam, concludeerden onder anderen Judith Keilbach en Marijn Kallenberg vorig jaar. De Boekmanstichting sprak met ze voor haar eigen onderzoek naar de verduurzaming van de culturele sector.
Uitstoot Nederlandse films
In het rapport ‘Op weg naar een duurzame filmindustrie’ presenteerden Keilbach en Kallenberg ‘best practices’ en valkuilen die in hun onderzoek aan het licht kwamen aan het Nederlands Filmfonds. In het masterprogramma Sustainable Development was toen al uitgerekend dat er bij het maken van een Nederlandse film gemiddeld 72,7 ton CO2 wordt uitgestoten.
“Dat is ongeveer zoveel als zeven huishoudens in een jaar verbruiken”, zegt Kallenberg. “Met zo’n cijfer maak je meteen duidelijk dat het geen duurzame industrie is. Vervolgens hebben we best practices uit het buitenland verzameld om te kijken hoe deze mogelijk toegepast kunnen worden in Nederland.”
Knelpunten voor vergroening
Het onderzoek dat volgde liet zien dat filmmakers over het algemeen positief tegenover verduurzaming staan, maar dat bij de praktische uitvoering nog veel te winnen valt. “Bij een van de producties wilde de crew bijvoorbeeld graag hun afval scheiden, maar rondom het natuurgebied waar ze aan het filmen waren kon dat simpelweg niet” vertelt Kallenberg. “Ze zouden dan al hun afval naar een loods in Amsterdam Noord moeten brengen om het daar te scheiden. Dat hebben ze natuurlijk niet gedaan.”
Transport is de grootste uitstootbron bij filmproducties. Is een overstap naar elektisch rijden dan geen eerste, overzichtelijke stap in de vergroening van de filmsector? “Veel films worden in Amsterdam opgenomen, en daar dreigt het elektriciteitsnet vol te raken. Dus naast het feit dat het financieel nog niet aantrekkelijk genoeg is om elektrisch te rijden, is de infrastructuur ervoor ondermaats.”