De verschillen (en overeenkomsten) tussen de oliecrisis van 1973 en nu

Jan Luiten van Zanden in NRC

Door de oliecrisis van 1973 waren er 10 autoloze zondagen in Nederland van 10 november 1973 t/m 6 januari 1974. Bron: Wikimedia/Rob Mieremet/Anefo
Door de oliecrisis van 1973 waren er 10 autoloze zondagen in Nederland van 10 november 1973 t/m 6 januari 1974. Bron: Wikimedia/Rob Mieremet/Anefo

Het is overal in het nieuws: het huidige inflatieniveau is vergelijkbaar met dat van de jaren zeventig. In 1973 verlaagden de Arabische landen hun olieproductie om het Westen te straffen voor de hulp aan Israël tijdens de Jom Kipoeroorlog. Andere prijzen schoten daardoor omhoog. Hoogleraar Global economic history in an interdisciplinary perspective Jan Luiten van Zanden spreekt met de NRC over de overeenkomsten en verschillen tussen toen en nu.

Prof. dr. Jan Luiten van Zanden. Foto: Ed van Rijswijk
Prof. dr. Jan Luiten van Zanden. Foto: Ed van Rijswijk

Aanhoudende stagflatie

“Beide crises komen op een moment dat het best goed gaat met de economie”, vertelt Luiten van Zanden. “Er is nu herstel na de coronacrisis, en ook vijftig jaar geleden zat Nederland aan het einde van een hoge conjunctuurgolf die leidde tot lage werkloosheid.” In de jaren zeventig bleef de stagflatie vervolgens jarenlang aanhouden, wat begin jaren tachtig uitmondde in een grote economische neergang. “Dergelijke stagflatie zie ik nu en de komende tijd niet om zich heen grijpen.”

Automatische compensatie

Het is volgens Luiten van Zanden maar de vraag of er lessen uit de oliecrisis van de jaren zeventig zijn getrokken. “Het huidige kabinet maakt niet de indruk ‘on top of things’ te zijn, ze hollen achter de feiten aan met ad hoc-maatregelen, zoals het compenseren van energieprijzen waar miljarden aan worden uitgegeven” – terwijl de automatische prijscompensatie zich tijdens de oliecrisis als niet-werkend heeft bewezen, aldus Luiten van Zanden.