De overheid wil alle data op Amerikaanse servers gaan opslaan: "Dit getuigt van merkwaardige naïviteit"

José van Dijck in de Volkskrant

Lichtkunstwerk van duizenden lichtjes in rechte lijnen. Foto: Joshua Sortino, via Unsplash
Foto: Joshua Sortino, via Unsplash

Deze zomer stelde staatssecretaris voor Digitalisering Alexandra van Huffelen voor om alle overheidsdata op te slaan op servers van bedrijven zoals Google, Apple en Amazon. Hoogleraar Media en digitale samenleving José van Dijck zet in de Volkskrant vraagtekens bij deze nieuwe strategie.

Naïef

Staatssecretaris Van Huffelen is van mening dat wanneer er sterk onderhandeld wordt met deze Amerikaanse techgiganten, de veiligheid van de data gegarandeerd kan worden. "Als we de afgelopen jaren iets hebben geleerd, is het wel dat alleen afspraken over de waarborging van privacy onvoldoende zijn", werpt Van Dijck tegen. "Haar optimisme dat je door stevig onderhandelen wel degelijk afspraken kunt maken over privacy, veiligheid en toegankelijkheid, getuigt van een merkwaardige naïviteit."

Van Dijck wijst op scholen en universiteiten die al eerder hun data hebben afgestaan aan grote bedrijven en daarmee hun autonomie zijn verloren. "De grote IT-spelers dwingen ieder het gebruik van hun eigen software steeds breder af en maken het gebruik van (open) alternatieven onmogelijk."

Alternatieven

Volgens Van Dijck geeft de overheid niet alleen Nederlands zelfbeschikking weg aan de Amerikaanse reuzen, maar zorgt toegang tot al onze data op de lange termijn ook voor andere problemen. "Op het gebied van machine learning en kunstmatige intelligentie kunnen de grote spelers dan een onevenredig grote voorsprong nemen op toekomstige, datagedreven technologieën", zegt Van Dijck. 

Daarom stelt Van Dijck voor om te investeren in nationale of Europese alternatieven. "In plaats van naar buitenlandse partijen te rennen, zouden we ook kunnen inzetten op het ontwikkelen van een nationale (of Europese) cloudmarkt", beveelt ze aan. "Wie eenmaal met zijn hoofd in de wolken loopt, komt er moeilijk meer uit. Daarom het dringende advies voorlopig met de voeten op de eigen grond te blijven", aldus Van Dijck.