Adolf Hitler was groot fan van Disneyfilms – en Walt Disney bewonderde Hitler

Dan Hassler-Forest bij De wereld van Sophie

Der Fuehrer's face, Disney 1942. Bron: still YouTube
Der Fuehrer's face, Disney 1942. Bron: still YouTube

Walt Disney kreeg zijn tiende Academy Award in 1943. Het was een Oscar voor de korte animatie Der Fuehrer’s Face, een anti-nazipropagandaproductie. Wonderlijk genoeg had Disney zich eerder erg positief uitgelaten over Adolf Hitler: ze streden tegen dezelfde progressieve waarden, zei hij. In het radioprogramma De wereld van Sophie vertelt universitair docent Media- en cultuurwetenschappen Dan Hassler-Forest dan ook dat Disney niet vrijwillig anti-nazifilms is gaan maken.

Dr. Dan Hassler-Forest. Foto: Ed van Rijswijk
Dr. Dan Hassler-Forest. Foto: Ed van Rijswijk

Make America great again

Voor de Tweede Wereldoorlog had Walt Disney meermaals zijn waardering en enthousiasme uitgesproken over de manier waarop Hitler Duitsland had gemoderniseerd en hoe hij de conservatieve waarden, die Disney zelf ook belangrijk vond, verdedigde. “Waarden zoals het feminisme, de homobeweging en anti-racisme waren elementen waarvan Disney ook vond dat het terug moest naar hoe het was geweest”, vertelt Hassler-Forest. “En Hitler was ook groot fan van de Disneytekenfilms. Films als Sneeuwwitje droegen voor hem een soort puurheid uit, zonder niet-witte mensen, waar heteroseksualiteit centraal stond en waar mensen in nauw contact met hun hun roots leefden.”

De conservatieve ideeën van Disney hebben lang standgehouden binnen het bedrijf. Ook nog na de oorlog was het “witte-burgerschapsverhaal” leidend voor Disney, zegt Hassler-Forest. Naast in films, was dat terug te zien in het animatiepark Disneyland. “Hier stond een soort ‘make America great again’-concept heel erg voorop.”

Anti-nazipropaganda

Toch heeft Disney tijdens de Tweede Wereldoorlog vele anti-nazipropagandafilms gemaakt. “De reden waarom Disney uiteindelijk wel overstag is gegaan,” verklaart Hassler-Forest, “is simpelweg omdat de regering als onderdeel van hun oorlogsprogramma besloot om een aantal grote media-industrieën integraal over te nemen en in te lijven.”