Met de trein naar een duurzame luchtvaart
Op de dag dat er eerst om 1 uur, dan om 3 uur, en dan toch weer om 8 uur ’s avonds een draft klimaatakkoord zou liggen (misschien toch 1,5 graad op COP21?), toog ik met de Thalys naar Parijs om op de Solutions-manifestatie in het Grand Palais een verhaal te houden over het concept iPort. Dat vond plaats in het door Climate-KIC georganiseerde symposium over Sustainable Aviation of “vers une aviation plus durable”.
De Solutions-manifestatie stond bol van kleine en grote oplossingen van kleine en grote bedrijven die hun duurzame innovaties etaleerden met een mooi mengsel van braderiemarktkraampjes tot professionele stands die op een wereld-expo niet zouden misstaan. Van Taiwanees duurzaam textiel waar vele Champions League wedstrijden in worden gespeeld tot duurzame robots, elektrische Formule-1-auto’s en wroeten in duurzame aarde voor het vermaak van de allerkleinsten onder ons. Alles in het Frans, natuurlijk. Maar niet het symposium over duurzame luchtvaart.
Vertegenwoordigers van KLM en Air Liquide spraken over biobrandstoffen die kerosine kunnen vervangen tijdens de vlucht, en waterstof dat door gebruik in een brandstofcel de elektriciteitsvoorziening in een vliegtuig kan verzorgen. Dat laatste bespaart gebruik van kerosine. Een start-up (pun intended) vertelde over een mooi voorbeeld hoe big data analyse het brandstofgebruik tijdens stijgen van een vliegtuig met 10% kan besparen, door tijdens de vlucht van alles te meten, en dat in te zetten om de vlieg- en stijgsnelheid dynamisch aan te passen. Simpel idee, maar nog nooit eerder gedaan. Een andere start-up presenteerde een complexe tool om alle energiestromen op een luchthaven te monitoren, en op basis daarvan besparingsmogelijkheden te identificeren. Je zou denken dat dat al lang gebeurt, maar we hebben zelf gemerkt dat dat niet zo is.
In een uitgebreide door Utrechtse studenten uitgevoerde analyse van energiegebruik op Schiphol (de C-terminal) bleek dat door de organische groei van de terminal er vele systemen aanwezig waren voor het regelen van warmte/koude en elektriciteit. Nooit was er echt goed nagedacht om die te koppelen, laat staan te managen. Het was al een klein wonder dat er meetgegevens over energieverbruik beschikbaar waren. Denk niet dat Schiphol daarin uniek is. Pas sinds korte tijd worden bijvoorbeeld op de Uithof de energiestromen gedetailleerd, per gebouw, gemeten.
Schiphol ontwikkelde het iPort concept met een aantal business partners. In het kort houdt dit in dat een soort MacDrive concept wordt gebruikt voor de processen die vliegtuigen vanaf landing tot start doorlopen. Vliegtuigen worden direct na de landing door een soort elektrische hovercraft opgepakt, en automatisch naar een ronddraaiend terminal gebouw getransporteerd, waar passagiers uit en in stappen, lading wordt verwisseld en weer wordt getankt. Daarna pikt de hovercraft het vliegtuig weer op en brengt het naar de startbaan. Een sequentieel proces dus, in plaats van de vele parallelle gates die nu in terminals worden gebruikt.
Het concept heeft vele voordelen, die wij hebben doorgerekend, waaronder een 60% besparing in energiegebruik, en 80% besparing in kerosinegebruik dat niet meer voor taxiën wordt gebruikt. Als je de elektriciteit die nodig is voor de hovercraft duurzaam opwekt (en Schiphol heeft al veel zonnepanelen geïnstalleerd), kan de CO2 uitstoot met wel een factor 6 worden teruggebracht. Ei van Columbus, zou je denken, en dat is het ook. Maar, toepassen van dit concept vergt moed en vastberadenheid, net als bij alle disruptive innovations.
Ons iPort project is ten einde. We hebben de technische en operationele feasibility in kaart gebracht. Nu is het tijd voor durfkapitaal, een luchtvaartmaatschappij en een luchthaven, als launching customer. Misschien komt het iPort concept wel net te laat: er worden veel nieuwe luchthavens gebouwd in Azië en het Midden-Oosten, op de traditionele manier, ook met overal dezelfde taxfree shops natuurlijk. Een luchtreiziger weet tegenwoordig niet meer automatisch waar hij/zij zich bevindt. Een treinreiziger wel, althans, als je in Rotterdam uitstapt en omhoog kijkt en zo het kunstzinnige zonnecelpatroon in de overkapping bewondert. Geen woorden maar daden!