Telen van sla op digestaat
Paul Brouwer onderzoekt met zijn onderneming deBaai hoe groenten geteeld kunnen worden op digestaat; een duurzaam alternatief voor fossiele kunstmeststoffen. In de onderzoekskassen van de Botanische Tuinen vergeleek hij de groei van verschillende slarassen op digestaat en op gangbare kunstmeststoffen. De resultaten zijn veelbelovend.
Er is in Nederland sprake van een mestoverschot. Veehouders moeten jaarlijks twintig miljoen ton aan mest afvoeren, waarvan ongeveer een kwart naar het buitenland moet worden geëxporteerd, omdat er in Nederland te weinig landbouwgrond is om deze mest te mogen uitrijden.
Tegelijkertijd importeert de glastuinbouwsector juist meststoffen. Het grootste deel van de groenten wordt namelijk geteeld op substraat. Hierbij groeien de planten niet in de bodem, maar op een voedingsoplossing die langs de wortels wordt gevoerd. In deze voedingsoplossing zitten kunstmeststoffen, afkomstig uit mijnen of geproduceerd met behulp van energie-intensieve industriële processen. Voorraden van fosfaat, een van de belangrijkste meststoffen, raken bovendien op termijn op en als fosfaat eenmaal vastgelegd wordt in de bodem of uitspoelt naar de oceaan is het zeer lastig terug te winnen.
Gebruik van digestaat in de glastuinbouw
Digestaat is het restproduct dat afkomstig is uit een biovergister. Als input voor de biovergister kan mest worden gebruikt, maar ook lokaal gft-afval. De vergister produceert methaan, dat gebruikt kan worden om duurzame elektriciteit op te wekken, warmte te genereren of omgezet kan worden naar groen gas om op te rijden. Het digestaat zit vervolgens boordevol voedingsstoffen.
Doel van het onderzoeksproject is om een systeem te ontwikkelen waarmee groenten geteeld kunnen worden op verdund digestaat, als duurzaam alternatief voor fossiele kunstmeststoffen. Net als de teelt op substraat, is de teelt los van de bodem, zodat voedingstoffen niet kunnen uitspoelen naar het milieu en een hoge productiviteit gehaald kan worden.
Experiment in de Botanische Tuinen
Om glastuinbouwers te overtuigen om te kiezen voor het duurzamere digestaat, mag de opbrengst niet veel lager zijn. Om dit te onderzoeken heeft Brouwer in de onderzoekskassen van de Botanische Tuinen een prototype opstelling gebouwd, waarbij in een systeem de planten gekweekt worden op gehygiëniseerd digestaat en in het andere systeem op gangbare kunstmeststoffen. Uit een voorstudie bleek sla een goed gewas te zijn om mee te beginnen. Vanaf april tot augustus 2021 zijn daarom verschillende professionele slarassen geteeld en is de opbrengst in de twee systemen vergeleken.
Inmiddels is er een eerste slaras gevonden dat bijna even snel groeit in beide systemen. Deze sla bevat bovendien meer voedingstoffen dan wanneer gegroeid op kunstmest, en is volgens de onderzoeker ook net wat smakelijker. “Er valt nog veel te optimaliseren aan de opstelling, dus ik ben optimistisch dat het resultaat alleen maar beter kan worden”, aldus Brouwer.
Wanneer te koop in de supermarkt?
De resultaten zijn dus veelbelovend, maar voorlopig is er nog genoeg werk aan de winkel. Voor een vervolgtraject zoekt Brouwer een glastuinbouwer om mee samen te werken. In de onderzoekskassen hadden de planten bijvoorbeeld geen last van ziekten, maar bij een professionele teler kan de ziektedruk veel groter zijn. Brouwer: “Het is erg interessant om te kijken hoe het systeem in die setting presteert.”
Voor meer informatie: zie deBaai.