'Liber Canonis Medicinae' van Avicenna

Medische canon als oorlogsbuit

In de middeleeuwen was er een levendige handel in handschriften. Sommige werden in het buitenland besteld of kwamen via via elders terecht. Hs. 681 in de Universiteitsbibliotheek Utrecht is echter een speciaal geval. Het in Frankrijk vervaardigde manuscript kwam in Utrecht terecht als oorlogsbuit. Het werd in 1465 buitgemaakt na de Slag van Montlhéry (ten zuiden van Parijs), waar koning Lodewijk XI vocht tegen hertog Karel van Bourgondië. De nieuwe eigenaar was Karel’s onwettige half-broer David van Bourgondië, de controversiële bisschop van Utrecht. En die had er een goede bestemming voor.

Een kostbaar instructieboek

Initiaal B op fol. 120r. van Handschrift 681 (Hs 4 E 10) uit de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht
Initiaal B op fol. 120r.

Hs. 681 werd rond 1250 met veel zorg samengesteld en heeft een kostbare uitstraling. Het handschrift is vervaardigd op flinterdun perkament, wellicht zelfs perkament dat ook wel abortivum wordt genoemd. Dergelijk perkament was kostbaar (Berger 2016, 271) en werd niet zomaar gebruikt voor ieder boek. Dat dit handschrift een verzorgd handschrift is, blijkt ook uit de opmaak. Niet alleen is het handschrift voorzien van met penwerk versierde rood en blauwe lombarden, ook zijn er verschillende kleurrijke groteske initialen te vinden waarin zelfs goudpoeder is gebruikt. In deze initialen zien we behalve de vele kleuren ook mens- en dierachtige wezentjes verwerkt. Voorbeelden hiervan zijn de initialen B op fol. 120r en P op fol. 171r. Dit alles wekt de indruk dat de opdrachtgever een kostbaar boek voor ogen had en dit zeker ook heeft gekregen.

Een bisschoppelijk geschenk

Ex libris van de 3 eigenaren, fol. 637r. van Handschrift 681 (Hs 4 E 10) uit de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht

We weten op dit moment helaas niet wie deze rijke opdrachtgever was. Wel is bekend dat het handschrift in 1465 werd buitgemaakt en in handen kwam van niemand minder dan David van Bourgondië, bisschop van Utrecht. Hij schonk het aan zijn lijfarts Antonius Pottage. Na Antonius’ dood werd het wederom aan een bisschoppelijke lijfarts gegeven, Johannes Keyl, zo blijkt uit de colofon die Keyl op fol. 637r noteerde. Blijkbaar waardeerde de bisschop zijn lijfartsen zeer, gezien dit kostbare geschenk.

Handboek voor lijfartsen

Enige tijd later is het handschrift ook nog in het bezit geweest van Christianus Senden, arts en kanunnik van de in 1587 gesloopte Sint Salvatorkerk, die onder de ex libris van Johannes Keyl zijn eigen naam heeft toegevoegd. Ook Senden was lijfarts van verschillende Utrechtse bisschoppen, namelijk Frederik van Baden (1496-1517), Davids halfbroer Filips van Bourgondië (1517-1524) en bisschop-elect Hendrik van Beieren (1524-1527). Het handschrift heeft dus een lange traditie van intensief gebruik door lijfartsen van Utrechtse bisschoppen. Niet slecht voor een handschrift dat toen al ruim twee eeuwen oud was!

Gebruikssporen

Aanwijshandje op fol. 49v van handschrift 681 (Hs 4 E 10) uit de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht

Het handschrift is door de eeuwen heen intensief gebruikt, er zijn verschillende gebruikssporen te vinden. In de marges vinden we aantekeningen van verschillende handen en staan er geregeld aanwijshandjes, om aan te geven wat de gebruiker op dat moment belangrijke informatie vond. Ondanks de rijke uitvoering, oogt het handschrift niet heel schoon meer. Het lijkt erop alsof de artsen er goed gebruik van hebben weten te maken.

Alle medische kennis verzameld

Hs. 681 bevat het Canonis Liber Medicinae (Boek van de Canon der Medicijnen), een Latijnse vertaling van het Arabische al-Qānūn fī aṭ-Ṭibb. De Canonis werd in de Middeleeuwen en lang daarna als standaard werk voor medici gezien. Het werd samengesteld door Avicenna (980–1037), een zeer invloedrijke Perzisch-Arabische arts. Avicenna baseerde zich vooral op de theorieën van de klassieke medicus Galenus, maar liet zich hierbij beïnvloeden door de filosofische insteek van Aristoteles. Opvallend genoeg stonden in het middeleeuwse gedachtengoed beiden juist lijnrecht tegenover elkaar (Musallam 1987, 94).

De al-Qānūn fī aṭ-Ṭibb werd in de dertiende eeuw in het Latijn vertaald door Gerard van Cremona onder de titel Canonis Liber Medicinae. Vanaf dat moment won het werk ook in Europa snel aan populariteit (Strohmaier 1996, p. 179). Het Canonis Liber Medicinae is onderverdeeld in vijf boeken, die we ook terug zien in Hs.  681:

  1. Opstellen over basis medische en fysiologische principes, anatomie, behandelingen en algemene therapeutische procedures (fol. 1r–100v).
  2. Lijst van medische substanties op alfabetische volgorde, gevolgd door een opstel over hun algemene eigenschappen (fol. 101r–193v).
  3. Diagnose en behandeling van ziektes voorkomend bij een specifiek lichaamsdeel (fol. 193v–454v).
  4. Diagnose en behandeling van ziektes die meerdere lichaamsdelen kunnen omvatten (fol. 455r–586r).
  5. Formularium van samengestelde remedies (fol. 586r–628v).

Met deze vijf boeken verzameld in één canon had de arts een compleet en uitgebreid naslagwerk waar alle informatie voor het uitoefenen van zijn beroep in te vinden is.

Uitsnede uit fol. 49v van handschrift 681 (4 E 10) met initiaal en aanwijshandje uit de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht

Maar er is meer...

Tabel op fol. 638r. van handschrift 681 (4 E 10) uit de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht

Opmerkelijk is dat vanaf fol. 629r, naast de lopende foliëring, een nieuwe telling wordt gestart vanaf 1. Er volgen nog tien nieuwe folia, die mogelijk iets later zijn toegevoegd aan dit handschrift. Fol. 637 en 638 zijn tevens van een ander, dikker type perkament gemaakt. Op fol. 638r is door een andere, latere hand een tabel toegevoegd. Deze lijkt op de tabellen van Toledo, astronomische tabellen die gebruikt werden om de bewegingen van de zon, maan en planeten in verhouding tot de vaste sterren te berekenen. Astrologie speelt een grote rol in de middeleeuwse geneeskunde. Omdat prognose en diagnose sterk afhangen van de stand van de planeten en sterren, was het voor een middeleeuws arts van belang om ook hiervan kennis op zak te hebben. Dat een dergelijke tabel dus een plek heeft naast een medische tekst, is niet vreemd. Deze tabel is echter niet volledig ingevuld en roept daardoor vragen op: wat was precies het doel van deze tabel en hoe sluit deze aan op het Canonis Liber Medicinae?

Auteur

Femke van Hilten, april 2017

Uitsnede uit fol. 2v van Handschrift 681 (4 E 10) uit de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht