Editie 10, 1891: Pieter Roelf Bos, 'Bos’ Schoolatlas der geheele aarde'

Een kleine vijftien jaar na het verschijnen van de eerste editie van de Bosatlas zag in 1891 de tiende editie het levenslicht. De groei van de atlas ging gestaag door met 36 ‘spreads’ of dubbele kaartbladen, terwijl er in 1877 begonnen was met 24 dubbele.
Voor deze editie werden nieuwe kaarten getekend van Duitsland, Azië, Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika, en aparte kaarten toegevoegd van de grote Soenda-eilanden. De koloniale verdeling van Afrika ging in snel tempo verder; alleen de Sahara en Sahel waren nog niet geclaimd, mede door het optreden van de Mahdi in de Soedan. Het zuiden van Afrika is nu grotendeels Europees ingekleurd; de Sahara en de Soedan zijn dus nog wit. Groot-Brittannië en Duitsland hebben de Zanzibar-kust verdeeld, Eritrea en Somaliland hebben al groene Italiaans-kleurige grensbiezen.

Bekijk hier de digitale versie van de tiende editie van de 'Bosatlas'

Kaartverschillen met de negende editie

[Kaart III]
Zeestromen en wereldverkeer: Interessant is de keuze van de plaatsen die van het meeste belang zijn voor het wereldverkeer: Sydney, Singapore, Hong-Kong, Sjanghai, Tokio en Jokohama, San Francisco, Valparaiso, Rio de Janeiro, Habana, Chicago, Philadelphia, New York, Marseille, Parijs, Londen, Berlijn, Wenen, Hamburg, Liverpool, Calcutta, en Caïro. Amsterdam staat nog wel bij de minder belangrijke plaatsen; Rotterdam wordt niet eens vermeld. De grens van het drijfijs is mooi in beeld gebracht door de witte stippelling in het donkerblauwe water.

Legenda zeestromenkaart 10e editie Bosatlas, 1891

[Kaart XIV]
Waarom de Sandsjak met Nowipazar niet meer als Oostenrijks aangegeven is, is niet duidelijk. Oostenrijk zou het gebied pas in 1908 teruggeven aan het Turkse rijk.
De grens tussen Bosnië en Europees Turkije is opgeschoven ten koste van het eerste land, maar niet definitief met een streepjeslijn vastgelegd.

[Kaart XVIII]
Op de kaart van de grote verkeerswegen in Nederland, voor het eerst in de vorige druk opgenomen, zijn de grote waterwegen en de belangrijke spoorverbindingen met het buitenland met een extra groene bies aangegeven. Bij vergelijking met de kaart Waterwegen in Nederland van F. de Bas en J. Kuyper, opgenomen in het Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap van 1880 (dl. IV), blijkt dat al díe waterwegen een groene bies hebben waarlangs per jaar meer dan 500.000 ton aan goederen wordt vervoerd. Wat het criterium was voor belangrijke spoorverbindingen met het buitenland is niet duidelijk gemaakt. De waterwegen vanuit Duitsland naar Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen zijn met een blauwe bies en rode bolletjes aangegeven. Je kunt mooi aan de hand daarvan de vraag laten beantwoorden welke haven het beste bereikbaar is vanuit het Duitse achterland. Enschede heeft nu ook een directe spoorverbinding met Oldenzaal.

Legenda verkeerswegenkaart Nederland 10e editie Bosatlas, 1891

[Kaart XIX-XXI]
Provinciekaarten: Van Groenlo is een trambaan naar Lichtenvoorde aangelegd. In Zeeuws-Vlaanderen heeft de lijn van Maldeghem naar Breskens ook een aftakking naar Sluis gekregen. In Noord-Holland is een tramroute van Alkmaar oostwaarts naar Avenhorn gebouwd.

[Kaart XXV]
Duitsland: De kaart is nieuw getekend op een grotere schaal, 1:3,15 miljoen, dus bijna op de nagestreefde 1:3 miljoen. Er zijn schaduwschrapjes aan toegevoegd en de redactie is helemaal nieuw: veel spoorlijnen zijn verdwenen, een beperkt aantal nieuwe is toegevoegd, en het beeld is veel duidelijker geworden: de wildgroei van de spoorwegen heeft plaats gemaakt voor een bewuste selectie. De spoorlijn van Dresden naar Liegnitz (Legnica) is nieuw. Het bijkaartje van talen en delfstoffen is verdwenen. Daarvoor in de plaats kwam het bijkaartje van Thüringen op een grotere schaal. Het is technisch gezien een juweeltje; ondanks de vele kleurenbiezen en de reliëfschrapjes is de kaart zeer goed leesbaar. Net als de kaarten van Groot-Brittannië, Spanje en de Alpen heeft deze nieuwe kaart van Duitsland nu ook een plaatsstippen-legenda, die de bevolkingsaantallen aangeeft. Conform het Zanzibarverdrag van 1890 is Helgoland nu niet meer als Brits maar als Duits aangegeven.

Legenda kaart Duitsland 10e editie Bosatlas, 1891

[Kaart XXX]
Op de kaart van Rusland is de spoorverbinding tussen Samara en Oefa (Ufa) om onverklaarbare redenen weer weggelaten, terwijl de spoorlijn in 1891 zelfs al via Ufa de plaats Zlatoöest tachtig kilometer verder oostwaarts bereikt moet hebben.

[Kaart XXXVI]
Op de Balkan is de spoorlijn in Oost-Roemelië, die van Philippopel (Plovdiv) noordoostwaarts loopt naar het niet genoemde Jamboli aan de rivier de Toendsja, nu doorgetrokken tot de Zwarte Zeehaven Boergas (Burgas).

[Kaart XXXVII]
De natuurkundige kaart van Azië is nieuw en heeft een grotere schaal (1:30 miljoen in plaats van 1:35 miljoen), en de ene bijkaart van de Syrische kust is nu opgesplitst in twee bijkaartjes, één van Palestina (1:2,5 miljoen) en één van Klein-Azië (1:12,5 miljoen). De kaart van Palestina is voor alle gezindten: de landschappen uit de tijd van de Koningen (vlakte van Sefela, Saron, Jesreël, Judea, Samaria, Galilea, Woestijn van Juda) en van het Nieuwe Testament (Bethlehem, Nazareth en het meer van Tiberias), de kruisvaarderskastelen en de pelgrimsweg van Beiroet naar Mekka: ze staan er allemaal op. Bij de kaart van Klein-Azië blijkt dat Bos wat onzorgvuldig is met de spelling van de plaatsnamen. Op hetzelfde blad zijn er verschillen tussen de namen op het bijkaartje en de hoofdkaart! Op de hoofdkaart is de Kara sowe (Karasu) dezelfde rivier als de Westelijke Eufraat op de bijkaart. Op de hoofdkaart is in de bovenloop de Eufraat hetzelfde als de Oostelijke Eufraat of Moerad (Murat) op de bijkaart. De naam Tiensjan in Centraal-Azië wordt verklaard: Hemels gebergte.

Legenda kaart Azië 10e editie Bosatlas, 1891

Op de hoofdkaart is nu de Koningspunt opgenomen, het meest noordwestelijke punt van Sumatra. In één van de vele spellinghervormingen, die Nederlands Indië teisterden, wordt Celebes nu met een ‘s’ geschreven: ‘Selebes’. De Chineesche Oost- en Zuidzee zijn veranderd in de Oost- en Zuidchineesche Zee. In de Japanse wateren heeft Bos zich uitgeleefd met 17de-eeuwse Nederlandse namen: ‘Quelpart’ voor Jeju, ‘Linschoten Eilanden’ voor de noordelijke Ryukyu-eilanden, ‘Van Diemen straat’, ‘Linschoten Straat’, ‘Vulkaanbaai’. De Broughton baai aan de oostkust van Korea werd door de Britse marine rond 1790 genoemd naar de betreffende scheepskapitein. Ook de straat tussen Quelpart en Korea heeft een tijd naar hem geheten (zie de bijkaart van Japan op blad XL). Bombay ligt op deze nieuwe kaart niet meer op een vooruitgestoken eilandje ver van de kust. De tekening van de meren in Dzjoengarije is verbeterd en in de legenda zijn de woestijnen nu met een zwart puntraster aangegeven (zoals al eerder bij de nieuwe kaart van Amerika in de achtste druk). Wrangel Land heet nu Kellett Land; er was toentertijd een conflict tussen de Russen en de Amerikanen over de ontdekking. Op deze natuurkundige kaart zijn ook allemaal volksstammen opgenomen: Ostjaken, Tataren, Toengoezen, Joekahiren, Jakoeten, Tsjoektsjen, Korjaken, Kirgiezen, Turkmenen, en in Arabië de Wahabieten (die geen stam zijn maar een sekte). Aan de kust van Turkije bij de Dardanellen ligt het Turkse Baba Kaleh, ofwel het fort bij Kaap Baba (het meest westelijke punt van Azië).

[Kaart XXXVIII]
Ook Azië staatkundig is een nieuwe kaart, eveneens op de schaal 1:30 miljoen in plaats van 1:35 miljoen, met een inzetkaart van de bevolkingsdichtheid. Er zijn spoorwegen op aangegeven, onder andere een nieuwe lijn naar Quetta op de zuidgrens van Afghanistan. De hoofdstad van Korea is herdoopt in Seoul, heel Formosa is weer onder Chinese soevereiniteit, en op het schiereiland Malakka is Pahang nu ook Brits, evenals Noord-Birma. Afghanistan heeft Kafiristan blijkbaar opgeslokt (en geforceerd geïslamiseerd). Khiva is weer apart gekleurd om haar zelfstandigheid te benadrukken. In de Siberische steppe waar de Trans-Siberische spoorweg straks aangelegd gaat worden is het de vraag welke van de drie steden aan de Ob door de nieuwe lijn bediend gaat worden: Tomsk, Kolywan of Barnaul? In Russisch Centraal-Azië is ook de plaats Wjernoje (Verniy, Almaty) aangegeven, een in 1854 gesticht Russisch fort. Later zou dit de hoofdstad van Kazakhstan worden, vanaf de vijftiende druk staat het als Wjernyj op de kaart en vanaf de 32ste druk als Alma Ata (Almaty). De inwonertallen van de steden zijn nu apart verklaard in de legenda. Dat sluit mooi aan bij de kaart van de bevolkingsdichtheid waar het geweldige verschil tussen de mensenmassa’s in India, op Java en in China mooi uitkomt tegen het lege centrum en noorden van Azië.
Bij de ingang van de Dardanellen is de plaats Gallipoli aangegeven, die de toegang tot de Zee van Marmara beheerst.

Legenda staatkundige kaart Azië 10e editie Bosatlas, 1891

[Kaart XXXIX] en [XL]
Er is een nieuwe staatkundige kaart van China, Voor- en Achter-Indië op de schaal 1:20 miljoen, met een voortzetting van de Indische archipel (1:20 miljoen) en een bijkaart van Japan (1:15 miljoen). Op de kaart van Japan kan men ook de plaats van de 17de-eeuwse Nederlandse handelsloge zien (Hirado of Firando), en Nagasaki (waar onze loge op het eilandje Decima lag). Met Van der Capellenstraat, Linschotenstraat en Van Diemenstraat is Nederland goed in de Japanse vaarwaters vertegenwoordigd. De Seto-Oechi is de Japanse Binnenzee. In India, vooral langs de Koromandelkust, ziet men allemaal kleine meertjes: dat zijn de ‘tanks’, kunstmatige reservoirs ten behoeve van de landbouw en visvangst. Het Zout Gebergte tussen Lahore en Pesjawar is een gebergte waar honderd meter dikke zoutlagen dagzomen. De naam ‘Land der Ghonds’ tussen Orissa en Hindostan geeft aan dat het om ‘hill tribes’ gaat, met een Dravida-taal verwant aan het Tamil. Brits-Indië ziet er heel complex uit van wege de vele ‘native states’, die hier een donkerder kleur hebben, zoals Orissa, het rijk van de Nizam van Haiderabad, Maisoer, Radsjpoetana, Kasjmier, Goedzjarat, Bandelkand. Daaroverheen ligt een indeling in provincies, zoals Bengalen, Bombay, Madras, Centrale Provincies (en niet het foutieve ‘Centraal-prov’), Noordwest Provincies (van Agra tot Benares), Pandsjaab en Assam. Hoewel de grenzen van die provincies wel staan aangegeven, zijn alleen de namen van Bengalen, Assam, Pandsjaab en de Centrale Provincies vermeld.
In China staan nog geen spoorwegen, maar er zijn wel enkele, niet in een legenda verklaarde wegen opgenomen: van Kalgan ten noordwesten van Peking naar Oerga en de grensplaatsen Maimatschin en Kjachta en verder westwaarts naar Oeliassoetai (Uliastaj) in het Changai gebergte. Er loopt ook een weg van Lan-tsjou (Lanzhou) achter de Grote Muur naar Kami (Hami) in de Gobi-woestijn. In China zijn door middel van een onderstreping de negentien havensteden aangegeven die geopend zijn voor buitenlandse handelaren (Pak-Hoi (Beihai) aan de Golf van Tonkin, Kanton (Guangzhou), Amoy (Xiamen), Foe-tsjou (Fuzhou), Wen-tsjou (Wenzhou), Ning-po (Ningbo), Sjang-hai (Shanghai), Tsjin-Kiang (Zhenjiang),Tsi-foe (Yantai) en Tientsin (Tianjin) aan de kust, Ta-kou (Kaohsiung), Thai-wan (Tainan) en Tian-sjoei (Hsinchu) op Formosa, Kioeng-Tsjou (Haikou) op Hainan, en in het binnenland Nang-tsjang (Nanchang), Kjoe-kiang (Jiujiang), Han-kou (Wuhan), Woe-hoe (Wuhu) en Nioe-Tsjwang (Niuzhuang). Dat zullen er in latere edities meer worden, ook in het binnenland, en het fenomeen van voor buitenlanders geopende steden wordt ook tot Korea uitgebreid. Voor het eerst zijn hier de namen en grenzen van de achttien Chinese provincies opgenomen. De legenda deelt de steden in in zeer grote, grote en minder grote steden. Die worden weergegeven met respectievelijk twee concentrische cirkeltjes, een cirkel met een stip en een enkele cirkel.
Op de voorganger van deze kaart, de bijkaart van India op de staatkundige kaart van Azië in de negende druk, stond de Mount Everest aangegeven. Op deze ‘opvolger’ is dat vergeten en er staat daarvoor in de plaats de berg Gaurisangkar vermeld.
Op de hoofdkaart heeft heel Indo-China nu de paarse Franse kleur gekregen. De grens met Thailand is in het voordeel van de Fransen vooruitgeschoven tot aan de Mekong. Tonkin en Birma (hier Barma) grenzen nu aan elkaar. Een deel van Laos hoort nog aan Thailand. Boetan is gehalveerd, de oosthelft is aan China gekomen. Een deel van de bovenloop van de rivier de Salween werd grensrivier tussen Thailand en Brits-Birma. Het overgebleven noordelijke deel van Birma is nu ook door de Britten bezet. De naam Marco Pologebergte in China, deel van de Kunlun shan met toppen tot 6.300 meter, is er één die in China zelf niet gebruikt wordt. Van Calcutta is een spoorweg naar Dardsjiling (Darjiling in Sikkim) aangelegd. De Mount Everest heeft de overgang van de oude kaart van Zuid-Azië in de negende druk naar deze nieuwe kaart niet gehaald, hij is van de kaart gevallen, en het duurt tot de vijftiende editie voor de hoogste berg ter wereld weer in de atlas staat!
In het zuiden van India moet men in plaats van Gardamom Gebergte Cardamom gebergte lezen, genoemd naar de specerijen leverende kardemomplanten die er groeien.
In het westen van de kaart heeft de Russische Trans-Kaspische spoorlijn Samarkand bereikt.
In de Indische archipel is Pahang op het Maleis schiereiland nu ook deel van de Britse Straits Settlements geworden. De grootschaliger weergave van ons gebied in Nieuw-Guinea is, vergeleken met de vorige editie, weer teruggebracht tot de Vogelkop. Daaronder betekent ‘Tel. Berou’ Teloek Berouw, ofwel Golf van Berau (Teluk Berau). De naam Timorzee, die op de vorige kaarten alleen de zee tussen Timor en Australië betrof, is nu verstaan in de betekenis van ‘de zee rond Timor’. Ook het water ten westen van het eiland hoort er nu toe. Meer naar het oosten, tussen Australië en Westelijk Nieuw-Guinea, is ook de Alfoerenzee ingetekend. Het verwarrende begrip Soendazee is even van de kaart verdwenen.

[Kaart XLI] en [XLII]
De drie kaarten van Java op de schaal 1:5,45 miljoen uit de negende editie zijn nu groter: Java natuurkundig en Java administratief zijn nu beide op de schaal 1:2,75 miljoen afgebeeld; de landbouwkaart bleef op de oude schaal en een talenkaart op diezelfde schaal is toegevoegd. In de vorige editie waren op de kaart van Java hoogtegrenzen van 300 meter en 1.000 meter aangegeven, maar hier doet men het weer met minder getalsmatige grenzen: laagland, bergland en toppen van meer dan 2.000 meter. Het karstgebied van de Goenoeng Sewoe ten zuidoosten van Djogjakarta (Yogyakarta) komt mooi uit in de reliëfschrapjes. Praktisch onleesbaar is de verticaal geplaatste naam van de inham ten zuiden van Banjoewangi: de ‘Pangpang Baai’. Dichtbij Magelang op Midden-Java ligt de ‘G. Tidar’, een heuvel van 500 meter hoog. Hij staat opgenomen naast alle hoge vulkanen, omdat deze heuvel volgens de overlevering de plaats is waar Java is vastgenageld aan de aarde, zodat het niet weg kan drijven. Op de administratieve kaart is de aanleg van de spoorwegen goed te volgen: de lijn van Garoet tot Tjilatjap (Cilacap) is nog niet gereed. Op Oost-Java zijn bij Modjokerto nu ook de ruïnes van Modjopait, de hoofdstad van het oud-Javaanse rijk van die naam, aangegeven. Er is ook een klein bijkaartje van de Krakatau-eilanden toegevoegd, met de inmiddels weer verdwenen Steers en Calmeier eilanden, en het niet benoemde, nieuwe eilandje midden in de groep, de Anak Krakatau.
De meeste havenplaatsen aan de noordkust van Java hebben geen aanlegplaatsen voor grote stoomschepen: die moeten op de rede blijven liggen en met lichters wordt dan de vracht van boord gehaald. We zien op de kaart aangegeven de redes van Cheribon, Tegal, Pekalongan, Semarang, Rembang en Pasoeroean.

[Kaart XLIII-XLV]
Er is een nieuw kaartblad voor de andere grote eilanden in de Indische archipel, waarbij Sumatra (dat vanaf de tiende editie als ‘Soematra’ te boek staat), Borneo en Celebes worden afgebeeld op de schaal van 1:6 miljoen en de Padangse Boven- en Benedenlanden op 1:2,5 miljoen. Ze hebben allemaal staatkundige kleuren; blijkbaar was de hoogte-informatie nog niet in voldoende mate beschikbaar voor deze schaal. De kaart van Sumatra is de eerste in de Bosatlas waarop iets van de stormachtige ontwikkeling van Deli te zien is, met de spoorlijnen die dit plantagegebied ontsluiten, uitgaande van Medan en zijn haven Laboean Deli. Het foutief gespelde ‘Analaboe’ is verbeterd in ‘Melaboe’. Hoewel de vorige editie Sumatra helemaal onder Nederlands gezag plaatste, toont deze grotere schaal toch weer vier nog onafhankelijke gebieden, waaronder de Battaklanden. Het Tobameer met het schiereiland Samosir in het midden heeft eindelijk zijn correcte vorm gekregen. De spoorlijn van Padang naar Fort de Kock (Bukittingi) en Sawahlunto, waar de kolen van het Ombilienveld werden geëxploiteerd, is opgenomen. Op de bijkaart van de omgeving van Padang is de Wilhelmina- of Brandewijnbaai aangegeven. De door de Nederlanders gegeven naam was eerst Brandewijnbaai; toen de spoorwegaanleg begon en aan die baai een haven werd aangelegd, paste die naam niet meer, men overwoog Wilhelminabaai maar dat is het toch niet geworden: Emmabaai werd uiteindelijk de keus. In eerdere edities moest op de kaart van Sumatra de naam Plateau van Agam bij Fort de Kock worden opgenomen; op deze grotere schaal , met genoeg plaats, was die naam blijkbaar achterhaald. In tegenstelling tot de andere nieuwe kaarten in de atlas, waarop nu steeds een indeling van de plaatsstippen naar inwonertal is opgenomen, toont deze kaart aan de hand van de plaatstippen de administratieve hiërarchie: van de standplaats van een gouverneur tot die van een posthouder.
Op Borneo is het sultanaat Broenei verder ingekrompen door de uitbreiding van Serawak. De plaats Moeara Tawao (Muara Tawau), nu als Nederlands aangegeven, werd bij de latere grensafbakening aan Noord-Borneo gelaten. Bij de Natoena-eilanden vinden we ook de Zeeroverseilanden of Serasangroep. Later, in de 33ste druk wordt deze denigrerende naam vervangen.

Legenda kaart Sumatra [et al.] 10e editie Bosatlas, 1891

[Kaart XLVI]
Op de kaart Afrika natuurkundig staat voor het eerst de Witwatersrand aangegeven, in plaats van Hooge Veld. In 1886 werd daar goud gevonden, in geweldige hoeveelheden. De ‘Rand’ levert nu nog veertig procent van de wereldgoudproductie. Bij de Zambezi zijn de namen van kloven toegevoegd: Loepatakloof en Karibakloof, de site van de latere stuwdam.

[Kaart XLVII]
De kaart Afrika staatkundig is een stuk leesbaarder geworden zonder alle grensbiezen van inheemse staatjes en de Kongo-vrijhandelszone, die de facto door Leopold II al snel was veranderd in een staatsmonopolie. Het zuiden van het werelddeel is nu grotendeels Europees ingekleurd; de Sahara en de Soedan zijn nog wit. Groot-Brittannië en Duitsland hebben de Zanzibar-kust verdeeld, Eritrea en Somaliland hebben al groene Italiaans-kleurige grensbiezen. Marokko is zijn controle over de oasestad [A]In Salah kwijt. De Spaanse aanwezigheid in Rio de Oro (later Spaanse Sahara) is al te zien aan de groene bies. Met uitzondering van Liberia is ook de hele kust van Opper- en Neder-Guinee Europees ingekleurd. Nokki aan de Kongo is nu als Portugees aangemerkt. Dat was echter al zo sedert 1885. In Zuid-Afrika zijn Tongaland – het gebied waar de Tsonga’s woonden – en Swaziland als onafhankelijke eenheden weergegeven.

[Kaart L]
Op de kaart van de Republiek Amerika is nu ook Wyoming als staat tot de unie toegetreden (1890).

Legenda kaart Zuid-Amerika 10e editie Bosatlas, 1891

[Kaart LI]
Er is een nieuwe kaart van Zuid-Amerika in de plaats gekomen van de natuurkundige en staatkundige kaart, op een iets grotere schaal: 1:25 miljoen in plaats van 1:27,5 miljoen. Ecuador verloor sedert de vorige editie een deel van haar Amazonebekken aan Colombia, en Bolivia nog een deel van de Boliviaanse Andes aan Chili. Op Vuurland ligt de Darwin Berg; op de kaart is het niet duidelijk of het om een berg of baai gaat. In Chili is men bezig met de spoorwegaanleg naar het zuiden, richting Valdivia. De nu opgenomen spoorlijn van Antofagasta in Noord-Chili richting Andes eindigde bij de zilvermijn van Caracales. De bouw van de op deze kaart als voltooid aangegeven spoorverbinding over de Andes tussen Santiago en Mendoza begon in 1889, maar zou pas in 1910 gereed zijn. In Argentinië zijn ook Corrientes en Candelaria aan de rivier de Parana met het spoorwegnet verbonden. De pampa’s zijn opengelegd door spoorlijnen naar Mar del Plata en Bahia Blanca.
In Peru is Lima nu met één van de hoogste spoorlijnen ter wereld met het belangrijke mijnbouwcentrum Cerro de Pasco verbonden. De Trans-Andine spoorweg van Arequipa naar Puno aan het Titicaca meer is verlengd tot Cuzco. In Brazilië is San Salvador nu verbonden met Joaseiro, toen een belangrijk verzamelpunt van voor de export bestemde vleeskoeien aan de rivier San Francisco. De spoorverbinding Santos-Sao Paulo is per ongeluk op de kaart weggevallen, en dat ontdekt men pas acht jaar later: in de dertiende druk van 1897 wordt de fout weer hersteld. In het zuiden van Brazilië zijn zowel Rio Grande als Porto Alegre via het spoor met het binnenland verbonden. Op de grens van Brazilië en Frans Guyana is nu de ligging vermeld van Cap d’Orange ofwel onze Oranjekaap. In Venezuela verbindt een spoorlijn nu Tucacas met de steden Valencia en Barquisimeto. Westelijk van de stad Panama is nu ook de Chiriqui-lagune als Colombiaans aangegeven. In Nicaragua heeft het gebied van de Misquito-indianen een autonome status, die zou gelden tot 1894. De onleesbare naam bij het meer van Managua is Rivas.

[Kaart LII]
Australië: Nieuw-Zuid Wales verbetert zijn positie ten opzichte van het scheepvaartverkeer door de voltooiing van de spoorlijn naar Hay aan de benedenloop van de Murrumbidgee, waardoor Sydney zijn achterland verder kan uitbreiden ten koste van Melbourne. In Queensland is de spoorlijn van Brisbane westwaarts doorgetrokken tot Charlesville. Nog noordelijker is de lijn van Rockhampton naar Clermont en (het niet benoemde) Longreach aan de Thomson rivier gebouwd. Sandhurst in Victoria is nu verbonden met Kerang, een door nieuwe irrigatietechnieken belangrijk landbouwcentrum.