'Die legende ende dat leven van sinte Franciscus'

Heilige bedelaars

Detail uit Die legende ende dat leven van sinte Franciscus, 1504 uit de Bijzondere Collecties van de Universiteit Utrecht

In 1205 besloot de jonge Franciscus van Assisi armen en zieken te helpen, zijn leven te leiden in armoede en het evangelie te prediken. Hij werd de grondlegger van de eerste bedelorde, die van de franciscanen of minderbroeders. Een van zijn volgelingen, Clara van Assisi, stichtte rond 1212 de orde van de clarissen voor vrouwen die de idealen van Franciscus wilde navolgen. Franciscanen, clarissen en soortgelijke bedelorden vonden veel weerklank, en verspreidden zich in snel tempo over christelijk Europa. Er kwamen al snel verschillende levensbeschrijvingen van de grondleggers van de bedelorden in omloop, ook in de volkstalen.

Zeldzame boekjes

Detail uit Die legende ende dat leven van sinte Franciscus, 1504 uit de Bijzondere Collecties van de Universiteit Utrecht

In Die legende ende dat leven van sinte Franciscus ende hoe hi die vijf wonden ontfinc ende van veel scone mirakelen die hi ghedaen heeft: ende dat leven van sinte Clara zijn twee Latijnse Levens vertaald in het Middelnederlands. Allereerst (fol. 1-195) het Leven van Franciscus door Bonaventura, en daarna het Leven van Clara (fol. 196-244), toegeschreven aan Thomas van Celano, die ook de eerste biograaf van Franciscus was.

De Leidse drukker Jan Seversz gaf dit werk in 1504 uit. Het is een eenvoudig en goedkoop gedrukt werkje, en met zijn afmetingen van ca. 9 bij 13 cm makkelijk mee te nemen. Er zijn slechts vier exemplaren van deze uitgave in Nederlandse bibliotheken bekend (Nijhoff-Kronenberg p. xxviii en 171-2 §466): één in Amsterdam (Rijksprentenkabinet, 325 E 1), één in Middelburg (Zeeuwse Bibliotheek), en twee in de Universiteitsbibliotheek Utrecht. Die laatste twee komen uit de bibliotheken van de franciscaner kloosters van Weert (THO: RAR 2-81) en Megen (THO: RAR 4-70). Van deze vier is alleen de laatste gerubriceerd, zijn de initialen met de hand in gekleurde inkt toegevoegd, en zijn de houtsneden ingekleurd.

Een ingekleurd exemplaar

Pagina uit Die legende ende dat leven van sinte Franciscus, 1504 uit de Bijzondere Collecties van de Universiteit Utrecht

Het meest opmerkelijke aan Die legende ende dat leven van sinte Franciscus ... zijn de houtsneden. In de ingekleurde versie (THO: RAR 4-70) wordt als titelblad een afbeelding van Franciscus gebruikt waarin hij de stigmata ontvangt. Dit zijn wonden die hij verkreeg van een gekruisigde en gevleugelde engel, en die overeenkwamen met de wonden die Christus aan het kruis waren toegebracht: aan zijn handen, voeten en in zijn zij.

De afbeelding is boven en onder ingekaderd door plantenmotieven en dieren. De dieren lijken op honden, maar het gaat waarschijnlijk mede om wolven. De wolf verwijst naar het verhaal van Franciscus dat hij de wilde wolf van Gubbio temde. Sint Franciscus geldt ook nu nog als de beschermheilige van dieren, en het is om die reden dat dierendag op 4 oktober valt: het is de feestdag van Franciscus.

Op de achterkant van het titelblad staan dezelfde afbeeldingen, maar de dieren staan nu op hun kop. Er is geen gedrukte titel aanwezig.

Bij het begin van het Leven van Clara (fol. 196) is dat wel het geval. Onder de titel Die legende ende dat leven der heiligher maghet sinte Claren vinden we een afbeelding die volgens Gerard Pieter Freeman een iconografisch unicum bevat, een voorstelling die elders niet voorkomt. Het beeldt Franciscus en Clara af, die beiden met een metgezel op bedeltocht zijn en elkaar ontmoeten. Hun volle bedelzakken zijn om de schouder geslagen. Het is de enige bekende afbeelding waarop Clara als bedelaarster staat afgebeeld.

Op de achtergrond zien we hetzelfde gezelschap overigens nog eens, nu zittend in het veld. Op de achtergrond kijkt God in de hemel toe. Ook hier vinden we op de achterkant van het titelblad nog een afbeelding, deze keer Maria met het kindje Jezus op schoot, tegenover Maria's moeder Anna.

De niet-ingekleurde versie

Kijken we naar het niet-ingekleurde exemplaar (THO: RAR 2-81), dan zien we daar op het eerste titelblad Franciscus en Clara, maar nu met de volledige titel van het hele boek. Het is echter gedrukt op een bladzijde die kleiner van formaat is dan de rest van het boekje. Op de achterkant vinden we Franciscus die de stigmata ontvangt, ingekaderd door de afbeeldingen van plantenmotieven en dieren.

De titelpagina (fol. 197) van Die legende ende dat leven der heiligher maghet sinte Claren en de achterkant zijn gelijk aan het ingekleurde exemplaar, maar dit blad wordt voorafgegaan door een blad met afbeeldingen die bij het ingekleurde exemplaar het titelblad van het gehele werk vormen (fol. 196).

Een mooiere misdruk

Pagina uit Die legende ende dat leven van sinte Franciscus, 1504 uit de Bijzondere Collecties van de Universiteit Utrecht

Het ingekleurde exemplaar is dus een soort misdruk. De titelpagina van het gehele werk ontbreekt, en er zijn geen aanwijzingen dat het er ooit heeft gezeten. Het begint met het blad met op de voor- en achterkant een afbeelding van Franciscus die de stigmata ontvangt, waarbij op de achterkant de dieren op hun kop staan. Het is waarschijnlijk dat de fout in de eerste druk pas werd gezien toen er al enkele exemplaren waren gedrukt en ingekleurd. Bij de gecorrigeerde druk werd de afbeelding van Franciscus en Clara gebruikt, waarmee ook al het Leven van Clara werd begonnen. Het werd voorzien van een titel voor het gehele boek, maar het is gedrukt op een kleiner blad.

Wat te doen met het blad met op weerzijden de afbeelding van Franciscus die de stigmata ontvangt? Deze werd nu maar gebruikt om het Leven van Franciscus mee af te sluiten. De dieren die op de achterkant op hun kop staan werden zo gelaten. De tweede druk is qua opzet een verbetering, maar het nawerk werd achterwege gelaten. Het werd niet ingekleurd, gerubriceerd en van initialen voorzien, en ziet er kwalitatief dus een stuk armoediger uit.

Het kan zijn dat deze goedkoop gemaakte druk bestemd was voor afnemers die geen geld hadden voor een mooier uitgevoerd exemplaar. Als dit zo is, dan is het denkbaar dat die afnemers vooral leden van de bedelorden zelf waren. Hun gelofte van armoede stond hen alleen toe om het meest eenvoudige en goedkope exempaar in bezit te hebben. Misschien gebruikten ze het om er in de volkstaal uit voor te lezen, om zo de verhalen over de daden van Franciscus en Clara te verspreiden.

Auteur: Bart Jaski, 2011

Detail uit Die legende ende dat leven van sinte Franciscus, 1504