'Overzicht der gebouwen van de Rijks Universiteit te Utrecht in 1936'

Een 300-jarige universiteit in beeld

Titelpagina, gedenkboek Universiteit Utrecht, 1936

De Universiteit Utrecht kent een roemrijke geschiedenis. Opgericht in 1636 heeft zij vele eeuwen lang studenten en promovendi opgeleid. Tijdens het 300-jarig jubileum, in 1936, werd echter specifiek stilgestaan bij de ‘fysieke’ erfenis van de Utrechtse universiteit. Een bijzonder, handgeschreven boek met een overzicht van de toenmalige universitaire onroerende goederen zag destijds namelijk het daglicht.

Handgeschreven en uniek

Het boekwerk, met de titel Overzicht der gebouwen van de Rijks Universiteit te Utrecht in 1936, is vanwege de handgeschreven aard dus uniek te noemen. Het lijkt er ook niet op dat toentertijd nog een ander, vergelijkbaar exemplaar is vervaardigd. Wie het album gemaakt heeft, is niet bekend. Wel mag – gezien het complete en gestructureerde karakter van het werk – worden verondersteld dat de Universiteit Utrecht zelf de opdrachtgever is geweest.

'Nieuwe' operatiekamer, 'Kliniek voor Heelkunde', 1936

Fotograaf

Op een enkele foto – behorend tot de kliniek voor heelkunde – staat de naam van de fotograaf vermeld: ‘Fa. Jochmann, Disco, Heim Fotograaf’. Het gaat hier om de in Zweden geboren Johan Erik Gustaf Fredrik Jochmann (1856-1941), die vanaf 1887 in Nederland werkzaam was. Aanvankelijk op diverse locaties, waaronder Utrecht, en vanaf 1895 definitief in de Domstad. Jochmann had als eerste in Nederland een elektrisch kunstlichtatelier en was vooral actief als fotograaf in de Utrechtse studentenwereld. Het wekt dus geen bevreemding, dat juist hij de plaatselijke universitaire wereld mocht vereeuwigen (ook al moeten we natuurlijk een slag om de arm houden voor wat betreft de ongesigneerde foto’s).

Zorgvuldig handschrift

Inhoudsopgave, gedenkboek Universiteit Utrecht, 1936

De teksten bij de bijbehorende foto’s zijn netjes gekalligrafeerd, met kapitalen in rood of goudverf. Ook de inhoudsopgave achterin – alfabetisch gerangschikt naar gebouwen, faculteitskamers, instituten, klinieken, laboratoria en leeszalen – getuigt van een grote manuele zorgvuldigheid. Een heel enkele, goed uitgevoerde correctie toont de foutgevoeligheid van dergelijke manuscriptwerken.  Bijzonder is dat de Faculteit Veeartsenijkunde met haar bijbehorende gebouwen afzonderlijk vermeld staat in de inhoudsopgave. Wellicht heeft deze aparte status te maken met het feit dat de deze faculteit toen nog niet zo lang, sinds 1925, tot de Utrechtse universiteit behoorde?

Sfeervolle foto’s

Magazijn Universiteitsbibliotheek Utrecht, 1936

Het album telt in totaal 61 bladen en heeft de royale afmetingen van 45 bij 35 centimeter. Op elk blad staan één tot vier fraaie en sfeervolle foto’s geplakt, waardoor de bladen wat kromgetrokken zijn. De foto’s hebben betrekking op het interieur of exterieur van de specifieke gebouwen die de universiteit in 1936 rijk was. Vanzelfsprekend figureert op folium 1 het Universiteitsgebouw op het Domplein, ook nu nog het beeldbepalende ‘gezicht’ van de Utrechtse universiteit. De Senaatszaal en het Groot Auditorium, ‘vóór de verbouwing’, volgen op een van de eerste folia. Daarna is het de beurt aan het Bureau van Curatoren en het Universiteitsarchief, die toen respectievelijk op Trans 10 en Trans 8 waren gevestigd. Voor de universiteitsbibliotheek aan de Wittevrouwenstraat zijn maar liefst twee folia en zeven foto’s ingeruimd, met onder andere afbeeldingen van de magazijnen en leeszalen.

Een foto van de Leeszaal Universiteitsbibliotheek Utrecht, 1936

Inkijkje in de universitaire wereld

Vervolgens komen het onderwijs en onderzoek van de onderscheiden faculteiten aan bod. De foto’s bieden een fascinerend inkijkje in de universitaire wereld van het interbellum. Zo bezaten veel zichzelf respecterende instellingen een eigen museum, waaronder het Anatomisch Laboratorium, de Oogheelkundekliniek, het Geografisch Instituut, het Pathologisch Instituut en het Zoölogisch Laboratorium. Daarnaast hadden zij ook vaak eigen bibliotheken en leeszalen.
In het album treffen we voorts foto’s van college- en practicumzalen aan, evenals van hooglerarenkamers. De kamer van de hoogleraar in de middeleeuwse geschiedenis verschilt qua functionaliteit nogal van die van zijn collega in de ‘kennis der menschelijke voedingsmiddelen van dierlijken oorsprong’!

Kamer hoogleraar kunstgeschiedenis, gedenkboek Universiteit Utrecht, 1936

Stand van techniek

Behalve een mooi beeld van de universitaire accommodatie tonen de foto’s bovenal een intrigerende momentopname van de toenmalige stand van de techniek. Wat te denken van bijvoorbeeld een ‘spectatorium’, ‘snaargalvanometer’ of een ‘aviatiek’, afkomstig uit het laboratorium voor fysiologie? Of van de ‘geluidvrije kamer’ en ‘steriliseerkamer’ in de kliniek voor neus-, keel- en oorheelkunde en de ‘kamer voor experimenten betreffende ziekteoverbrenging door insecten’ in het instituut voor parasitaire - en infectieziekten? En de lichtbehandelingen met de ‘Finsen-Lomholtlamp’ en de ‘Koolbooglamp’ spreken eveneens tot de verbeelding. Aparte vermelding verdient tot slot nog de behandelingszaal van het instituut voor tandheelkunde, met tientallen tandartsstoelen in slagorde!

'Aviatiek, Laboratorium voor Physiologie', 1936

Dubbeldik

Wat opvalt aan de foto’s is dat er in het algemeen maar weinig personen op figureren. Slechts bij ongeveer een kwart is dat het geval. Alleen op foto’s van sommige practicumlokalen,  leeszalen en ziekenhuisruimtes zijn studenten, bezoekers en patiënten te zien. Het geheel doet daarom wat klinisch aan, maar het was natuurlijk te doen om een overzicht van de universitaire gebouwen. En die gebouwen komen in het album fier naar voren.
Zal de Universiteit Utrecht in 2036 bij het 400-jarig bestaan weer zo’n gedenkboek laten maken? Als het in dat geval al een fysiek album wordt, dan wordt het zeker dubbel zo dik!

Auteur

Behandelzaal Tandheelkunde, gedenkboek Universiteit Utrecht, 1936