Ervaringen
Marit de Graaf, student Natuur- en sterrenkunde
"Een introductie op Schrödingers kat op de middelbare school heeft me overtuigd om natuurkunde te studeren. Toen ik dit gedachte-experiment voor het eerst hoorde, was ik geïntrigeerd. Hier moest ik meer van weten. Een gedachte-experiment dat zoveel inzicht kon opleveren en ook nog wiskundig uit te drukken viel! Natuurkunde is een mooie verbinding tussen de filosofie en de wiskunde. Hoewel ik op de middelbare school niet zo goed was in natuurkunde, won mijn nieuwsgierigheid voor het vakgebied. Met een goede dosis doorzettingsvermogen gaat het mij prima af! Ik heb studies uitgesloten door verschillende meeloopdagen te volgen, zodat mijn eerste keuze nog meer bevestigd werd. Ik zou dus iedereen een meeloopdag aanraden!
Ik twijfelde eerst of ik theoretische natuurkunde of technische natuurkunde wilde studeren. Wat mij heeft overgehaald, is dat ik de vraag ‘Waarom is dit zo?’ belangrijker scheen te vinden dan de vraag ‘Wat kunnen we er mee?’ Bij de Universiteit Utrecht kun je in je bachelor van zowel experimentele als theoretische natuurkunde proeven en hier later specifiek vakken op uitkiezen.
Allereerst vind ik de sfeer op deze universiteit heel fijn. Ik heb dyscalculie, wat betekent dat ik een extra voorziening moet krijgen; een rekenmachine tijdens tentamens. Ik werd serieus genomen door de studieadviseur en kreeg niet de welbekende opmerking ‘Waarom ga je dan natuurkunde studeren?’ Hierdoor heb ik het gevoel dat de Universiteit Utrecht erg openstaat voor vergroting van inclusiviteit."
Ilja van der Marck, student
"Vanaf de derde klas op de middelbare school wist ik het al: ik wilde sterrenkunde gaan studeren. Na een aantal open dagen op verschillende universiteiten kwam ik erachter dat ik me toch niet direct wilde focussen op één onderwerp. Ik wilde in mijn bachelor nog van alles leren. Zo ben ik in Utrecht beland. Hier kan ik namelijk vakken doen die met sterrenkunde te maken hebben, maar ook hele andere onderwerpen bestuderen zoals structuren van materie.
Wat ik zo mooi vind aan natuurkunde is dat we de wereld om ons heen proberen te begrijpen. Van het allerkleinste tot het allergrootste, zoals het heelal. Ik vind vooral kwantummechanica heel interessant, omdat kwantummechanica de wereld benadert op een hele andere manier dan de klassieke natuurkunde.
Iets wat ik aan de bachelor in Utrecht heel fijn vind, is de grote hoeveelheid eigen keuze die je hebt. Vanaf je tweede jaar mag je bijna al je vakken zelf kiezen. Je kunt je bachelor dus naar je eigen interesses invullen en ook rekening houden met de master die je wil gaan doen.
Zelf volg ik naast mijn bachelor het honoursprogramma Descartes College. Dit is een interdisciplinair honoursprogramma waarbij je met allemaal verschillende studies bij elkaar zit. Ik vind dit een erg leuke toevoeging aan mijn studie omdat ik zo leer kijken over de grensgebieden van mijn eigen vakgebied heen. Erg belangrijk, want problemen in de maatschappij zijn eigenlijk nooit op te lossen binnen één vakgebied. Er zijn veel gastcolleges en iedere week bespreken we een ander onderwerp."
Lester Prins, student Natuur- en sterrenkunde
"Voor mij was het al vroeg op de middelbare school duidelijk dat ik een echte bèta was. Met name wiskunde vond ik altijd heel leuk. Lange tijd dacht ik dat ik mijn studie op een TU zou vinden, maar de focus op theoretische natuurkunde past meer bij mij. Toen ik op aanraden van het YouTube-algoritme video’s van onder andere Arvin Ash en PBS Space Time had bekeken, was het voor mij duidelijk: hier wilde ik alles van weten; het moest natuurkunde worden.
In de YouTube video’s van Arvin Ash en PBS Space Time kwamen vooral kwantum- en deeltjesfysica naar voren. Toen ik aan de studie begon, keek ik ernaar uit om juist daar meer over te leren, omdat de klassieke vakken, zoals klassieke mechanica en elektromagnetisme, meer vanzelfsprekend zijn. Uiteindelijk bleek alleen dat ik de klassieke theorieën nog veel leuker vind!
Wat mij tijdens de studie is opgevallen, is dat natuurkunde heel anders benaderd wordt dan op de middelbare school. Daar leken veel dingen voor mij uit de lucht te komen vallen, terwijl we bij de opleiding Natuur- en sterrenkunde er veel dieper op ingaan, met name met behulp van wiskunde. Voor mij werd natuurkunde hierdoor veel leuker, omdat je nu wél het complete plaatje aangeboden krijgt."
Lisa Tran, Assistant Professor of Physics working with nanomaterials
"My research team looks at structures in biology to recreate their properties in the lab using model systems. Our experiments are inspired by diverse organisms, such as beetles and bacterial colonies. By recovering characteristics of these more complex, biological materials but using simpler components, we can better understand the underlying mechanisms of how these biological systems form. We can then leverage this knowledge to develop technologies, such as nontoxic pigments, sensors, and anti-fouling coatings.
Why physics?
I initially studied both physics and philosophy during my bachelors. What appealed to me about these disciplines is that they both boil down to critically thinking about the world to understand it. As I continued in my studies, I wanted my work to become more tangible, so I started working in a soft materials lab. That you can directly see the manifestation of theories in experiments appealed to me. But even further, experiments are very powerful. Empirical evidence is always the starting point for any modification to existing theory.
Although most of my research involves fundamental investigations, working with soft materials also means that your work can be readily applicable to everyday objects. From small to large-scales, soft matter is all around us - from DNA to our bodies, as well as from cellphone screens to the coatings on buildings. The function of all of these objects is influenced by soft matter physics. This potential for applications gives my work a lot of meaning.
My work is not only meaningful to me because of the potential end-results, but I also greatly enjoy the investigation itself. A soft matter physicist has to interact with many disciplines - with biologists, chemists, mathematicians, and industry partners. I find it very satisfying that the problems that I care about can be approached from many angles. Interdisciplinary work is truly creative work, and it can really expand your thinking and your viewpoint.
Advice for students?
The most important advice that I can give to students is to get started with research as soon as you can. Solving problem sets only gives you some of the tools that you need for the job, but you won’t really know what the job is like until you start to tackle open-ended questions. It should be noted that research involves a lot of “failure”. A lot of the things that you will try at first will not work exactly how you think they will, but you will gain knowledge along the way until you figure out a way forward. The nature of research can require a lot of patience and persistence, but that you learn and expand your skills as you go can be very gratifying. So the sooner you start with research, the sooner you will learn what type of work you really enjoy.
My second piece of advice is to practice writing as often as you can. My bachelor studies in philosophy required me to write one or two essays every week, and this practice with writing really gives me an advantage with my work. Being a scientist requires being open with your results and sharing you work. In order to do this effectively, you have to be able to write clearly. Clear communication is an important skill for any position in science, whether in the academy or in industry.
Future ambitions?
As for my own career, I hope to learn more about pattern formation in biological systems. I hope also that my work can contribute to the development of sustainable technologies. My more immediate aim is to establish a research environment for my team that is friendly, open, collaborative, and rigorous - to mentor future physicists that will go on to do great things."
Oceanograaf Erik van Sebille, hoogleraar
“Ik doe onderzoek naar de verspreiding van plastic in de oceaan. 80% van de zeevogelsoorten heeft plastic in hun maag. En wij onderzoeken hoe het daar komt.”
Ik ben net begonnen als universitair hoofddocent bij het Instituut voor Marien en Atmosferisch Onderzoek Utrecht, en het voelt echt als thuiskomen. Eerder heb ik al precies tien jaar aan de Universiteit Utrecht gezeten: van de eerste dag van mijn bachelor tot aan mijn promotie in 2009. De afgelopen zeven jaar werkte ik als onderzoeker in het buitenland, aan universiteiten in Miami, Sydney en Londen. Utrecht heeft altijd een warme plek in mijn hart gehad, en ik heb altijd contact gehouden met collega’s hier. De vacature die nu vrij kwam in Utrecht paste echt perfect, en ik voel me heel bevoorrecht om terug te kunnen komen.
Droomberoep?
Eigenlijk had ik meteorologie in het vizier toen ik Natuurkunde ging studeren. Ik wilde heel graag weerman worden. Maar toen kreeg ik in mijn vierde studiejaar de mogelijkheid om mee te gaan met een expeditie naar de Canarische Eilanden, en dat was zo tof. Sindsdien wilde ik oceanograaf worden en spannende dingen doen met grote boten en grote instrumenten. Ik ben ook na mijn studie nog meerdere keren op expeditie geweest, vooral vanuit Miami best vaak. In mijn tijd in Sydney ben ik naar Antarctica geweest, op dat schip dat vast kwam te zitten in het ijs.
5 miljoen ton plastic
Er drijft naar schatting zo’n 250.000 ton plastic in de oceaan, maar jaarlijks komt er 5 miljoen ton plastic in de oceaan terecht. Dat betekent dat meer dan 99% van al het plastic dat ooit de oceaan in is gekomen niet meer aan de oppervlakte drijft. Maar waar is het dan wel? Een deel ervan ligt op de oceaanbodem – dat zien we nu al in boorkernen en vanuit onderzeeërs – en er spoelt een deel aan op stranden en kustlijnen, maar nog veel zorgelijker is dat er ook heel veel in dieren zit. Biologen vinden steeds meer dieren met plastic in hun maag, nu bijvoorbeeld al 80% van de zeevogelsoorten. En we weten eigenlijk niet hoe dat er komt.
Zeereservaten
Naast mijn onderzoek naar plastic houd ik mij ook nog bezig met andere dingen die zich verspreiden in de oceaan, zoals bacteriën, vissen en larven. Daarvoor werk ik niet alleen samen met andere oceanografen, maar ook met biologen en geologen. We werken bijvoorbeeld aan modellen van hoe organismen leven in verschillende delen van de oceaan, en hoe dat van invloed is op waar je die diersoorten vindt. Zo proberen we onder andere uit te vinden hoe je het beste zeereservaten kunt oprichten die over 50 jaar nog steeds op de beste plek liggen.”
Joey Westenberg, student Natuur- en sterrenkunde
"Het idee om het honoursprogramma te volgen is bij mij ontstaan toen ik tijdens mijn eerste studiejaar merkte dat ik natuurkunde een ontzettend interessante studie vond. Hoewel het mij erg leuk leek om mij te verdiepen in het veld had ik ook mijn twijfels. Dit ging vooral over de extra studiedruk bovenop een al vrij intensief studieprogramma. Toch heb ik uiteindelijk het besluit genomen om mij aan te melden en heb daar tot op heden geen spijt van gehad.
Het trends in fysica onderdeel is voor mij een van de hoogtepunten van het honoursprogramma. Hier organiseer je samen met je mede honoursstudenten bezoeken bij zelfgekozen onderzoekers/laboratoria door heel Nederland. Het leuke hieraan is dat het een beeld geeft van waar natuurkundigen op dit moment mee bezig zijn en wat de mogelijke richtingen zijn waar je je ik kan gaan verdiepen tijdens je master. Naast het disciplinaire deel word je ook lid van de science honours academy. Hier worden honoursstudenten van alle bètastudies samen gebracht om onder andere aan projecten te werken en symposia en workshops bij te wonen. Hoewel het niet de reden is dat ik voor honours heb gekozen biedt het wel een interessante en gezellige aanvulling op het reguliere studieprogramma.
Dus mocht jij je graag willen verdiepen in de natuurkunde of je juist breder willen ontwikkelen dan raad ik het honoursprogramma zeker voor jou aan!"