Studieprogramma

De bacheloropleiding Diergeneeskunde duurt drie jaar. Een studiejaar bestaat uit twee semesters (verdeeld in 4 'blokken') en is onderverdeeld in cursussen en lijnonderwijs. Je volgt de meeste cursussen per periode gelijktijdig (parallel aan elkaar). Naast de cursussen volg je gedurende de hele bachelor lijnonderwijs, dit omvat veterinaire professional en veterinaire clinicus. Het schrijven van een thesis (in het tweede semester in jaar 3) is onderdeel van het lijnonderwijs.

Werkvormen en groepsgrootte

Tijdens de bacheloropleiding krijg je te maken met verschillende lesvormen. Zo volg je hoorcolleges in de collegezaal (225 studenten) en volg je werkcolleges (ca. 25 studenten) en practica (12-75 studenten) in kleinere groepen. In werkcolleges verdiep je je verder in de stof, leer je verbanden herkennen en een mening vormen. Bij de practica leer je praktische vaardigheden. Je werkt daarbij met levende en dode dieren, weefsels en anatomische modellen. 

Contacttijd en studiestof

Het aantal contacturen wisselt per week en is meer dan bij veel andere universitaire studies. Een groot deel van de week ben je op de faculteit Diergeneeskunde met de studie bezig. Naast het volgen van onderwijs werk je veel samen met andere studenten aan projecten en opdrachten. Je bent veel bezig met het verwerken van studiestof en je goed voorbereiden op de colleges en practica. Het onderwijs is meestal in het Nederlands. Veel literatuur is in het Engels.

Studielandschap

In het Studielandschap vind je studiematerialen en een uitgebreide collectie van preparaten ter voorbereiding op practica. Ook zijn er studieplekken voor zelfstudie of groepsopdrachten. 

Bindend studieadvies

Voor alle bacheloropleidingen geldt een bindend studieadvies (BSA). Je moet minstens 45 van de 60 EC (studiepunten) behalen in het eerste jaar om door te mogen met de opleiding. Bij een negatief BSA aan het einde van het studiejaar mag je je gedurende vier jaar niet meer voor de opleiding inschrijven.