Promotie: Secundaire aansprakelijkheid

Rechtsvergelijkend onderzoek naar de reikwijdte van de zorgplicht van beheerders van private ruimten

tot
Academiegebouw UU

Kirsten Maes verdedigt haar proefschrift over secundaire aansprakelijkheid aan de Universiteit Utrecht op 30 oktober 2020. Haar proefschrift draagt de titel: Secundaire aansprakelijkheid: een rechtsvergelijkend onderzoek naar de reikwijdte van de zorgplicht van beheerders van private ruimten.

In de literatuur en rechtspraak wordt een tendens geconstateerd waarin steeds verder verwijderde partijen worden aangesproken tot vergoeding van schade die primair door een ander is veroorzaakt. Zo’n ‘secundaire partij’ wordt dan verweten het schadeveroorzakende handelen van de primaire partij niet voorkomen te hebben. Het gaat in die gevallen in essentie om de vraag of de secundaire partij voldoende toezicht op de primaire partij heeft gehouden.

Vuurwerkramp en andere incidenten

Bekende voorbeelden waarin overheidsinstellingen secundaire aansprakelijkheidsclaims aan den lijve hebben ondervonden, zijn de procedure tegen de Staat en de Gemeente Enschede vanwege de vuurwerkramp, de procedure tegen de Gemeente Haaksbergen vanwege het ongeluk met de monstertruck en de procedure tegen de politie vanwege het schietincident in Alphen aan den Rijn. Naast deze overheidsinstellingen, worden vandaag de dag ook meer (semi-)private partijen als scholen, sportverenigingen, opvang- en zorginstellingen, horecagelegenheden, winkels en diverse soorten recreatieruimten aan secundaire aansprakelijkheidsprocedures onderworpen. Een actueel voorbeeld is het wielrenongeval van Fabio Jakobsen. Naast de verantwoordelijkheid van Dylan Groenewegen als de primair verantwoordelijke voor de botsing, rijzen er in het bijzonder ook vragen over de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de internationale wielrenunie én van de organisatie van het sportevenement, vanwege de vermeend gebrekkige boarding langs het parcours.

Angst voor 'claimcultuur' in Nederland

De toenemende belangstelling voor secundaire aansprakelijkheden is goed te verklaren. Het zal voor benadeelden in veel gevallen aantrekkelijker zijn de (meer) liquide overheidsinstelling of private onderneming als secundaire partij naast of in plaats van de primaire partij (vaak een natuurlijk persoon) aan te spreken. Er bestaan echter ook bezwaren tegen het toewijzen van de secundaire aansprakelijkheid, zoals de gebrekkige voorzienbaarheid van de schade en de angst voor een uitdijend aansprakelijkheidsrecht (een in Nederland te ontwikkelen ‘claimcultuur’). 

Concrete aanbevelingen

In dit proefschrift is de huidige en wenselijke civielrechtelijke zorgplicht van private partijen in de sectoren educatie, recreatie en zorg onderzocht. Naast de analyse van secundaire aansprakelijkheden in het Nederlandse recht, is ook rechtsvergelijkend onderzoek gedaan naar de wijze waarop deze aansprakelijkheden in het Amerikaanse recht worden beoordeeld. Op basis van de onderzoeksresultaten zijn in dit proefschrift concrete aanbevelingen gedaan tot ‘alternatieve omgangswijzen’ met (toenemende) secundaire aansprakelijkheden in het Nederlandse recht. De conclusie strekt meer in het bijzonder – en geïnspireerd op het Amerikaanse recht – tot heroverweging en herijking van het huidige hoofdelijkheidssysteem.

Begindatum en -tijd
Einddatum en -tijd
Locatie
Academiegebouw, Domplein 29 in Utrecht & online (link)
Promovendus
Kirsten Maes
Proefschrift
Secundaire aansprakelijkheid: een rechtsvergelijkend onderzoek naar de reikwijdte van de zorgplicht van beheerders van private ruimten
Promotor(es)
prof. dr. I. Giesen
Co-promotor(es)
Dr. Rianka Rijnhout