Promotie: Calibrating Lean: beyond the silver bullet and untrue panacea
Op vrijdag 23 mei, om 12.00 uur verdedigt Robert van Kleeff zijn proefschrift Calibrating Lean: beyond the silver bullet and untrue panacea. Examining the effects of Lean on hospital performance and hospital workers’ wellbeing, and exploring how these effects can be explained.
De gezondheidszorg staat onder druk door demografische veranderingen en een toenemend tekort aan personeel. Om het werk beter te organiseren en continu te verbeteren, zetten steeds meer ziekenhuizen Lean in — een manier van werken die zijn oorsprong vindt in de auto-industrie (Toyota). Lean is een systeem van praktijken dat gericht is op het vergroten van klantwaarde door verspilling te verminderen. Robert van Kleeff onderzoekt hoe Lean in ziekenhuizen doorwerkt op zowel de prestaties van zorgorganisaties als het welzijn van zorgmedewerkers. Daarbij kijkt hij niet alleen naar de uitkomsten, maar ook naar de onderliggende mechanismen die deze effecten verklaren.
De resultaten van zijn onderzoek onderstrepen het belang van aandacht voor verschillende dimensies van Lean: de betrokkenheid van medewerkers bij continu verbeteren, het gebruik van Lean technieken en het leiderschapsgedrag van teamleiders. Deze dimensies werken namelijk verschillend door op ziekenhuisprestaties en het welzijn van zorgprofessionals.
Betere prestaties maar ook mogelijke schaduwzijde
Zo draagt de betrokkenheid van medewerkers bij aan zowel betere prestaties als aan een hoger welzijn, terwijl Lean technieken de efficiëntie verhogen. Daarnaast blijkt dat de langetermijneffecten van Lean worden verklaard door leiderschapsgedrag: Lean leiderschapsgedrag zorgt op lange termijn voor betere afdelingsprestaties. Naast de positieve effecten laat het onderzoek ook een mogelijke schaduwzijde van Lean zien. Medewerkers ervaren door Lean namelijk een toename van zowel probleemoplossende als kwantitatieve eisen.
Het verklaren van de effecten van Lean is complex, omdat hierbij meerdere factoren een rol spelen. Dit onderzoek laat zien dat het belangrijk is om onderscheid te maken tussen verschillende vormen van autonomie. Beslissingsautonomie verklaart deels de positieve relatie tussen betrokkenheid bij continu verbeteren en de prestaties van zorgmedewerkers, terwijl keuzeautonomie een verklarende rol speelt tussen die betrokkenheid en het welzijn van medewerkers. Daarnaast tonen de resultaten aan dat probleemoplossende eisen de positieve relatie tussen Lean leiderschapsgedrag en afdelingsprestaties verklaren. Tegelijkertijd blijkt dat kwantitatieve eisen, die als gevolg van Lean toenemen, juist een negatief effect hebben op deze prestaties.
Werken met Lean: meer dan ‘wondermiddel’ of ‘mean’
In plaats van de gebruikelijke zwart-wit tegenstelling waarin Lean wordt gezien als óf een wondermiddel óf als ‘mean’, stelt Robert van Kleeff dat de effectiviteit van Lean beter begrepen kan worden als het resultaat van een zorgvuldig kalibratieproces van vier onderling afhankelijke elementen: de inhoud (de toegepaste Lean-praktijken), het implementatieproces (de manier waarop deze praktijken worden ingezet), de semantiek (de taal en betekenissen die aan Lean worden gegeven), en de context (de omgeving waarin Lean wordt toegepast).
Voor onderzoekers betekent dit dat zij niet alleen aandacht dienen te besteden aan wát er wordt toegepast, maar ook aan hóe en in welke omstandigheden dat gebeurt.
Voor de praktijk impliceert het dat de effectiviteit van Lean niet alleen afhangt van de inhoud, maar ook actief beïnvloed kan worden via het implementatieproces, de gebruikte taal en de organisatorische context.
Robert van Kleeff is als promovendus verbonden aan het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) en is werkzaam als partner bij Verbeta.
- Begindatum en -tijd
- Einddatum en -tijd
- Locatie
- Academiegebouw, Domplein 29 Utrecht en online
- Promovendus
- R. van Kleeff
- Proefschrift
- Calibrating Lean: beyond the silver bullet and untrue panacea. Examining the effects of Lean on hospital performance and hospital workers’ wellbeing, and exploring how these effects can be explained.
- Promotor(es)
- Prof. dr. J.P.P.E.F. Boselie
- Prof. dr. E. Knies
- Co-promotor(es)
- Dr. E.J. van Harten
- Meer informatie
- Full text via Utrecht University Repository