Promotie Azarja Harmanny: Nederland gebruikte zware wapens in Indonesië en accepteerde burgerdoden

tot
B-25 ‘Mitchell’ bommenwerpers van de Militaire Luchtvaart van het KNIL boven Sumatra, 1946. Foto: Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie
B-25 ‘Mitchell’ bommenwerpers van de Militaire Luchtvaart van het KNIL boven Sumatra (1946). Foto: Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie

Op 12 april verdedigt Azarja Harmanny zijn proefschrift ‘Artillerie en luchtstrijdkrachten in de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog, 1945-1949’. Harmanny onthult dat de Nederlandse troepen bewust op grote schaal zware wapens inzetten en dat de gevolgen werden geduld, ook als er grote aantallen burgerslachtoffers vielen.

Artillerie, bommenwerpers en scheepsgeschut

De Indonesische onafhankelijkheidsoorlog is in Nederland lange tijd aangeduid met de versluierende propagandaterm ‘politionele acties’. In werkelijkheid was het een ware oorlog waarin de Nederlandse krijgsmacht met moderne wapens de strijd aanging tegen de troepen van de in 1945 uitgeroepen Indonesische Republiek. De inzet van artillerie, bommenwerpers en scheepsgeschut werd niet geschuwd in het streven de gewapende ‘opstand’ te onderdrukken.

Harmanny is de eerste die de Nederlandse toepassing van artillerie en luchtstrijdkrachten in deze vierjarige oorlog systematisch analyseert. Het blijkt dat de troepen gretig gebruikmaakten van zware wapens om de risico’s voor de eigen manschappen te beperken. Ook probeerden ze de Indonesische tegenstander ermee te intimideren en de bevolking te ontmoedigen de onafhankelijkheidsstrijd te steunen. Wraak of represaille was eveneens een regelmatig terugkerend motief.

Zware wapens op grote schaal ingezet in Indonesië

Harmanny’s dissertatie biedt zowel statistische overzichten als analyses van geruchtmakende gevechten waarbij op grote schaal zware wapens zijn ingezet. Uit de gegevens blijkt dat de effectiviteit van de inzet van de wapens zeer situatie-afhankelijk was. Vooral grootschalige acties waren vaak een slag in de lucht en daarmee weinig effectief. De koloniale geweldstraditie van het KNIL en ervaringen uit de recent geëindigde Tweede Wereldoorlog kleurden het optreden met zware wapens in belangrijke mate.

De Nederlandse legerleiding en militairen waren vaak bereid de gevolgen van de inzet van grof geschut te accepteren, ook als daarbij grote aantallen burgerslachtoffers vielen. Bestraffing van disproportionele en/of niet-onderscheidende inzet van zware wapens vond vrijwel niet plaats, ook niet na afloop van het conflict.

Het onderzoek maakt deel uit van het onderzoeksprogramma Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1949 van het NIMHNIOD en KITLV.

Begindatum en -tijd
Einddatum en -tijd
Locatie
Hybride: online (klik hier) en in het Academiegebouw
Promovendus
Azarja Harmanny
Proefschrift
Artillerie en luchtstrijdkrachten in de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog, 1945-1949
Promotor(es)
Prof. dr. J. Hoffenaar
Co-promotor(es)
Dr. M.P. Bossenbroek