Zijn kwetsbare groepen nog kwetsbaarder in tijden van de COVID-19-pandemie?
Bijdrage door: dr. Jelena Arsenijvic en dr. Erna Ruijer

Een bijdrage van dr. Jelena Arsenijevic en dr. Erna Ruijer voor het Gender, Diversiteit en COVID-19 platform. Het platform bestaat uit een serie van korte blogposts, waarin kwesties van inclusie en uitsluiting met betrekking tot de coronacrisis worden gearticuleerd en besproken.
De COVID-19-pandemie heeft een aantal sociale ongelijkheden blootgelegd die in ontwikkelde landen vaak worden verwaarloosd. Dit vereist dat regeringen hun beleid op het gebied van sociale bescherming heroverwegen.
Mensen uit huishoudens met een laag inkomen, laagopgeleiden en etnische minderheden lopen een groter risico besmet te worden met COVID-19. Het lijkt erop dat een hogere prevalentie van COVID-19 onder kwetsbare groepen deels een kwestie is van sociaal beschermingsbeleid. Mensen uit kwetsbare groepen hebben vaak banen die niet vanuit huis kunnen worden gedaan. Bovendien impliceert hun baan vaak direct fysiek contact met anderen (verpleegsters, winkelbedienden, buschauffeurs). Uit recente berichten in de Nederlandse kranten blijkt dat het merendeel van de personen op de IC in ziekenhuizen in de Randstad een niet-westerse allochtone achtergrond heeft en niet vloeiend Nederlands spreekt.
Ongelijkheden op het gebied van onderwijs
COVID-19 heeft ook onderwijsongelijkheden blootgelegd. Tijdens de pandemie werden de meeste educatieve activiteiten online gedaan. Voor sommige kinderen, met bijvoorbeeld een migratieachtergrond of met ouders met een laag inkomen, is een goede internetverbinding thuis en het hebben van eigen digitale tools (bijvoorbeeld een tablet) een luxe. In sommige delen van Amsterdam konden de gemeente en scholen hun leerlingen computers en tablets ter beschikking stellen om de digitale kloof te verkleinen.