Waarom het herdenken van de Tweede Wereldoorlog ook vraagt om vooruitkijken

Vrijheid anno 2025: een toekomstgerichte blik op herdenken

Tekening van een persoon die in de verte tuurt, tegen een achtergrond van een wirwar van kronkelende pijlen die alle mogelijke kanten op wijzen. © iStock.com/Denis Novikov
© iStock.com/Denis Novikov

Nederland staat stil bij de Tweede Wereldoorlog, die dit jaar precies tachtig jaar geleden eindigde. Maar voordat we terugkijken, nodigt hoogleraar Ismee Tames ons uit voor een gedachte-experiment. Ze stelt voor om behalve het verleden te overdenken, ook eens in gedachten tachtig jaar vooruit te reizen. Hoe zullen mensen óns straks herinneren, aan het begin van de 22ste eeuw?

Prof. dr. Ismee Tames
Prof. dr. Ismee Tames

De Tweede Wereldoorlog als moreel kompas

Tachtig jaar lang gebruikten we de Tweede Wereldoorlog als moreel en historisch referentiekader. Om ‘goed’ en ‘fout’ te onderscheiden bijvoorbeeld, of om lessen te trekken over burgerschap en rechtvaardigheid. Maar de ‘naoorlogse wereld’ is de afgelopen decennia zo ingrijpend veranderd, dat de oorlog steeds minder geschikt lijkt om ‘het nu’ te duiden.

Niet alleen omdat de laatste generaties ooggetuigen bijna zijn verdwenen, maar ook doordat de ideeën en politieke projecten die de naoorlogse samenleving vormgaven worden overschaduwd door nieuwe realiteiten.

Het einde van het naoorlogse tijdperk?

De welvaartsstaat en oneindige economische groei vormden ooit het hoopvolle fundament van de naoorlogse samenleving. Maar door de huidige groeiende ongelijkheid, geopolitieke instabiliteit en klimaatcrisis verliezen deze ideeën hun vanzelfsprekendheid. Ze voelen niet meer van deze tijd.

De ooit hoopvolle fundamenten van de naoorlogse samenleving voelen niet meer van deze tijd.

Ook het begrip van de internationale orde is veranderd. In de afgelopen tachtig jaar verdween eerst de tweedeling tussen ‘het vrije Westen’ en ‘het Oostblok’. Anno 2025 staat de internationale rechtsorde – gebaseerd op instituties zoals de Verenigde Naties, dat grote naoorlogse experiment –onder druk. We zien een instabiel systeem ontstaan met rivaliserende machten als China, Rusland en de Verenigde Staten.

Kortom, we leven niet meer in ‘de naoorlogse periode’ of in een tijd die is te begrijpen door naar de Tweede Wereldoorlog te kijken.

De jaren 2020: onze eigen cruciale tijd

Toekomstige generaties zullen onze tijd waarschijnlijk als cruciaal bestempelen. Of het nu gaat over vrede en oorlog, klimaat en leefbaarheid, of politieke en economische organisatie – de jaren twintig van de 21ste eeuw vormen een periode waarin kan worden bepaald hoe het leven op aarde eruit gaat zien.

Tekening van een persoon die voor drie deuren staat en twijfelt welke die binnen moet gaan. © iStock.com/Denis Novikov
© iStock.com/Denis Novikov (bewerkt)

De kans bestaat dat mensen straks dus naar ons kijken, zoals wij naar de Tweede Wereldoorlog kijken: wat deden onze voorouders? Deden ze het goed of fout? En wat kunnen we van hen leren?

Op welk spoor zitten wij nu?

In mijn onderzoek naar de Tweede Wereldoorlog zie ik dat het gedrag van mensen veelal werd beïnvloed door drie factoren: hun vaardigheden, hun netwerk en hun eerdere ervaringen. Deze elementen maakten bepaalde acties voor de hand liggend of juist nagenoeg onbereikbaar.

Denk aan kunstenaars, die hun vaardigheden inzetten om identiteitskaarten te vervalsen. Of aan zakenlieden, douanebeambten en studenten die hun netwerken een dubbele bodem gaven en mensen hielpen te vluchten. Of mensen die zich ook voor de oorlog al hadden ingezet voor vluchtelingen of de versterking van de democratie, en op deze ervaringen konden terugvallen bij het nemen van beslissingen en inschatten van risico’s.

We zijn tegelijkertijd nakomelingen en voorouders. Wat zij straks zien is wat wij nu doen.

Omgekeerd raakten mensen die voor de oorlog al in NSB-kringen verkeerden, vaak snel verzeild in allerlei vormen van collaboratie. En dan waren er natuurlijk mensen wier vaardigheden, netwerken en ervaringen hen voorbereidden op niets doen, wegkijken en zoveel mogelijk vasthouden aan business as usual.

De vraag is: waar staan wij nu? Welke vaardigheden, netwerken en ervaringen brengen wij mee? De sleutel is om ons hier nu op te bezinnen. In tijden van relatieve vrijheid kunnen we nog vrij makkelijk bijsturen – de persoonlijke risico’s en gevaren zijn te overzien. Gedragsveranderingen zijn misschien ‘gedoe’, maar niet levensgevaarlijk.

Onze vrijheid nu

In dit herdenkingsjaar kijken we opnieuw met extra aandacht naar de mensen uit de Tweede Wereldoorlog. Om geïnspireerd te worden, maar ook om te zien wat we nooit meer willen. Aan het begin van de volgende eeuw doen latere generaties dat wellicht ook met onze tijd.

We zijn tegelijkertijd nakomelingen en voorouders. Wat zij straks zien is wat wij nu doen. Willen we dat ze ons herinneren als mensen die handelden uit wanhoop, woede en geweld? Of dat ze zien dat we, ondanks alle onvolkomenheden en onzekerheden, handelden uit zorg voor elkaar en de toekomst? Onze vrijheid nu is om daar vorm aan te geven.

Vrijheid anno 2025

Dit jaar is het 80 jaar geleden dat Nederland werd bevrijd. Een mooie aanleiding om eens te kijken of en hoe geesteswetenschappers anno 2025 het thema ‘vrijheid’ tegenkomen in hun onderzoek. Dat leverde drie verrassende invalshoeken op.

Geschiedenis: Ismee Tames over terug- en vooruit blikken
Filosofie: Yara Al Salman over ambtelijk activisme
Taalkunde: Hielke Vriesendorp over vrijheid vinden in taal