Viroloog op zoek naar de heilige graal
Hoe is het nu met? | Berend Jan Bosch
Voor de coronapandemie keken mensen hem meewarig aan, als hij vertelde dat hij viroloog was. Nu kent Nederland zeventien miljoen virologen; onderzoek naar virussen is ‘hot’. Berend Jan Bosch is al jaren gefascineerd door deze ziekteverwekkers. Hoe komt een virus de cel binnen? Waarom springen zij soms over naar een andere gastheer? En waar zit hun zwakke plek? Opnieuw vinden de onderzoekers een antilichaam, nu mogelijk tegen meerdere virussen…
In maart 2020 ontdekten jullie een nieuw antilichaam tegen het coronavirus, nota bene uit de vriezer in jullie lab. Daarmee haalden jullie de wereldpers. Wat is er sinds die tijd gebeurd?
“2020 stond in het teken van onderzoeken opstarten en nieuwe mensen aantrekken. Vooral door het grote aantal nieuwe projecten op het gebied van corona waar we aan meewerken. Het gaat vaak om publiek-private samenwerkingen om oplossingen te bedenken tegen SARS-CoV-2, met name nieuwe vaccins en antilichamen tegen COVID-19. In 2021 lag de focus meer op alle varianten die op ons afkwamen. Het is fijn om een steentje te kunnen bijdragen.”
Virologie in Utrecht staat nu duidelijk op de kaart?
“Dat was al zo, maar corona heeft onze zichtbaarheid zeker vergroot. Binnen Diergeneeskunde hebben wij een lange historie in coronavirologie. We doen al sinds de jaren zeventig toponderzoek naar coronavirussen en bouwen voort op het werk dat onze collega’s in het verleden hebben gedaan. Maar de afdeling is flink gegroeid. We zijn nu met zo’n vijftig medewerkers, twintig mensen erbij.”
Meerdere virussen remmen
Je hoeft niet lang te zoeken naar de drijfveer van Berend Jan Bosch. De twinkeling in zijn blauwe ogen is zelfs via een beeldscherm goed te zien. “Sinds een aantal jaren ben ik geïnteresseerd in de vraag of we ons beter kunnen wapenen tegen de opkomst van nieuwe coronavirussen. Kunnen we bijvoorbeeld vaccins of therapeutische antilichamen vinden met een brede werking? Die niet enkel één variant van het SARS-coronavirus-2 kunnen remmen, maar verschillende varianten of meerdere coronavirussen tegelijk. Zo’n antilichaam is veel breder inzetbaar.”
De Utrechtse viroloog en zijn collega’s richten zich op plekken op het virus die minder variabel zijn. “We hebben onderzoek gedaan naar plekken op coronavirussen die tijdens de evolutie goed bewaard zijn gebleven. Daardoor hebben we een niéuw antilichaam gevonden, opnieuw samen met Harbour BioMed en Erasmus MC. Dat antilichaam kan niet alleen het huidige coronavirus binden, maar ook het MERS-coronavirus en andere coronavirussen, dus virussen die eigenlijk niet zo verwant zijn aan elkaar.”
We willen het virus te slim af zijn en het ook beter doen dan ons eigen immuunsysteem
Wat hebben jullie ontdekt?
“Het gaat om een kwetsbare plek bij al deze virussen waar één en hetzelfde antilichaam aan kan binden. Dat is echt nieuw, en werd eerder voor onmogelijk gehouden. Dit antilichaam heeft een nog bredere werking dan het antilichaam dat we in maart 2020 hebben gevonden.” Het onderzoek is gepubliceerd in het vakblad Nature Communications. “Het gaat om een ‘oerplek’ die goed is geconserveerd, mogelijk omdat deze minder zichtbaar is voor het immuunsysteem. Daardoor is er voor het virus minder druk om die plek te veranderen. Dat is een mooi startpunt om breed werkende antilichamen te ontwikkelen die infectie van deze virussen kunnen voorkomen of bestrijden.”
Jullie willen eigenlijk slimmer zijn dan het virus?
“Ja, we proberen het virus te slim af te zijn, onder meer door antilichamen te ontwikkelen die het beter doen dan die van ons eigen immuunsysteem. Dat kan, want onze eigen antilichamen bestaan maar in één format. Normaal heeft een antilichaam twee armen waarmee het aan een virus kan binden, maar wij proberen antilichamen te maken die het virus op verschillende plekken kunnen binden met meerdere armen. Dat vergroot de brede werkzaamheid en effectiviteit.”
Omikron was volgens Bosch een echte game changer. “Door alle mutaties die omikron in het spike-eiwit heeft verzameld, is 95% van de bestaande antilichaamtherapieën onbruikbaar geworden. Dat geeft aan dat je je moet richten op de plekken waar het virus minder makkelijk verandert. Dat was precies ons uitgangspunt voor de uitbraak van COVID-19. Ons onderzoek heeft dus alleen maar aan relevantie gewonnen.”
Hoe staat het met de werkdruk?
“Het eerste jaar van de pandemie was de druk hoog en was er weinig ruimte voor ontspanning. Voor SARS-CoV-2 waren er wereldwijd maar een beperkt aantal onderzoekers die aan coronavirussen werkten, waardoor er veelvuldig een beroep op je werd gedaan. Inmiddels zijn dat er honderden meer. Het tweede jaar heb ik mijn oude hobby’s weer opgepakt, zoals racefietsen. Dat doe ik heel graag om m’n hoofd leeg te maken. Zonder ontspanning kun je niet productief blijven.”
Hoe blijf je zichtbaar met zoveel coronavirologen?
Lacht: “Ja, de competitie is enorm toegenomen, vooral op SARS-CoV-2. Maar onze toekomst blijft zeker ook bij de veterinaire coronavirussen liggen. We werken bij een veterinaire faculteit en coronavirussen zijn nog steeds hele belangrijke ziekteverwekkers voor landbouwhuisdieren en gezelschapsdieren, daar ligt onze niche in de wereld. We blijven ook aan humane coronavirussen en SARS-CoV-2 werken, maar hebben zoveel kennis over virussen in huis en stakeholders binnen het veterinaire veld met wie we samenwerken, dat de aandacht daar volop naar uitgaat. Zoals dat ook in het verleden was.”
Zijn er dan ook coronavirussen waar dieren heel ziek van worden?
“Zeker! Een van de belangrijkste veterinaire pathogenen is het IB-virus. Dat veroorzaakt infectieuze bronchitis bij kippen en is al jaren een groot probleem voor de pluimveesector. Daarentegen wordt ook volop gevaccineerd met vaccins die niet altijd even goed werken, mede door de variatie onder deze virussen, net als bij SARS-CoV-2. Ook daar is de uitdaging om vaccins te ontwikkelen die tegen verschillende varianten werken. Coronavirussen zijn wijdverbreid bij zoogdieren en gevogelte. Hoeveel er zijn, is nog niet bekend en er worden nog steeds nieuwe ontdekt. Sinds SARS-CoV-2 is het wereldwijd doorgedrongen dat coronavirussen zo nu en dan van gastheer wisselen en kunnen overstappen naar de mens. Zo is onlangs een coronavirus van varkens bij mensen gevonden en ook een coronavirus van honden. Dat levert niet direct een pandemie op, maar het laat wel zien dat coronavirussen continu aan de deur kloppen.”
Virologie is hot…
“Je probeert altijd op zoek te gaan naar de wetenschappelijke uitdaging, naar iets wat een ander nog niet heeft gedaan. Vijf jaar geleden keken mensen je bij borrels of familiefeestjes meewarig aan, als je vertelde dat je onderzoek deed naar virussen. Dan ging men snel over op een ander onderwerp. Dat is nu niet meer zo. Het is bijzonder om te zien hoe dat is veranderd door COVID-19.”